Biologisch bouwen met Lego
heil in de zogenaamde bioplastics. Die zijn gemaakt van plantaardig materiaal, zoals bijvoorbeeld maïszetmeel, suikerriet of aardappels.
Het voordeel: ze zijn meestal (maar niet altijd volledig) biologisch afbreekbaar. Het nadeel: ze niet altijd even hanteerbaar in de productie als klassieke, gewone plastic.
In de Volkskrant klinkt Christiaan Bolck, de programmamanager van het Wageningen Food & Biobased Research, optimistisch. ‘Je kunt er vrijwel alles mee maken’, aldus Bolck. ‘Als je wil, kun je zelfs precies hetzelfde molecuul als ABS nabouwen met plantaardig materiaal. Als Lego een bioblokje wil maken met dezelfde kleur, vorm en levensduur als de bestaande blokjes, is dat technisch gezien mogelijk.’
Het bedrijf wil voorlopig niets kwijt over de biomaterialen die kans maken om Lego-blokjes te worden.
In de zoektocht naar meer duurzaamheid speelt de prijs een grote rol. ‘Het moet natuurlijk wel betaalbaar blijven’, zegt Van Der Puil daarover.
Die betaalbaarheid kan een probleem worden. Aardolie is – zeker vandaag – spotgoedkoop. De aanmaak en het gebruik van bioplastics zal sowieso een pak duurder zijn. Volgens specialist Bolck zijn bioplastics ‘twee keer zo duur als normale plastics’. Voor een grootverbruiker als Lego is dat een enorme kostenstijging.
Voor de ontwikkeling van de nieuwe Lego-generatie heeft de groepsdirectie in Denemarken alvast de portefeuille opengetrokken. Vorig jaar werd een budget van 130 miljoen euro vrijgemaakt voor de aanwerving van zeventig specialisten en voor de bouw van een speciaal ‘duurzaam materiaalcentrum’, naast het hoofdkantoor in het Deense Billund. Dat onderzoekscentrum van 4.500 m² staat open voor experts van universiteiten en externe partners van Lego.