Over drie jaar kost hamburger uit labo nog maar elf euro

Nog een drietal jaar en dan zou de ‘kweekvlees’-burger erkend moeten zijn door de Europese Commissie. ‘Ik ken de inhoud. De burgers hebben geen schadelijke stoffen.’

| ‘Veilig voor consumenten’ en ‘duidelijk gelabeld om de consument niet te misleiden’. Dat zijn volgens de Europese Commissie (EC) de voorwaarden om de zogeheten novel foods op de markt te brengen.

Dat zijn voedingswaren die voor 15 mei 1997 nog niet op de Europese markt te vinden waren. Op de lijst staan onder meer al chiazaad en stevia.

Nog een drietal jaar en dan kan ook de hamburger uit ‘kweekvlees’ op die lijst staan. De productie gebeurt in een labo, maar het vlees ontstaat wel uit het weefsel van echte koeien.

‘De belangrijkste volgende stap is de veiligheid aantonen’, zegt professor Mark Post (Universiteit Maastricht) die in 2008 de eerste hamburger uit gekweekte cellen produceerde. ‘Ik ken de inhoud. De burgers hebben geen schadelijke stoffen, maar de EC moet dat onderzoeken. Pas daarna kan de burger worden vrijgegeven voor consumptie.’

De smaak en textuur zaten in 2013 – toen een select publiek mocht proeven – nog niet helemaal goed, maar daar heeft Post een mouw aan gepast. ‘ De burger heeft nu extra vetweefsel voor de smaak. Perfect om op de markt te brengen. Een kenner zou niets afwijkends opmerken.’

Over een drie- à viertal jaar zou ook de productie moeten vergroten, zodat de kostprijs nog slechts elf euro bedraagt. Een immens verschil met de 290.000 euro die de allereerste kunstmatige hamburger kostte.

‘Als de prijs betaalbaar wordt, kunnen consumenten dit alternatief kiezen’, zegt Anne-Marie Vangeenberghe, woordvoerster van de Boerenbond. ‘Ik denk in de eerste plaats al aan vegetariërs die de keuze maakten omdat ze tegen het slachten van dieren zijn. Al zien we ook dat biologische en gewone, of vegetarische en gewone producten perfect naast elkaar kunnen staan.’

‘Onze landbouwers zijn trouwens niet wereldvreemd. Zij zijn op de hoogte van trends in het voedingslandschap’, zegt Vangeenberghe. ‘We denken vooral dat die overspoeling nog niet voor morgen is. Het gaat tenslotte om een hamburger en nog geen steak.’