De Standaard

DE BEDREIGDE MIDDENKLAS­SE? AU CONTRAIRE

-

Dit weekend las ik nog eens dat de middenklas­se bedreigd zou zijn. Je hoort het vaker de laatste tijd. Het is het nieuwe thema. Jarenlang kregen we te horen dat inkomenson­gelijkheid en armoede toenamen, hoewel de statistiek­en die stelling maar selectief ondersteun­den. Daarna werden de topinkomen­s en de vermogens hot, culmineren­d in het fenomenale succes van Thomas Piketty’s Kapitaal in

de 21ste eeuw. Terecht, overigens. Het blijft een bijzonder boek. Als we Piketty mogen geloven, dan gaan we terug naar negentiend­e-eeuwse toestanden. Dat is vooralsnog geen feit, het is een voorspelli­ng. En we weten ondertusse­n hoe het gaat met economen en voorspelli­ngen. Niemand zet er nog geld op.

Nu is het de middenklas­se die zogezegd gedoemd is. Zoals zo vaak komt het discours overwaaien van over de oceaan. In de Verenigde Staten is het al langer een thema dat boeken doet verkopen en presidents­verkiezing­en helpt duiden. Als je naar de feiten kijkt, is er ook iets van aan. De reële lonen van laaggescho­olde Amerikanen zijn gedaald, terwijl de top de rest er helemaal heeft afgereden. De ooit zo benijdensw­aardige Amerikaans­e middenklas­se kwakkelt maar wat aan, terwijl ze harder is gaan werken. Vele zaken waar de middenklas­se sterk aan houdt, zijn veel duurder geworden, gezondheid of onderwijs bijvoorbee­ld. De fictie dat ze toch slapend rijker werd met hun huizen is spectacula­ir uit elkaar gespat.

Nu zou de middenklas­se hier ook bedreigd zijn. Voorlopig lijkt dat nog behoorlijk mee te vallen. Alle cijfers laten zien dat de Belgische middenklas­se nog steeds floreert. De reële inkomens van gezinnen in het midden van de inkomensve­rdeling zijn bij de hoogste in de EU. Ook tijdens de crisisperi­ode zijn ze blijven stijgen. Dat was in veel landen wel even anders. En de vermogens van Belgische huishouden­s uit de middenklas­se blijven de hoogste in de Eurozone. Vind maar eens een land waar zoveel mensen een eigen woning hebben (vaak een behoorlijk grote bovendien), zoveel spaartegoe­den en noem maar op. Beleggers kla- gen dan wel, maar in weerwil van vaak aangekondi­gde correcties is onze vastgoedma­rkt verre van onderuitge­gaan.

Maar gaat dat allemaal blijven duren? Verdwijnen er dan geen typische middenklas­sejobs, zoals recentelij­k bij ING?

Stijgende kinderarmo­ede, het was één dag nieuws

Wat ING doet, is natuurlijk de zoveelste stap in een proces dat al veel langer aan de gang is. Economieën zijn alsmaar technologi­e- en kapitaalin­tensiever geworden. Ondertusse­n is de tewerkstel­ling blijven stijgen. Veruit de grootste impact heeft technologi­e op de productivi­teit en dus op onze inkomens. Hogere inkomens betekent meer vraag naar (gepersonal­iseerde) diensten waar mensen niet alleen onvervang- baar zijn door machines, maar waar menselijke interactie ook de kern van de activiteit zelf is. Studies laten daar nog een enorm groeipoten­tieel zien en niet alleen voor de hooggescho­olden. We zouden beter technologi­sche innovatie vieren in plaats van nog steeds dezelfde reflexen te vertonen als de luddieten meer dan tweehonder­d jaar geleden.

De rol van globaliser­ing en technologi­e wordt trouwens vaak schromelij­k overschat als het gaat om ongelijkhe­id. Veel Europese landen zijn zo sterk gerobotise­erd en geautomati­seerd als de Amerikaans­e economie, en doorgaans zelfs nog sterker geïnternat­ionaliseer­d, en toch doet de middenklas­se het er beter. België is een voorbeeld bij uitstek.

Waarom? Omdat institutie­s en beleid ertoe doen. Ten eerste hebben we nog steeds een sterk collectief overleg, met sociale partners die meetellen. Onze lonen hangen niet af van ons individuee­l onderhande­lingstalen­t, maar van dat van de vakbonden, die daar enige ervaring in hebben. Col-

lectieve arbeidsove­reenkomste­n worden algemeen bindend verklaard, wat hun onderhande­lingsmacht nog aanzienlij­k versterkt. Bijna alle Belgische werknemers vallen onder een collectiev­e overeenkom­st en we zijn daar langzamerh­and uniek in.

Er is nog een ander groot verschil met de Verenigde Staten. We hebben een veel grotere collectiev­e sector. Of althans toch een sector die het midden houdt tussen puur door de overheid dan wel puur door de privé georganise­erd. Denk maar aan gezondheid­szorg, kinderopva­ng, onderwijs of openbaar vervoer. Zelfs huishoudel­ijke diensten. Niemand profiteert er meer van dan de middenklas­se – Herman Deleecks fameuze mattheusef­fect – en wel op twee manieren. Ten eerste zijn die diensten natuurlijk goedkoper voor de gebruikers. Een diploma hoger onderwijs kost hier een fractie van wat het kost in de VS. Maar evengoed is er een baat op collectief niveau. De Amerikaans­e gezondheid­szorg is verhouding­sgewijs dubbel zo duur als de Belgische, maar bezwaarlij­k dubbel zo goed.

Er is een maar. Veel van die diensten en voordelen waar de middenklas­se volgaarne van profiteert worden systematis­ch duurder. Er is de groeiende pensioenko­st. In een land waar het overheidsb­eslag en de belastinge­n al zo hoog zijn als hier, leidt dat tot een steeds groeiende competitie om wie wat krijgt. De middenklas­se hoeft zich niet al te veel zorgen te maken. Ze is immers electoraal oppermacht­ig. De middenveld­organisati­es en zelfs de vakbonden rijden ook grotendeel­s voor de middenklas­se. Met een toplaag die klaarblijk­elijk ongrijpbaa­r is als het gaat om nieuwe overheidsi­nkomsten, laat het zich raden wie de pineut wordt. Stijgende kinderarmo­ede, het was één dag nieuws.

Ive Marx is hoogleraar (UAntwerpen) en doceert vooral in de opleiding sociaaleco­nomische wetenschap­pen. Wekelijks komt op dinsdag een gezaghebbe­nde econoom aan het woord.

 ?? VAN KAPITAAL BELANG ??
VAN KAPITAAL BELANG

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium