De regering-Michel voerde in 2015 en 2016 samen voor 9 miljard euro aan besparingen en nieuwe belastingen door. Maar ondertussen verbeterde de begroting slechts met 600 miljoen euro. Aangezien niemand in de regering precies kon zeggen waar al die miljarde
CHRISTOF VANSCHOUBROEK ILLUSTRATIES RHONALD BLOMMESTIJN Waar is de regering met ons geld naartoe? Het lijkt een simpele vraag. Toch? ‘Geen idee hoe ik daaraan zou moeten beginnen’, zegt een absolute begrotingsspecialist die liever anoniem blijft. ‘Wij kijken naar die begroting in andere stramienen. Hoe het tekort evolueert in functie van het bruto binnenlands product bijvoorbeeld.’ Een andere specialist: ‘Om die vraag helemaal sluitend te beantwoorden, zou een groep heel slimme mensen daar enkele weken op moeten studeren, en dan nog.’
Dan maar aankloppen bij het kabinet van minister van Begroting Sophie Wilmès (MR). Als enige reactie op onze vraag krijgen we een mail met daarin de klassieke open deuren, zoals dat deze regering zodanig hervormt dat de voorspellingen over inkomsten en uitgaven onzekerder zijn.
De burger verdient een preciezer antwoord. Net omdat deze regering zou doen wat de vorige hebben nagelaten: de boekhouding op orde krijgen. Maar na elke begrotingsopmaak en -controle blijkt al snel dat de rekening toch weer niet klopt. Waarom dan die indexsprong, hogere btw, accijnzen en roerende voorheffing, strengere regels voor werkloosheidsuitkeringen en brugpensioen, en miljardenbesparingen in de sociale zekerheid en op de overheid?
Premier Charles Michel (MR) heeft in de afgelopen twee jaar voor 9 miljard euro aan maatregelen aangekondigd. Toch is hij amper opgeschoten met zijn begroting. De officiële doelstelling is nog altijd om in 2018 structureel uit de rode cijfers te raken, maar de regering kijkt nog altijd aan tegen een structureel tekort van 2,07 procent van het bruto binnenlands product. In 2014, toen Michel in oktober de fakkel overnam van Di Rupo, was dat 2,2 procent van het bbp. Het nettoresultaat? Een verbetering van 0,13 procent of 600 miljoen euro. ‘ De begrotingsindicatoren staan op rood’, verklaarden vertegenwoordigers bij de Europese Commissie dinsdag nog in het parlement. Een blamage.
De Standaard probeerde na te gaan waar die andere 8,4 miljard euro effectief naartoe is. Een sluitend antwoord op die vraag bleek uiteindelijk niemand te kunnen of te willen geven. Begrotingsspecialisten binnen en buiten de politiek werden aan de mouw getrokken. Dat leverde veel puzzelstukjes op, maar nooit de volledige puzzel. Toch gaven al die gesprekken en het doorploegen van de begrotingen, notificaties en Europese rapporten wel degelijk aan hoe 8,4 miljard euro kon weglekken uit de begroting.