Steeds sneller steeds meer informatie verwerken, te midden een zee van aantrekkelijke afleidingen, het is voor velen onbegonnen werk. Hoe hou je bij die ‘information overload’ het hoofd koel, laverend tussen de studieboeken en de smartphone?
PETER VANTYGHEM ILLUSTRATIE STEPHANIE VERBRAEKEL ‘Waarom kan ik, wanneer ik een tekst lees, die zo moeilijk onthouden?’
‘Hoe kan ik maken dat ik minder afgeleid word, wanneer ik studeer?’
In het Utrechtse Marinus Ruppertgebouw vuren de studenten hun vragen af op docente Michelle Vonk, die hen een study boost geeft. De antwoorden komen snel en eenduidig. ‘ Als je leest, hoef je nog niet te onthouden. Dat zijn verschillende dingen.’ En wat die afleiding betreft: ‘Ligt dat niet aan je intrinsieke motivatie?’
Het zijn geen onverwachte vragen voor UseClark. Al twaalf jaar biedt het bedrijf cursussen aan in informatieopname, focussen, mindmappen en geheugentraining. ‘De meeste van onze klanten uit het onderwijs en de bedrijfswereld lezen te lang, zijn te snel afgeleid en verwerken de informatie moeilijk’, zegt oprichter en neuropsycholoog Mark Tigchelaar. ‘Ze willen wel info opnemen, maar kunnen niet meer. Ik zie daarin een modern analfabetisme.’
Studenten moeten vandaag veel meer informatie verwerken dan 20 jaar geleden. Westerse academici zien de berg vakliteratuur jaarlijks met 9 procent groeien. De gemiddelde Amerikaan verwerkt dagelijks 34 gigabyte informatie. Zulke alarmerende cijfers duiken al jaren op en inspireerden menig pessimist om er verlies in te zien: de ‘ information overload’ maakt ons oppervlakkiger en dommer.
‘Vroeger’, haalt Michelle Vonk een Harvard-onderzoek aan, ‘bedroeg de aandachtsspanne van de mens 12 seconden. Nu nog 8. Die van de goudvis is 9 seconden.’ De moraal: er is werk aan de winkel voor de studenten om de goudvis weer achter zich te laten.
Ook aan de Vlaamse universiteiten hebben zich de jongste maanden honderden studenten gemeld met de vraag om advies bij het studeren. ‘ Hun grootste probleem is dat ze studeren zonder te weten wat de bedoeling van een stuk informatie is’, zei UGent-psychologe Annick Eelbode (DS 1 december). ‘Alles gaat snel. We maken het onszelf moeilijk.’
‘We belemmeren onszelf’, benadrukt Mark Tigchelaar. ‘Als je te veel activiteiten tegelijk doet, zakt je productiviteit met 40 procent. Veel factoren, zoals een drukke levensstijl en het online zijn, maken kennisverwerving onnodig zwaar. Mensen zwemmen tegen de stroom in en verspillen energie die ons brein, dat 20 procent van onze energie verbruikt, nodig heeft.’
‘Online life’, de roepnaam voor ons gebruik van sociale media, internet, laptops en smartphones, wordt vandaag het vaakst met de vinger gewezen. Vooral de impact op het ‘multitasken’ wordt met kritische ogen gevolgd. ‘Als je twee dingen tegelijk doet, verlies je op cognitief vlak aan efficiëntie’, waarschuwt cognitief psycholoog Wouter Duyck. ‘Maar is een openstaande mailbox, terwijl je studeert, zo’n tweede activiteit?’
Hij denkt van wel: er is efficiëntieverlies. Eelbode vindt van niet, zolang de student de focus zelf maar kan kiezen.
De meningen over de effecten van ‘online life’ op het brein staan vaak fors tegenover elkaar, omdat
In Utrecht kiest de docent resoluut voor de heropvoeding. Hoe adequaat te noteren in een les? Hoe efficiënt te lezen? De vragen van de studenten lijken die van beginners en vaak toch die van iedereen.
‘Studerend lezen is erg lastig’, legt Michelle de jongeren uit. ‘Lees eerst een stuk tekst. Vat het dan samen. Onthouden is voor nog later. Wanneer je maar één taak uitvoert, kan de hele breincapaciteit zich daarop focussen.’
Er is immers veel informatie, we worden makkelijk afgeleid en 70 procent van wat we lezen, vergeten we binnen één dag. Ik leer hoe ik mijn oogspieren dagelijks kan trainen, hoe ik geconcentreerder en ook wat sneller kan lezen door met mijn balpen langs de regel te glijden, en waarom ‘ singletasken’ te verkiezen is boven ‘multitasken’.
Tussendoor geeft Vonk allerlei breintips. Papier vergt minder leesinspanning dan het scherm: het brein raakt sneller vermoeid door het blauwe licht, scrollen heeft een vertragende invloed en verandert het tekstbeeld constant. ‘En je begrijpt de informatie beter, als je er eerst een preview van doet, bijvoorbeeld door de inhoudstafel te bestuderen.’
Annick Eelbode vindt dat de Hollandse aanpak te veel op ‘trukjes’ steunt. ‘ Zo geef je de studenten de indruk dat ze het niet vanuit zichzelf moeten aanpakken, maar dat ze kunnen terugvallen op losse technieken van buitenaf. Daarmee los je geen studieprobleem op. De focus op de inhoud blijft cruciaal.’
Het Gentse studeeradvies bouwt minder op een neurowetenschappelijke dan op een psychologische visie, maar in de grond delen beide veel inzichten.