Wat als... de NVA de regering zou opblazen?
Het zijn lastige tijden voor politicologen. De ene na de andere wetmatigheid sneuvelt. De handboeken moeten voortdurend worden herschreven.
Daarin lazen we bijvoorbeeld het volgende: in een meerderheidssysteem zoals het Amerikaanse kun je enkel winnen met een gematigd programma. Wie zich te radicaal profileert maakt geen schijn van kans. Kijk maar naar de Republikein Goldwater in 1964 en de Democraat McGovern in 1972. Donald Trump zou zijn toon moeten matigen na de voorverkiezingen. Of het zou een pijnlijke afgang worden. Maar Trump bleef tot op het laatst zijn radicale en grofgebekte zelf. En hij won. We zijn een politicologische zekerheid armer.
Of neem de Brexit. Als puntje bij paaltje komt heeft de kiezer schrik voor revolutionaire veranderingen, dachten we. De Brexit was de ultieme sprong in het duister. Daarvoor zou de kiezer ongetwijfeld passen. Maar zie, hij maakte de sprong toch.
Lokale verkiezingen blijven altijd lokale verkiezingen, verkondigden we lange tijd. De impact daarop van de nationale politiek is al met al beperkt. Tot de N-VA in 2012 de lokale verkiezingen won na een bijna presidentiële campagne van Bart De Wever in heel Vlaanderen. Vanuit het niets werden opeens hele drommen N-VA’ers in de gemeenteraden gekatapulteerd. Lokale verkiezingen bleken toch niet zo lokaal.
En wat dacht je van de volgende wet: ideologisch homogeen samengestelde regeringen zijn het meest daadkrachtig. Je zou eens wat zien als er (om Bart De Wever te citeren) een ‘logische’ rechtse meerderheid gevormd zou worden. Vandaag krijg je stilaan de indruk dat de heterogene monstercoalitie van Di Rupo (PS) meer slagkracht had dan de homogene regering-Michel.
Nog zoiets: België kon niet efficient worden bestuurd omdat er te veel verkiezingen waren. De politici waren constant verlamd door kieskoorts. Conform deze wijsheid werd het aantal verkiezingsmomenten drastisch gereduceerd. Vanaf 2014 konden politici genieten van een nooit geziene luxe: vijf jaar zonder federale of regionale verkiezingen. Nu zouden ze in alle rust, zonder de hete adem van de kiezer in de nek te voelen, de moeilijkste knopen kunnen doorhakken. Alleen hebben we daar nog niet veel van gemerkt. Kieskoorts is gewoon vervangen door peilingskoorts. En die is nauwelijks minder verlammend.
Al die wetten en wijsheden werden ingehaald door de politieke realiteit. Dat is niet prettig voor ons, politicologen. Maar gelukkig zijn we ervan af als we onze cursus hier en daar aanpassen. Voor politici is het wegvallen van die zekerheden veel erger. Want zij haten onvoorspelbaarheid. En vandaag lijkt alles op losse schroeven te staan. Het is een en al chaos en volatiliteit. Dat doet denken aan de beurs. Er zijn geen goede huisvader-aandelen meer. Veilige beleggingen brengen niets op. Om enig rendement te halen, moet je lef hebben. Leep inspelen op de volatiliteit en grote risico’s nemen, dat is de boodschap.
In de politiek is het net zo. Braaf volgens het boekje spelen volstaat niet meer om te winnen. Je moet stoutmoedige maar risicovolle zetten doen. Je moet de gevestigde wijsheden tarten. Je moet contra-intuïtief denken en handelen. De onverwachte zet van CD&V om Kris Peeters naar Antwerpen te halen past mooi in dit plaatje. Dit is gedoemd om te mislukken, luidt het unisono. Lokale kiezers lusten geen importproducten. Best mogelijk. Tenzij dit alweer een wet is die op sneuvelen staat. Vorig weekend was er dan dat andere verrassende manoeuvre van CD&V: de partij gaat ogenschijnlijk de neo-unitaire toer op. Daar zijn in Vlaanderen geen stemmen mee te halen, is mijn spontane reflex. Tenzij ook dat een wetmatigheid is die niet meer opgaat.
Welke gevestigde zekerheden kunnen de partijen nog zoal met voeten treden? De Vlamingen willen evolutie in de plaats van revolutie. Met Vlaamse onafhankelijkheid win je geen kiezers. Klinkt evident. Maar stel je eens voor dat Bart De Wever en Peter De Roover hun retorische talenten zouden bundelen om de onafhankelijkheidsgedachte te promoten. Zouden we dan niet opnieuw een gevestigde wijsheid, Brexit- en Trump-gewijs, in de prullenmand mogen gooien?
En dan is er nog die ultieme politieke wet: wie breekt, betaalt. Wie de regering doet vallen, verliest de verkiezingen. Het is bij de gratie van die wet dat Michel I overeind blijft. Want niemand durft het aan om de stekker uit te trekken. En de partijen weten dat ook van elkaar. Ze zijn tot elkaar veroordeeld. Ze zitten in een wederzijdse houdgreep, die wel eens een wurggreep zou kunnen worden. Die patstelling dreigt nog meer dan