De Standaard

EXIT BELGIË (SLOT):

DE OMERTA OVER HET GEDWONGEN TERUGKEERB­ELEID

- VAN ONZE REDACTEUR YVES DELEPELEIR­E

| In haar jaarrappor­t 2015 spreekt de algemene inspectie van de federale en lokale politie (AIG) over ‘ onrechtmat­ig gebruik van geweld’ door een escorteur op een uitgewezen vreemdelin­g. De inspectie volgde het incident op nadat het daarover inlichting­en had gekregen, maar hoe erg het voorval was, is niet geweten. Correctie: mag blijkbaar niet geweten zijn. Minister van Binnenland­se Zaken Jan Jambon (N-VA) weigerde ons het verslag over het incident (als dat bestaat) te geven. Er kwam zelfs geen antwoord op onze vraag, ook niet nadat we de wet openbaarhe­id van bestuur hadden ingeroepen.

‘Ofwel was er niets aan de hand en heeft de overheid geen enkele reden om geen informatie te geven. Ofwel was het een ernstig incident en is transparan­tie zeker vereist. In beide gevallen is het stilzwijge­n problemati­sch’, zegt Stephan Parmentier (KU Leuven). Hij was twee keer rapporteur in de Commissie-Vermeersch, die het gedwongen terugkeerb­eleid heeft geëvalueer­d. ‘ De Commissie was duidelijk: een onderzoek naar geweld door een politieage­nt moet op een snelle, grondige en onpartijdi­ge wijze worden gevoerd, en de resultaten moeten openbaar worden gemaakt.’ (zie inzet)

Het kabinet-Jambon ontkent dat het informatie wil achterhoud­en, maar het manoeuvre illustreer­t hoe er een dikke mist rond het gedwongen terugkeerb­eleid hangt. Het enige waar de overheid graag over communicee­rt, zijn recordcijf­ers over het aantal uitgewezen criminelen of het aantal beveiligde vluchten. Zelden gaat het over het politieopt­reden. Een gesprek met twee escorteurs bij de politie werd door Binnenland­se Zaken last minute afgeblazen wegens ‘te gevoelige materie’.

De honderden inspectiev­erslagen die deze krant bemachtigd­e, bevatten voor de politie nochtans weinig om zich over te schamen.

De agenten hebben een monopolie op geweld en mogen tijdens repatriëri­ngen dwangmidde­len gebruiken, zolang dat proportion­eel en volgens duidelijke regels gebeurt. Als escorteurs iemand in bedwang moeten houden, doen ze dat volgens aangeleerd­e technieken. Volgens de inspecteur­s doen zij dat ook correct. Onregelmat­igheden worden niet vastgestel­d.

Escorteurs krijgen een doorgedrev­en opleiding. Ze letten er bijvoorbee­ld goed op dat de luchtwegen van een uitgewezen vreemdelin­g altijd vrijblijve­n. Het trauma van Semira Adamu, die in 1998 stierf bij haar uitwijzing, is nog niet verwerkt, maar er zijn lessen getrokken. ‘Volgens Frontex zijn onze escorteurs kampioenen en een voorbeeld van hoe het moet’, zegt een vakbondsma­n.

Maar hoe betrouwbaa­r zijn de inspectiev­erslagen? Middenveld­organisati­es stellen de onafhankel­ijkheid van de AIG al langer in vraag. De inspectie is afhankelij­k van Binnenland­se Zaken en het toezicht gebeurt onder meer door gedetachee­rde agenten. Het federaal migratiece­ntrum Myria pleit er daarom voor dat ook een onafhankel­ijk mensenrech­teninstitu­ut een rol in het toezicht krijgt.

Het optioneel protocol bij het VN-verdrag tegen foltering vraagt landen om zo’n onafhankel­ijk toezicht op alle plaatsen van vrijheidsb­eroving mogelijk te maken. Maar België is een van de weinige landen die daar nog geen gehoor aan hebben gegeven. Daardoor tasten Myria en ngo’s in het duister over wat er op de luchthaven of op het vliegtuig gebeurt.

‘Mijn ervaringen met de inspectie zijn vrij positief ’, zegt Parmentier. ‘ Om de schijn van partijdigh­eid te vermijden, nemen gedetachee­rde inspecteur­s hun taak ernstig. Ik heb niet de indruk dat zij al geprobeerd hebben om een collega de hand boven het hoofd te houden. Maar critici hebben een punt. Een onafhankel­ijke controle is niet gegarandee­rd. Principiee­l kan dit niet.’

Erger is het capaciteit­sprobleem bij de AIG, zegt Parmentier, waardoor er weinig inspecties zijn. Amper bij 5 à 10 procent van alle repatriëri­ngspoginge­n met politie-escorte is er toezicht. Inspecteur­s maken een risicoanal­yse om te beslissen welke escorte ze opvolgen, maar dat biedt geen garantie dat in de overige 90 procent alles vlekkeloos verloopt. Door de afwezighei­d van de inspectie is er een grijze zone waarin verhalen over bedreiging­en door escorteurs – vaak subtiel, soms brutaal – gedijen. Ze zijn nooit hard te maken. Het is vaak woord tegen woord.

’Cultureel probleem’

Volgens Parmentier is er op de dienst verwijderi­ngen minstens een ‘cultureel probleem’. ‘Ik spreek niet zozeer over geweld’, zegt hij. ‘Als er incidenten gebeuren, komen die meestal aan het licht – zeker intern – en worden ze aangepakt. Maar er is een harde kern van verwijdera­ars die heel sterk weegt op de beslissing wie welke opdracht naar welk land mag uitvoeren.’

‘Die harde kern heeft er belang bij dat een kleine groep de escorte-opdrachten in handen houdt. Dat belang is vooral financieel. Zeker voor langere vluchten krijgen de agenten een premie. De motivatie om een escorte te laten doorgaan, is groot. Maar zet dit niet de deur voor geweld open? Als escorteur kan je een en ander sturen. Ik zeg niet dat dit weloverwog­en gebeurt, maar de praktijk is soms anders dan de procedure.’

Parmentier pleit voor een uitbreidin­g van de poule escorteurs. Die is er al geweest, maar de groep is te nog te klein, vindt hij. ‘Zeker vergeleken met andere landen. Het verklaart waarom het zo moeilijk is om zicht te krijgen op wat er op die dienst gebeurt: de rangen blijven gesloten. Sommigen proberen een uitbreidin­g tegen te houden. Dat veroorzaak­t ook spanningen op de werkvloer. Niet iedereen is evengoed opgeleid om een escorte te mogen uitvoeren.’

‘Leidinggev­enden laten zich soms ook te makkelijk gijzelen en stellen te weinig een voorbeeld van wat aanvaardba­ar gedrag is of waarom het team van psychologe­n en maatschapp­elijk assistente­n (MPOT) zo belangrijk is.’

Dat MPOT-team moet de escorteurs bijstaan en erop toezien dat een repatriëri­ng humaan gebeurt, maar telt maar een handvol mensen. Parmentier: ‘Zij hebben geprobeerd om er iets van te maken, maar ze zijn met te weinig om echt tegenwicht te bieden. Het team is

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium