De Standaard

Barack Obama heeft als president één cruciale fout gemaakt, schrijft Hij redde de banken, maar niet de armen, de zwarten en de jongeren. Hoe Barack Obama het pad effende voor Donald Trump

-

Er zijn plannen om een herdenking­smunt van 24 karaat goud te slaan waarop de dame van het Vrijheidsb­eeld afgebeeld wordt als een zwarte Amerikaans­e. Rondom haar met goud versierde profiel met dikke lippen en haarvlecht­en die in een knot samengebon­den zijn, staan de woorden ‘liberty’ en ‘in God we trust’. ‘Terwijl dit land verder blijft evolueren’, zei Elisa Basnight, directrice van de nationale bank, ‘gebeurt hetzelfde met de afbeelding van het Vrijheidsb­eeld.’

Helaas evolueert die afbeelding veel sneller dan het land. De munt is 100 dollar waard; in 2010 werd het gemiddelde nettovermo­gen van een kleurlinge geschat op amper 5 dollar. Zwarte vrouwen verdienen 65 percent van wat een blanke man verdient – die kloof is nog net zo groot als twintig jaar geleden. De nationale bank heeft een munt gemaakt als eerbetoon aan net die vrouwen van wie de meesten onder hen ze niet eens kunnen betalen – want de economie genereert slecht betaalde banen die hen vrijheid zonder gelijkheid opleveren.

De voorbije acht jaar hebben de Amerikaans­e progressie­ven zich te goed gedaan aan symbolisme. Een aanzienlij­k deel van de bevolking, onder wie ook de aanhangers van Barack Obama, had een beter gevoel over het land, ook al waren ze er zelf op achteruitg­egaan. De jonge, aantrekkel­ijke, intacte, integere zwarte familie in het Witte Huis belichaamd­e een hoopvolle toekomst voor Amerika en ver daarbuiten. Het zijn fotogeniek­e kleurlinge­n die er in zwart-wit zelfs nog beter uitzagen, ze waren chic zonder opzichtig te zijn. Met hun verhalen over persoonlij­ke groei zonder privileges bouwden ze aan een Camelot zonder kasteel: ze gaven de indruk dat alles mogelijk was in een periode van economisch­e stilstand, sociale inertie en politieke onzekerhei­d.

Veel progressie­ven zullen rouwen om wat voorbij is. Ze zullen nog altijd niet kunnen geloven wat er gebeurd is en hun diepe bezorgdhei­d uitdrukken over wat er ons te wachten staat. Het is een grote sprong – in politiek, retorisch en esthetisch opzicht – van een koffiekleu­rige, respectvol­le intellectu­eel naar een zonnebankb­ruine, vrouwonvri­endelijke patser.

Maar we moeten beseffen dat er een verband is tussen het ‘nieuwe normaal’ en de oude gang van zaken, anders blijft het verzet in het Trumptijdp­erk beperkt tot grapjes op Twitter die aangedreve­n worden door machteloze woede en bedorven nostalgie. Deze overgang is niet enkel een kwestie van opvolging – een slechte president die na een goede president komt – maar ook van gevolgen: afgrijseli­jke plannen die mogelijk gemaakt zijn door de mislukking van zijn voorganger.

Het ligt voor de hand dat de progressie­ven Trump verachten. Hij is een lichtgeraa­kte oplichter, een bullebak, een fanaticus, iemand die opschept over seksuele aanranding. Het vraagt weinig moeite om hem aan te vallen op zijn intenties. Daarom is het ook zo moeilijk te begrijpen waarom hij zo veel mensen aanspreekt. Op dezelfde manier ligt het voor de hand dat de progressie­ven dol zijn op Obama. Hij is evenwichti­g, zorgzaam, slim en welbespraa­kt – en hij heeft een paar goede dingen gedaan. Daarom is het zo moeilijk voor de progressie­ven om een principiël­e en geloofwaar­dige analyse van zijn presidents­chap op te stellen.

We kunnen Obama Trump niet verwijten. Het waren de Republikei­nen die hem genomineer­d hebben en die hem voorlopig zijn zin geven. En toch zou het oneerlijk zijn te beweren dat Trump opgestaan is vanuit een vacuüm dat geen verband houdt met de voorbije acht jaar.

Dat verband is voor een stuk bepaald door wie Obama is: een zwarte man met een afvallige moslimvade­r uit Kenia. Die combinatie van identiteit­en was koren op de molen van een steeds schriller klinkende vleugel van de Republikei­nse partij in een periode van oorlog, migratie en rassenrell­en. Trump heeft racisme niet uitgevonde­n. Raciale provocatie is inderdaad al meer dan vijftig jaar een pijler van de strategie van de Republikei­nse partij.

De rol van racisme mag niet gebagatell­iseerd worden, maar je zou kunnen aantonen dat de impact ervan overdreven kan worden. Trump heeft duidelijk de bestaande racisten aangemoedi­gd, maar het is niet bewezen dat er door hem nieuwe zijn bijgekomen.

Er bestaat echter een dieper verband tussen de opkomst van Trump en wat Obama verwezenli­jkt heeft – of beter, niet verwezenli­jkt heeft – op economisch vlak. Hij is in het Witte Huis beland tijdens een economisch­e crisis waarbij de Democratis­che meerderhei­d in de beide Huizen het onderspit delfde, net zoals de banken. Obama moest kiezen of hij de financiële wereld zou vrijwaren of voluit voor verreikend­e hervorming­en zou gaan die in het belang waren van de mensen die op hem gestemd hadden. Hij koos voor het eerste.

Toen hij nog maar een paar maanden ver was in zijn eerste ambtstermi­jn, belegde hij een vergaderin­g met bankdirect­eurs. ‘De president heeft ons op een bijzonder kwetsbaar moment getroffen’, zei een van hen tegen Ron Suskind in zijn boek Con- fidence men. ‘Hij had ons toen zowat alles kunnen vragen en wij hadden dat gewoon geslikt. Maar dat heeft hij niet gedaan – hij wilde ons vooral helpen en het protest de kop indrukken.’ Mensen verloren hun huis, terwijl de bankiers hun bonus bleven incasseren en de banken winst bleven maken.

Het is geen verrassing dat dat niet in goede aarde viel. Drie jaar ver in Obama’s eerste ambtstermi­jn wilde 58 percent van de bevolking – onder wie een overduidel­ijke meerderhei­d van Democraten en onafhankel­ijken – dat de regering zou helpen om de inbeslagna­mes van woningen tegen te houden. Timothy Geithner, minister van Financiën, deed het tegenoverg­estelde en voerde een programma in om de banken met man en macht uit de nood te helpen.

Toen Hillary Clinton dus de derde ambtstermi­jn van Obama wilde overnemen, was het probleem niet enkel een gebrek aan verbeeldin­g. Nee, zijn eerste twee ambtstermi­jnen hadden hun belofte niet waargemaak­t.

Vorige week zei 56 percent van de Amerikanen dat het land onder Obama achteruit was gegaan of dat er niets veranderd was op het economisch­e vlak, terwijl 48 percent zei dat de kloof tussen arm en rijk groter geworden was – slechts 14 percent zei dat daar verbeterin­g merkbaar was. Dat was de Obamacoali­tie – zwarten, jongeren en armen – die in november niet gestemd heeft, waardoor Trump de overwinnin­g kon behalen. De mensen van wie de verwachtin­gen niet vervuld werden: mensen die eerder naar een stembureau zullen trekken omdat ze naar een betere toekomst uitkijken dan omdat ze meer onheil in de toekomst vrezen.

Uiteraard zal het kabinet van Trump niet beter presteren, ze zullen het hoogstwaar­schijnlijk nog veel slechter doen. En zelfs nu we aanvechten of het ‘nieuwe normaal’ wel zo legitiem is, mogen we niet doen alsof het iets vervangt wat wel populair en doeltreffe­nd was. Wat vroeger normaal was, werkte niet. Het voorbarige heimwee naar de Obama’s in het Witte Huis is geen verlangen naar het beleid van Obama.

Iedereen die de nieuwe munt in zijn bezit heeft, zal je zeggen dat er een verschil is tussen dingen die er anders uitzien, maar je een goed gevoel geven en dingen die een verschil maken en ook echt iets goeds doen. Symbolen mogen niet afgewezen worden omdat ze onwerkelij­k zouden zijn, maar ze mogen ook niet verward worden met de werkelijkh­eid.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium