De strijd tussen boeren en natuur is niet nieuw. Maar als de inzet een kleinschalige biologische kippenkwekerij met een appelboomgaard is, lijkt de strijd onbegrijpelijk.
INGE GHIJS
| Aan de rand van een 400 ha groot akkerland, ingeklemd tussen de E40 en de spoorlijn Tienen-Leuven, staan hoge balen stro, met een spandoek. Daarop staat een kippenstal afgebeeld, en de tekst ‘ Waar mogen wij nog boeren?’. Hier wil landbouwer Maarten van Schoonbeek een biologische kippenstal bouwen. Kleinschalig, voor 4.800 kippen – een industriële kippenstal heeft makkelijk 100.000 kippen.
Het is de bedoeling van Van Schoonbeek om via de korte keten te verkopen. De stal is omgeven door een biologische appelboomgaard. Dat zijn twee vliegen in één klap: de kippen, die buiten moeten kunnen scharrelen, hebben behoefte aan beschutting. En de kippen eten de larven van een rups die appelbomen teistert. En pesticiden zijn uit den boze. ‘Hier in het Leuvense is veel vraag naar bio’, zegt van Schoonbeek. ‘En het voer voor de kippen verbouw ik zelf. Zo sluit ik de cirkel.’
Maar Van Schoonbeek kreeg geen bouwvergunning van de ge- meente. Die kreeg hij wel toen hij in beroep ging bij de Deputatie van Vlaams-Brabant. Daarop botste Van Schoonbeek op de bezwaren van Natuurpunt Bierbeek en Oost-Brabant.
‘Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan laat bouwen niet toe op die plek’, argumenteert Hugo Abts, voorzitter van Natuurpunt Oost-Brabant. Hij ging in beroep tegen de milieuvergunning bij de Raad van State en tegen de bouwvergunning bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. ‘We moeten de open ruimte beschermen. Bovendien zal de weg langs het terrein deel uitmaken van een aan te leggen fietssnelweg. Als daar zwaar landbouwtransport langskomt, wordt dat onveilig.’
‘Onbegrijpelijk’, vindt Van Schoonbeek. ‘Het gaat om drie transporten per maand. Het is een kleinschalig biobedrijf met streekeigen beplanting. Wat wil men nog meer?’
Maarten stapte tien jaar geleden in het landbouwbedrijf van zijn vader, net als zijn broer Vincent. Een gemengd bedrijf van akkerbouw, groenten en rundvee. Maar om rendabel te zijn voor drie gezinnen moest het bedrijf uit- breiden. Maarten Van Schoonbeek verhuisde in 2010 met het rundvee enkele kilometers verderop. ‘Ik zag hier mijn toekomst, maar vier jaar later kreeg ik een oranje PAS-brief (veehouderijbedrijven die te veel stikstof uitstoten mogen bij een oranje brief niet meer uitbreiden, red.). Dus moest ik op zoek naar iets anders. Vlakbij hebben we een groot stuk akkerland, het leek me de ideale plek. Een gemengd bedrijf is de toekomst in landbouw, want diversifiëren is belangrijk om het risico te spreiden. En bio is een tak in de landbouw die erbij hoort.’
‘Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) waar Abts van Natuurpunt naar verwijst, is geen argument, want in het GRS staat dat er hoeves in agrarisch gebied mogelijk zijn’, zegt de sche- pen van Landbouw in Bierbeek, Jan Van der Velpen (CD&V). ‘Maar we hebben de bouwvergunning om andere redenen afgewezen. Onder meer omdat de stal de schoonheidswaarde van het landschap aantast.’ Ook de ambtenaar van de dienst Stedenbouw gaf een negatief advies.
De omgeving is schilderachtig, met veel holle wegen. Maar uitgerekend op de plek waar de stal zal komen, gaat het om een groot veld van monotoon akkerland. Niet bepaald het landschap dat Natuurpunt als ‘waardevolle natuur’ beschouwt.
De locatie ligt in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, zoals veel landbouwgebied. Wettelijk betekent dat dat er wel gebouwd mag worden als er rekening wordt gehouden met de schoonheidswaarde van het landschap. Daar knelt het schoentje. Voor Van Schoonbeek, maar ook voor andere landbouwers die in waardevol agrarisch gebied gelegen zijn. ‘De overheid die een ver-