Zelfs als er geen ongelukken gebeuren, is het nodig dat de overheid veel transparanter is over het gedwongen terugkeerbeleid, zegt
Etienne Vermeersch.
YVES DELEPELEIRE Moraalfilosoof Etienne Vermeersch (UGent) gaf zijn naam aan de twee commissies die na de dood van de Nigeriaanse Semira Adamu in 1998 het gedwongen terugkeerbeleid evalueerden en aanbevelingen formuleerden. Sindsdien verloopt de gedwongen terugkeer van vreemdelingen volgens een stappenplan. Dat komt erop neer dat de politie alleen binnen welomschreven beperkingen dwang mag gebruiken.
‘Ik heb mij destijds geboeid naar het vliegtuig laten brengen om te ervaren wat zo’n repatriëring inhoudt’, zegt Vermeersch. ‘Ik heb ook gezien hoe hevig uitgewezen mensen zich soms verzetten.’ De opdracht liet zo’n diepe indruk op hem na, dat hij er de jongste jaren liever niet meer op terugkwam.
Na de reeks ‘ Exit België’ in De Standaard wil hij dat wel. ‘Een relevant werkstuk waar ik u dankbaar voor ben’, zegt hij. ‘Wat u schrijft over de omerta en het gebrek aan transparantie, is waar. Ik heb dingen gelezen die ik nog niet wist.’ Maar eerst moet Vermeersch iets anders van het hart.
‘Ik vind het niet correct om te zeggen dat gezinnen met militaire vluchten worden teruggestuurd. Het gaat om beveiligde vluchten met toestellen die eigendom zijn van de luchtmacht, maar er is niets militairs aan die type vliegtuigen. De begeleiding aan boord gebeurt bovendien door politieagenten, niet door militairen.’
‘De commissie heeft alleszins nooit gezegd dat het niet mag. Soms gaat het niet anders.’