De Roemenen vormen sinds kort de van migranten in Brussel. ‘En we werken ons kapot, om ons te bewijzen, maar niemand ziet het.’
Grootste gemeenschap
MAARTEN GOETHALS FOTO’S BART DEWAELE Aan Brussel-Noord, een straat verwijderd van de verlichte hoerenkoten, staat de voormalige Sint-Franciscuskerk, een neogotisch gebouw dat tien jaar geleden van eigenaar veranderde: van katholieke handen ging het over in orthodoxe. Een belangrijk deel van de Roemeense gemeenschap komt er nu de zondag bijeen om te bidden.
Maar met de overdracht ging een ramp gepaard: een deel van het dak kletterde neer, samen met de gewelven. Alsof het religieuze schisma van 1054 alsnog een staartje kreeg.
‘Binnen twee jaar wil ik alles herstellen’, vertelt Patriciu Vlaicu, de priester van de kerk en altijd strak in de zwarte soutane. ‘Gelukkig zitten veel Roemenen in de bouw en kunnen mijn parochianen meteen aan de slag.’
Grapje, natuurlijk. En Vlaicu, vader van drie en de rust zelve, zegt het ook met een ironisch glimlachje. Maar het bevat toch een kern van waarheid: zonder Roemenen geen werven in Vlaanderen en Brussel, geen nieuwe straten, geen nieuwee gebouwen.
Volgens Vlaicu, maar ook andere betrokkenen uit de gemeenschap die deze krant sprak, is dat een van de belangrijke paradoxen waarmee de groep kampt: de Roemenen maken wezenlijk deel uit van de Belgische samenleving, maar krijgen niet de minste symbolische of politieke erkenning voor die inspanning.
Erger nog: aan hun identiteit kleeft een negatief imago. Wie over Roemenen spreekt, denkt al snel in termen van Roma, rondtrekkende dievenbendes, zwartwerkers, louche klusjesmannen. ‘Terwijl, om even tegengewicht te bieden aan dat beeld, alle Brusselse ziekenhuizen Roemeense dokters tellen. Bij Microsoft is het Roemeens de derde meest gesproken taal, na het Engels en het Hindi’, aldus de priester. ‘En weinig van onze kinderen eindigen de school zonder diploma.’
Een samenleving zonder Roemenen valt niet meer in te beelden, dat bewijzen ook de bevolkingsstatistieken, zeker die van Brussel. In alle negentien gemeenten van het hoofdstedelijk gewest gaat het aantal omhoog, met Anderlecht als recordhouder, met 5.580 Roemenen in 2015, komende van 195 in 2005. Ook in Koekelberg, Ganshoren, Jette en SintAgatha-Berchem stijgt de populatie sterk.
In Molenbeek vormen ze de grootste groep migranten na de Marokkanen. Roemenen komen op die manier op de derde plaats te staan van alle buitenlandse nationaliteiten, schrijft het Brussels stadsblad Bruzz begin deze week, met een toename van 729 Roemenen in 2000 naar 36.690 in 2016.
Die ‘massale intocht’ mag niet verbazen, zegt Ann Trappers, die