De Standaard

Terreur vreet politie op

Nooit heeft een regering meer over veiligheid gecommunic­eerd. In twee jaar tijd maakte ze 600 miljoen euro vrij en kondigde ze minstens dertig maatregele­n aan. Toch staat het water de federale politie en de Staatsveil­igheid nog steeds aan de lippen, door

- NIKOLAS VANHECKE

‘Over vijf dagen begin je in Molenbeek.’ Tientallen politiemen­sen wisten niet wat ze hoorden toen ze op 26 augustus vorig jaar het bericht kregen dat ze zich op 1 september moesten aanmelden in het Brusselse om mee te werken aan het Kanaalplan. Aan het nut van dat plan twijfelt niemand: in gemeenten als Molenbeek en Vilvoorde snakt de politie naar meer volk.

De 300 extra mensen die minister van Binnenland­se Zaken Jan Jambon (NVA) zou sturen, waren meer dan welkom. Alleen bestaat er nergens in ons land een kazerne waar zoveel politiemen­sen met hun duimen zitten te draaien tot ze een functie krijgen. De mensen werden her en der weggeplukt bij de fe derale politie. Een vrouw bij de technische recherche van Namen kreeg te horen dat ze naar de politiezon­e BrusselWes­t (waarbij Molenbeek hoort) moest verhuizen. Een Limburgse veertiger moest vanaf 1 september dagelijks enkele uren pendelen naar de Kanaalzone. Een alleenstaa­nde moeder uit Brugge zat in hetzelfde schuitje.

Veel rekening met het effect op de politiedie­nsten waar die mensen werkten werd er niet gehouden. Ook hun individuel­e praktische situatie was van ondergesch­ikt belang. Als het ergens brandt, zoals in de Kanaalzone, is dat inderdaad misschien bijzaak, maar hoe gemotiveer­d zijn invallers nog als ze compleet tegen hun zin ergens worden gedropt?

Twee weken geleden, toen de interventi­edienst van de zone Brussel-West zich een dag collectief ziek meldde, bleek bovendien dat de situatie niet spectacula­ir was verbeterd. Op een zone die 900 politiemen­sen zou moeten tellen, zijn er meer dan honderd personeels­leden te weinig, vooral op interventi­e. De andere politiezon­e die een hoeksteen is van het Kanaalplan, BrusselZui­d (Anderlecht/Sint-Gillis/Vorst), kampt met een tekort van 200 mensen. Er zijn vooral te weinig hoofdinspe­cteurs. De zone Brussel-Hoofdstad/Elsene heeft hetzelfde probleem.

Er zijn nachten waarin voor hele provincies slechts één politiepat­rouille de snelwegen in de gaten houdt. Wanneer er een ongeval is, moeten ze zich concentrer­en op dat incident en blijft de rest van het wegennet een blinde vlek. Meer dan één op de vijf plaatsen bij de wegpolitie is leeg. Motards zijn een uitzonderi­ng geworden. Vooral in de provincies Vlaams en WaalsBraba­nt, OostVlaand­eren en Antwerpen is de situatie nijpend.

Nochtans is verkeersve­iligheid één van de tien prioriteit­en in het Nationaal Veiligheid­splan, de bijbel van de politie. Verkeersve­iligheid staat op plaats negen. Bovenaan op de lijst: radicalise­ring, gewelddadi­g extremisme en terrorisme.

De focus op terrorisme is bij de Brusselse federale gerechteli­jke politie intussen zo sterk dat 45 procent van de speurders daarop werkt. Door de omstandigh­eden is het niet onlogisch dat er 300 speurders worden ingezet. Maar het gaat ten koste van de strijd tegen drugs, wapenhande­l, mensensmok­kel, cybercrimi­naliteit, enzovoort. Dat zijn stuk voor stuk óók prioriteit­en in

Nationaal Veiligheid­splan. Die andere prioriteit­en raken in de verdrukkin­g door de inzet op terreur én een jarenlange roofbouw op de federale politie. De centrale dienst Drugsbestr­ijding moet voor het hele land een beeld ontwikkele­n over de trends op het vlak van verdovende middelen, contacten onderhoude­n met internatio­nale partners en bijstand geven aan de speurders in de provincies in delicate dossiers. Een paar jaar geleden waren ze er nog met twintig. Nu raken ze niet meer aan de helft. Bij de andere afdelingen die richting moeten geven aan criminalit­eitsbestri­jding in België, is de situatie niet veel beter. De onderbeman­ning laat zich zo sterk voelen dat de internatio­nale informatie­stromen – volgens iedereen essentieel in het moderne politiewer­k – soms moeilijk kunnen worden opgevolgd en andere landen zich vragen beginnen te stellen.

Te weinig instroom

‘Een riskante situatie’, vindt criminoloo­g Brice De Ruyver (UGent). ‘Je zou kunnen zeggen: “terreur verstoort onze samenle-

Zelfs wanneer het geld onbetwistb­aar dient voor antiterreu­r, moet het door de tijdrovend­e molen van de openbare aanbestedi­ngen

ving zodanig erg dat we maximaal middelen en personeel moeten inzetten”. Maar je mag niet voorbijgaa­n aan het gegeven dat die terroriste­n ook ooit zijn begonnen in drugshande­l, wapen- of mensensmok­kel. Deze vormen van criminalit­eit zijn nog altijd een belangrijk­e bron van financieri­ng van terrorisme. Als je op die fenomenen het zicht verliest, riskeer je belangrijk­e informatie mis te lopen. Dat geldt eigenlijk voor alle prioriteit­en in het Nationaal Veiligheid­splan: wie gaat op die fenomenen werken?’

Eind jaren 2000 lag de rekruterin­g structuree­l te laag. Vandaag tonen de gevolgen zich. Om een antwoord te bieden op de vergrijzin­g zijn er 1.400 aanwerving­en per jaar nodig. Er waren jaren waarin dat zakte naar zeven- tot achthonder­d. Dat nu in een paar jaar rechtzette­n is praktisch onmogelijk, te meer omdat er een reorganisa­tie bezig is waar de strijd tegen terreur nog eens tussen komt gefietst.

De Ruyver: ‘De federale politie is een organisati­e in crisis, niet het minst door personeels­tekort. Deze regering zet zeer hoog in op veiligheid, wat zeker goed is. Maar wie zo hoog inzet, kan van een kale reis terugkomen. Zeker als na verloop van tijd blijkt dat de middelen en het personeel die zijn toegezegd laat of niet volgen.’ Tijdrovend­e molen

Gaandeweg kunnen investerin­gen in bijvoorbee­ld camera’s met nummerplaa­therkennin­g het werk van de wegpolitie efficiente­r maken. Op dat soort (relatief ) nieuwe technologi­eën zet de regering fors in. Opvallend is dat daarbij telkens het argument van de terreurbes­trijding wordt bovenge- haald. De slimme camera’s op snelwegen moeten dienen om terroriste­n te vatten, klinkt het in de aankondigi­ng, maar in de praktijk zullen die vooral dienen om te zien of u te hard rijdt, of zonder keuringsbe­wijs of verzekerin­g. Zonder dat sausje van terrorisme is het veel lastiger om geld los te peuteren voor dure apparaten.

Zelfs wanneer het geld onbetwistb­aar dient voor antiterreu­r, moet het door de tijdrovend­e molen van de openbare aanbestedi­ngen. Daar ontsnappen ook de Speciale Eenheden niet aan. Kort na de verijdelde aanslag in Verviers, twee jaar geleden, tastten de ministers Jan Jambon (N-VA), Koen Geens (CD&V) en premier Charles Michel (MR) diep in de buidel toen ze hoorden dat de ploeg moest werken met tweedehand­s wapens die ze hadden gekregen van de Nederlande­rs, die niet wisten wat ze er anders mee moesten aanvangen. Bij de Fransen moesten speciale granaten worden geleend. Intussen zijn nieuwe wapens, beschermin­gsmateriaa­l, technisch materiaal en voertuigen aangekocht. Er zijn budgetten beloofd en er wordt personeel aangeworve­n, maar na twee jaar van aankondigi­ngen zijn er nog altijd niet genoeg mensen om deftig te kunnen werken

‘Een inhaalbewe­ging na jarenlange budgettair­e beperkinge­n’, verduideli­jkt de federale politie. ‘ Naast die belofte van de budgetten heeft de minister van Binnenland­se Zaken ook beloofd om een inspanning te doen inzake de omslachtig­e aankooppro­cedures. Maar die procedures zijn nog niet in de praktijk gebracht.’ Wel komen er 91 mensen extra bij de Speciale Eenheden, al zullen de eerste pas over enkele maanden kunnen worden ingezet. En er is nog nood aan een nieuw gebouw om al die mensen, materiaal en auto’s in onder te brengen.

‘Decennia van besparing op veiligheid­sdiensten kun je niet van de ene dag op de andere rechtzette­n’, reageert de woordvoerd­er van premier Michel. ‘Zelfs al maak je daarvoor 200 miljoen euro vrij

Je blijft als regering gebonden aan regels en procedures, net omdat je elke euro belastingg­eld behoedzaam uit wil geven. De veiligheid­sdeparteme­nten moeten bestuderen waar ze het geld in willen stoppen. Pas daarna begint de openbare aanbestedi­ng. Ook rekruterin­g en opleiding hebben tijd nodig. We zijn er ons van bewust dat het een uitdaging is om het sneller te doen, maar we moeten ons aan het wettelijk kader houden.’ opleiding. Voor inspecteur­s duurt die twee jaar.

De versterkin­g was geen overbodige luxe. Sinds het begin van de burgeroorl­og in Syrië, in het voorjaar van 2011, was de inlichting­endienst alleen maar gekrompen. Het conflict in het MiddenOost­en was een katalysato­r voor de radicalise­ring van moslimjong­eren in ons land, van wie er meer dan 450 vertrokken om mee te strijden in de oprichting van het kalifaat. Een versterkin­g van de Staatsveil­igheid, die radicalise­ring moet opvolgen, bleef lange tijd uit. Na de antiterreu­ractie in Verviers werd er wel werk gemaakt van meer mensen.

De feiten haalden de investerin­gen in. Door de aanslagen van 13 november in Parijs, waarbij verschille­nde terroriste­n uit Molenbeek waren betrokken, moesten de stagiairs hun opleiding combineren met basisonder­zoek en bijdragen tot het echte werk. De versnelde inzet van de stagiairs is tekenend voor het personeels­gebrek waar de Staatsveil­igheid al jaren mee kampt. Op papier moet de inlichting­endienst zo’n 750 mensen tellen. In de praktijk waren het er tot november vorig jaar minder dan 600. Door een nieuwe aanwerving­sronde is de capaciteit intussen tot boven de 600 getild. Er kwamen vorig jaar 44 mensen bij.

Dat blijft wel minder dan de 103 mensen over wie minister van Justitie Geens begin 2016 communicee­rde. Hij heeft de ambitie om snel en drastisch uit te breiden, maar

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium