Lastenverlaging voor oudere werknemers is weggegooid geld
Lastenverlagingen kosten bijna half miljard euro Netto-effect is zo goed als nul, zegt studie UGent ‘We kunnen maatregel best afschaffen’
| Wie een werknemer van 55 jaar of ouder in dienst houdt, krijgt een korting op de werkgeversbijdragen van minstens 600 euro per kwartaal. En wie een oudere werknemer aanneemt, krijgt bijna het dubbele.
De Vlaamse regering voerde de regeling vorig jaar in, maar een gelijkaardige regeling bestond al op federaal niveau sinds 2002. Sindsdien zijn fors meer oudere werknemers aan de slag. In 2002 werkte 26,6 procent van de mensen tussen 55 en 64 jaar. In 2015 was dat cijfer gestegen tot 44 procent. En dus zijn de miljoenen die de overheden aan de lastenverlaging uitgaf – in 2015 alleen al 460 miljoen – goed besteed?
Zo goed als nul
Helemaal niet, zeggen onderzoekers van de UGent en UCL in een studie die vandaag voorgesteld wordt. De onderzoekers volgden maar liefst 150.000 mannen, geboren tussen 1941 en 1950. Wat blijkt? ‘De maatregel had als resultaat dat de tewerkstelling bij 58-plussers met amper 0,4 procentpunt steeg’, zegt Bart Cockx, professor Arbeidseconomie aan de UGent. Bovendien valt statistisch niet uit te sluiten dat er eigenlijk géén effect was. ‘Voor de groep van oudere werknemers die anders met brugpensioen zouden vertrekken, vertraagt de lastenverlaging de uittrede uit het werk. Dit gaat echter ten koste van een versnelde uittrede van de iets jongere groep werknemers die net niet in aanmerking kwam voor een verlaging. Het netto-effect is daarom zo goed al nul.’
In de kering levert de lastenverlaging dus niets op, integendeel. Elke job voor een oudere werknemer die er bijkomt kost de maatschappij een pak meer dan die opbrengt, zo berekenen de onderzoekers.
‘We kunnen de maatregel het best afschaffen’, besluit Cockx. ‘Met die nuance dan: uit eerder onderzoek blijkt dat lastenverlagingen de werkgelegenheid kunnen aanzwengelen, maar dan moeten ze gericht zijn op de lagere lonen.’ Dat is nu niet het geval. Alleen voor de 20 procent best verdienenden geldt de lastenverlaging niet.
Vlaams minister van Werk Philippe Muyters(N-VA) is verbaasd over de conclusies. ‘Ik hoor van werkgevers steeds dat vooral de loonkosten bij 55-plussers een rem zijn op de aanwerving.’
Maar dat is net de kern van het probleem, zegt Cockx. De gemiddelde oudere werknemer kost zijn bedrijf meer dan hij opbrengt. Dat komt omdat de Belgische lonen doorgaans stijgen met de leeftijd, terwijl de productiviteit van een oudere werknemer afneemt.‘En dat probleem krijg je met de lastenverlaging niet opgelost’, zegt Cockx. ‘Tenzij de bedragen veel hoger zouden liggen, maar dan wordt de maatregel nog duurder.’
Twee oplossingen
Cockx ziet twee structurele oplossingen: de lonen van oudere werknemers verlagen of hun productiviteit opkrikken. De productiviteit kan verhoogd worden door mensen opleiding te laten volgen. Maar bedrijven moeten ook aangemoedigd worden om ervoor te zorgen dat werknemers productief blijven. Nu kiezen werkgevers te vaak ervoor om hun oudere en duurdere werknemers te laten afvloeien via brugpensioen of vervroegd pensioen.
Daarom vindt Cockx het goed dat de minimumleeftijden daarvoor opgetrokken zijn. ‘Maar dan moeten we wel in de gaten houden dat werknemers niet op een andere manier het bedrijf verlaten. Zoals we nu zien met de stijging van het aantal arbeidsongeschikten.’
Of de regeringen oor zullen hebben naar de aanbevelingen van de studie is nog maar de vraag. Wallonië en Brussel hebben de maatregel sinds de regionalisering net versterkt. En de Vlaamse regering kapselde die in haar doelgroepenbeleid in
Muyters is naar eigen zeggen ‘niet geneigd conclusies te trekken, alleen op basis van een cijfermatige benadering van de arbeidsmarkt. Zo werkt die nu eenmaal niet.’ Maar de minister van Werk noemt de studie wel een ‘interessant werkstuk’.