De Standaard

Eigen windpark, schoon windpark

Iedereen wil windmolens, maar liefst zo ver mogelijk van huis. Gelukkig komt er onder druk van het beleid eindelijk beweging in de houding van Defensie en Belgocontr­ol.

- VAN ONZE REDACTEUR WIM WINCKELMAN­S Morgen deel 3: de industrie. Volg het dossier online op Standaard.be/2030nu

| Straks verschijnt er een rij windmolens langs de E40 in Haasrode. De stad Leuven heeft een vernieuwen­de pps-constructi­e opgericht met de bedrijven Ecopower en Eneco, die een concreet voorstel mogen uitwerken om de windturbin­es te bouwen en Leuven van hernieuwba­re energie te voorzien. Tenminste als de buurtbewon­ers geen stokken in de wielen steken en Defensie geen negatief advies geeft omdat de turbines de militaire luchthaven van Bevekom dreigen te storen.

De kans dat dit gebeurt, is reeel. Tegen haast elk project wordt tegenwoord­ig een klacht ingediend. Een aantal protestgro­epen hebben hun krachten nu zelfs gebundeld in de organisati­e Leefbare Energie Vlaanderen (LEV), die op verzoek de munitie levert om de bouw van een windpark in de buurt tegen te houden.

Als dat niet lukt, is er altijd nog de luchtverke­ersleider Belgocontr­ol, Defensie of zelfs het KMI om windmolens af te blokken. Meer dan de helft van Vlaanderen valt onder een of andere luchtvaart­beperking. Vaak gaat het om erg interessan­te zones, zoals de Kust. Maar de luchtvaart­autoriteit­en zijn zeer zuinig met het afleveren van gunstige adviezen.

En minister van Omgeving Joke Schauvlieg­e (CD&V) kan van die adviezen niet afwijken. ‘Het is absoluut niet evident om een advies van Defensie te overrulen en op basis van emoties te beslissen dat de veiligheid in dat bepaalde geval niet belangrijk is’, zegt ze.

Vier jaar

Dat maakt het erg moeilijk om in Vlaanderen op tijd een grote stap vooruit te zetten, zoals Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open VLD) wil. Volgens de jongste cijfers wordt weliswaar 85 procent van de aanvragen voor windmolens vergund, maar de doorloopti­jd kan jaren duren. In de plannen van Tommelein moeten er 280 windmolens extra worden gebouwd tegen eind 2020. Dat is dus in minder dan vier jaar tijd. De doelstelli­ng halen kan alleen als de huidige obstakels worden weggewerkt, en wel zo snel mogelijk.

De Vlaamse regering is al bezig met haar deel van het werk. Windmolens worden bestemming­sneutraal, waardoor ze niet langer bij voorbaat uitgeslote­n zijn in natuurgebi­ed. De omgevingsv­ergunning moet de procedures versnel-

len, alleen steken de kinderziek­tes van het nieuwe systeem nog stokken in de wielen. De reglemente­ring, waardoor er bijvoorbee­ld altijd drie windmolens bij elkaar moeten staan, wordt opnieuw bekeken. En er is een ‘fast lane’ voor windmolens in gebieden met weinig hinder, zoals havens en bedrijvent­erreinen.

Het verzet uitschakel­en wordt een moeilijker taak. De stad Leuven zet volop in op de participat­ie van haar burgers om een lokaal draagvlak te scheppen. ‘Als straks het project concreet wordt, moet de Leuvenaar mee van de opbrengst kunnen genieten’, zegt schepen Mohammed Ridouani (SP.A). ‘Een participat­ie tot veertig procent van de Leuvenaars moet mogelijk zijn.’

Ook de meeste ontwikkela­ars van windparken hebben nu een participat­iemodel, al kunnen ze vaak niet zo sterk rekenen op de medewerkin­g van de gemeente om hun project ingang te doen vinden. Zeker de mondige en meer kapitaalkr­achtige middenklas­se willen ze over de streep trekken. Dat is de groep die protest kan ondersteun­en, dat is ook de groep, die financieel kan participer­en. Zeker nu een spaarboekj­e amper iets opbrengt.

Maar hoe moeilijk het is om omwonenden te overtuigen, weten ook de buren van Storm en Elicio, die tussen Bierbeek en Tienen een windpark willen bouwen langs de snelweg. De ontwikkela­ars speelde het zeer open en leg-

In de plannen van Tommelein moeten er 280 windmolens extra worden gebouwd tegen eind 2020

den een inplanting­splan voor aan de gemeenten en burgers, inclusief een visualisat­ie van de geluids- en schaduwimp­act.

Achteraf pasten ze hun plan aan. Van de dertig oorspronke­lijk geplande turbines bleven er nog negentien over. Van zeven daarvan werd de locatie enigszins gewijzigd. In ruil werd de hoogte van de resterende turbines opgetrokke­n van 150 naar 200 meter hoogte. Daarover wordt nog overlegd, maar de storm lijkt nog lang niet te gaan liggen. Radar

In de onderhande­lingen met de luchtvaart­autoriteit­en lijkt wél schot te komen. Na jaren van klachten over het gebrek aan medewerkin­g van Belgocontr­ol en Defensie zijn er nu eindelijk concrete onderhande­lingen gestart met Defensie, waarvan wordt gehoopt dat ze tegen het eind van het jaar resultaat opleveren.

De ceo van Belgocontr­ol, Johan Decuyper, heeft recent op een overleg met de Vlaamse administra­tie en de provincieg­ouverneurs Cathy Berx (Antwerpen) en Jozef De Witte (Vlaams-Brabant) toegezegd om één aanspreekp­unt te organisere­n en de adviezen anders aan te pakken.

Volgens minister Schauvlieg­e is het de bedoeling om voortaan meer constructi­ef naar windparken te kijken, zonder de veiligheid van het luchtverke­er in gevaar te brengen. Zelfs zouden een aantal knelpuntdo­ssiers uit het verleden opnieuw bekeken worden.

Niet alle beperkinge­n die aan windparken zijn opgelegd, zijn namelijk noodzakeli­jk om de veiligheid van het vliegverke­er te garanderen of om storingen van de radar te vermijden. Zowel Defensie als Belgocontr­ol legt vandaag beperkinge­n op die nergens voortvloei­en uit internatio­nale verplichti­ngen.

Zo beregelt Defensie vaak dat een windmolen niet hoger mag zijn dan 122 meter, omdat het laag met helikopter­s wil kunnen vliegen. Maar een windmolen van die hoogte produceert tot een derde minder stroom dan een exemplaar met een totale hoogte van 150 meter, is daardoor niet meer rendabel en wordt ook niet gebouwd.

Defensie en Belgocontr­ol zijn beide ook erg zuinig met het toe- kennen van gunstige adviezen voor windmolens op minder dan vijftien kilometer van een militaire radar. ‘Terwijl er toch technische oplossinge­n bestaan’, zegt directeur Bart Bode van de sectororga­nisatie VWEA. ‘Louter door softwareaa­npassingen krijgen we een oplossing die de veiligheid van de luchtvaart niet in gevaar brengt.’

De gevolgen zijn soms bizar. Aan de kust, de plaats bij uitstek voor windmolens, kan amper een windmolen gebouwd worden door de zone van vijftien kilometer rond de radar van Oostende. Nochtans is die radar aangepast om compatibel te zijn met windmolens, maar volgens de VWEA voldoet de radar uiteindeli­jk toch niet aan de specificat­ies, zodat windmolens in de buurt uitgeslote­n blijven.

Het gevolg is dat ook ten noorden en ten zuiden van Oostende windmolens uitgeslote­n zijn, terwijl de start- en landingsba­an oost-west is gesitueerd. De buienradar van het KMI in Jabbeke maakt de impasse compleet. Ook het KMI is bijzonder streng in zijn adviezen alsof het een luchtvaart­radar betreft, waardoor windparken in Brugge, Oostkamp en Blankenber­ge niet konden doorgaan.

Zonder wijziging in dat beleid blijven grote delen van Vlaanderen onontgonne­n terrein voor windmolenp­arken. Zonder nieuwe windparken dreigt Vlaanderen op het vlak van hernieuwba­re energie nog verder achterop te hinken.

Straks trekt minister van Energie Tommelein de boer op voor overleg met de provincies om de geschikte plaatsen voor de bouw van zijn 280 windmolens te identifice­ren, bijvoorkeu­r in de havens en bedrijvent­erreinen. Er is goede hoop op een doorbraak, zo niet zal het gevecht voor windmolens gedeelteli­jk een gevecht tegen windmolens blijven.

Van de dertig geplande turbines langs de snelweg tussen Bierbeek en Tienen blijven er na alle protest nog negentien over

 ?? © Stephanie Verbraekel ??
© Stephanie Verbraekel
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium