‘Niemand zit te wachten op Poolse propaganda’
Is de nieuwe prent van de grande dame van de Poolse cinema ‘anti-Pools’ en ‘heidens’? Zelfs een gelauwerde film wordt vandaag een politieke splijtzwam.
| Toen Polen een dik jaar geleden een scherpe bocht naar rechts nam, kreeg Agnieszka Holland (68) voortdurend de vraag wat er in godsnaam gebeurd was. ‘Ik was zelf geschokt, want mijn land was jarenlang een succesverhaal geweest.’ Tegenwoordig wordt ze in het buitenland veel minder aangesproken op de politiek in haar land. De Poolse filmlegende zwerft al jaren tussen Polen, Frankrijk en de Verenigde Staten, waar ze onder meer enkele afleveringen van de serie ‘House of Cards’ regisseerde. ‘Die driehoek voelde erg veilig, tot mijn thuishavens een voor een in politiek drijfzand terechtkwamen.’
Als we Holland in Warschau spreken, staat ze op het punt om naar Berlijn te vertrekken. Daar won ze afgelopen weekend op de Berlinale de Alfred Bauerprijs voor haar nieuwste prent ‘Pokot’. Het is een film die, zoals ze zelf zegt, veel politieker uitdraaide dan verwacht. Over vrouwen in een wereld die door narcistische en autoritaire mannen wordt bestuurd. Over de aanval op de natuur. Het werd een allegorie van de Poolse regering waar ze zelf bakken kritiek op heeft.
Anti-Pools
Vanuit Berlijn stuurde de correspondent van de Poolse publieke omroep TVP na de wereldpremière meteen een tweet de wereld in. De film was ‘heidens’, ‘antichristelijk’ en ‘anti-Pools’. Holland verwachtte niet anders. ‘De regering haat mij’. TVP, waar de regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid grote schoonmaak hield, doet ze af als ‘propaganda nog erger dan tijdens het communisme’.
En er was een precedent. Holland werd in haar lange carrière al drie keer genomineerd voor een Oscar voor beste buitenlandse film, maar greep altijd naast het beeldje. In 2015 lukte het haar collega Pawel Pawlikowski wel, met ‘Ida’. Holland: ‘De eerste Poolse Oscar, daar moest het hele land toch trots op zijn? Maar de politieke aanvallen waren ongelooflijk.’
Toen TVP de film vorig jaar met lange tanden uitzond, werd hij twaalf minuten lang ingeleid. De teneur: de film nam een loopje met de geschiedenis en had alleen maar gewonnen omdat hij het ‘voor joden opnam’. In ‘Ida’ wordt het antisemitisme van sommige Polen tijdens WO II getoond. Dat ligt gevoelig bij de huidige regering, die volgens Holland ‘de geschiedenis van het land wil herschrijven’. ‘Ik vind dat de regering de goede naam van mijn land besmeurt met haar manier van doen.’
Holland haalt uit naar de manier waarop directeurs van Poolse Instituten in het buitenland aan de kant ge- schoven werden. ‘Hetzelfde gebeurt in het theater, de literatuur en bij musea. Poolse cultuur moet vandaag nationalistisch zijn. Maar dat werkt niet. De aantrekkingskracht van de Poolse cultuur is net dat ze vol leven is, krachtig, origineel en eerlijk. Niemand zit te wachten op Poolse propaganda. Dat is totaal niet interessant.’
Contrarevolutie
En niet alleen die culturele contrarevolutie is een probleem. De Poolse regering werd al door de Europese Commissie op de vingers getikt voor de manier waarop ze de rechtsstaat lijkt uit te hollen. Met 37 procent van de stemmen haalde Recht en Rechtvaardigheid een parlementaire meerderheid. ‘Maar de partij vertegenwoordigt niet de meerderheid van het Poolse volk. Daarom vind ik dat we meer van ons moeten laten horen, op straat bijvoorbeeld.’
Holland betoogde vorig jaar al mee tegen de verdere verstrenging van de abortuswet. Met succes, want de regering trok het voorstel in. ‘Ik heb de vorige liberale premier, Donald Tusk, ook bekritiseerd.’ Die had te weinig oog voor wie na de omwenteling van 1989 uit de boot was gevallen en niet had geprofiteerd van de economische groei. ‘We hadden toen misschien al wat meer op straat moeten komen. Dat niet doen, was wellicht een vergissing. Alleen: de fouten van de vorige regering zijn niet te vergelijken met wat er nu gebeurt.’
De Poolse openbare omroep doet Agnieszka Holland af als ‘propaganda nog erger dan tijdens het communisme’