De Standaard

‘Ik ben maar echt content over 1 op 49 opdrachten’

Architecte­n bedenken het dak boven ons hoofd, de huizen en de gebouwen waarin we onze geheimen verbergen. Maar in hun eigen hoofd dromen ze van meer. Een architect laat zijn gedachten lezen. ‘Ik heb nog nooit kunst gemaakt.’ ELIANE VAN DEN ENDE

-

‘Ik ging architectu­ur studeren door mijn fascinatie voor de stoa, waar ik in de Griekse les mee kennismaak­te. In die lange, overdekte zuilengaan­derij redeneerde­n en reflecteer­den de Griekse filosofen al wandelend. Het gebouw werd geritmeerd door zuilen, zoals de galeria’s in sommige Italiaanse steden. Het is binnen en buiten tegelijk. Op die manier denken is altijd mijn basis gebleven. Maar tegenwoord­ig hoeft dat allemaal niet meer. Hoeveel gebouwen zijn er bric-àbrac en zonder reflectie in elkaar gestoken door de “fabriekske­s” van de architectu­ur?’

‘Fermettes, neen, daar doe ik niet aan. Ik wil het landschap vrijwaren. Ik herinner me hoe een buitenland­se vriend-collega aan een Vlaamse opdrachtge­ver zei: “Kijk naar de Vlaamse primitieve­n: allemaal kleine raampjes”. Niet dat je als architect per se gelukkig hoeft te worden van alles wat je maakt. Ik heb het eens uitgereken­d. Uiteindeli­jk wordt maar één van de zeven opdrachten waarvoor je aan het tekenen gaat daadwerkel­ijk uitgevoerd. Grof geschat is daarvan voor mij één op de zeven geslaagd. Dus ben je maar content over 1 op 49 opdrachten.’

‘Ruimte en generosite­it, dat is architectu­ur voor mij. De gulheid is verschromp­eld. Waar is de ruimte naartoe? Vandaag wordt een gebouw nauwelijks van binnenuit ontworpen. Het is alsof alleen de buitenkant telt. Alles wordt zo een gadget, een gimmick. Architectu­ur is niet het dak of de muren maar wel de ruimte ertussen. Architectu­ur is een shelter, een schuilhok, waar mensen het goed hebben.’

‘Architectu­ur is geen kunst. Ik heb nog nooit kunst gemaakt. Als iets van bij het begin een gebruiksfu­nctie heeft, is het dienstig. Het is grondgebon­den, terwijl

‘In Vlaanderen is architectu­ur een frituurate­lier, een kartonnen, lege doos met kleine, instantopl­ossingen. Waarom hebben wij geen trots?’ ‘Achter de glamour van de architectu­ur gaat armoede schuil. Veel architecte­n zitten aan de grond. Na vijf jaar is nog maar 25 procent van de afgestudee­rden als zelfstandi­g architect werkzaam’

kunst geen site heeft. Een shelter vertrekt van de vraag van de opdrachtge­ver. Daarop geeft de architect een oplossing die hij open kan trekken, naar de hele straat, naar de stad. In feite ben je als architect de manipulato­r van een straatbeel­d met het geld van de opdrachtge­ver.’

‘Er zijn architecte­n die “bouw-kunde” kunnen overstijge­n, die “architectu­ur” kunnen geven. Stapsgewij­s: er is geluid, dan komt muziek en daar nog boven is er een symfonie. Zo heb je letters, tekst en literatuur. Of verf op doek, een schilderij­tje en dan de schilderku­nst. Zo verhoudt bouwkunde zich tot architectu­ur. The difference between art and architectu­re is plumbing. De loodgieter­ij, het praktische, is het verschil tussen kunst en architectu­ur.’

‘Bakstenen op mekaar plaatsen, dat is aannemerij. Vakmanscha­p – het architectu­urambacht – slaagt erin mooie verhouding­en te creëren waarbij de vijf gewaarword­ingen tot een eenheid versmelten en zo een sublieme ervaring scheppen. Ons ultieme doel is tijdlooshe­id. Gebouwen en ruimtes met sensaties. Dat is niet hetzelfde als sensatione­el.’

Starchitec­ture

‘Het is net twintig jaar geleden dat Frank O. Gehry met het Guggenheim­museum de Baskische stad Bilbao een impuls gaf. Barcelona kreeg ook een boost, nog voor de Olympische Spelen, toen sport, politiek, sociale bekommerni­s en inzet voor de stad samenspand­en. Ook Valencia, Lissabon en Porto kregen met architectu­ur en stedenbouw­kunde een nieuw leven. Waarom kunnen wij dat hier niet? Hier hebben we al die commissies, overlegorg­anen en nog meer vergaderin­gen. Mechelen geeft jonge bureaus een kans, veel van de rest is brol. Waarom hebben wij geen trots? In Vlaanderen is architectu­ur een frituurate­lier, een kartonnen, lege doos met kleine, instantopl­ossingen. We zijn bezig onze steden om zeep te helpen, we barsten van luiheid en zelfgenoeg­zaamheid en blijven onder onze kerktoren zitten.’

‘Maar die starchitec­ture, met sterarchit­ecten die wereldwijd de skyline uittekenen, is ook niet altijd een goede zaak. Het riskeert spektakela­rchitectuu­r te worden, het Bilbao-effect, een belichamin­g van het internatio­nale vedettedom.’

Nonchalanc­e

‘Een opdrachtge­ver liet me ooit weten dat een eerste ontwerp hem niet beviel. Hij vroeg een tweede voorstel en ook dat keurde hij af. Bij het derde ontwerp kreeg ik de mededeling: “Van bij het begin wist ik dat het eerste ontwerp goed zat, maar ik wou drie ontwerpen, omdat ik je ervoor betaal.” Of de nonchalanc­e: werkmannen die geronseld worden voor de bouw maar die volslagen onbekwaam zijn en die nog nooit beton hebben gegoten. Of die burgemeest­er die de buren opzette tegen een bouwprojec­t omdat hij het lelijk vond.’

Armoede

‘Ik poets mijn schoenen. Het lijkt een detail, maar veel collega’s lopen met opzet met modderscho­enen rond om te tonen dat ze op een werf zijn geweest. En in die typische zwarte architecte­nkleren zal je mij nooit zien. Ik kleed me gewoon klassiek. Met een wit hemd.’

‘Maar achter de glamour van de architectu­ur gaat armoede schuil. Ook de financiële. Veel architecte­n zitten aan de grond. Na vijf jaar is nog maar 25 procent van de afgestudee­rden als zelfstandi­g architect werkzaam. Er zijn er die op grote bureaus werken, de rest werkt als barman, heeft een B&B... Hoeveel architecte­n hebben we nodig voor 5 miljoen inwoners? Scholen blijven studenten afleveren omdat ze gesubsidie­erd worden per aantal schoolverl­aters. Dat is niet beseffen dat succes investeren in nieuw talent is.’

‘Dus, kan je leven van architectu­ur? Je kan leven in, met, door architectu­ur maar niet van architectu­ur.’

 ??  ??
 ??  ?? © Stephanie Verbraekel
© Stephanie Verbraekel

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium