‘Zelfde toets voor elk kind’
Dezelfde vragen voor alle leerlingen in alle scholen. In de buurlanden is het de logica zelve. Dat kan ook in Vlaanderen, bepleiten Antwerpse academici.
| In de ons omringende landen is het gebruik van gestandaardiseerde toetsen ingeburgerd. Voor noord tot zuid, van stad tot platteland, alle kinderen krijgen om de zoveel jaar dezelfde vragen voorgeschoteld om te bepalen hoe goed ze zijn in bijvoorbeeld Nederlands of rekenen. Dat schetst dan ook een beeld van de kwaliteit van de leraar en de school. In Vlaanderen gebeurt dat veel minder.
‘Gestandaardiseerde toetsen zijn een goed idee’, concludeert een groep academici van de U-Antwerpen, ‘ als ze goed toegepast worden.’ Ze deden de studie in opdracht van het Departe- ment Onderwijs. ‘Momenteel ligt de evaluatie van leerlingen bijna volledig in handen van de leraar. Dat aanvullen met een zuiver objectieve beoordeling biedt heel wat voordelen’, zegt professor Onderwijskunde Jan Vanhoof, een van de auteurs van het rapport en het bijbehorende boek Zicht op Leerwinst.
Bij het afnemen van standaard-toetsen spelen de vooringenomenheid van de leraar of amateuristisch opgestelde vragen geen rol meer. ‘ Zo leggen leerkrachten in Nederland bij het geven van studieadvies hun eigen opinie naast die van de toets. Dan durft al eens te blijken dat de inschatting voor die leerling te laag was’, zegt Vanhoof. ‘En wordt dat advies ook naar boven bijgesteld.’
Nog een pro: ‘ Door regelmatig toetsen te organiseren, bijvoorbeeld op het einde van elke graad in het basis- en secundair onderwijs, ontstaat er een betrouwbaar beeld van de vooruitgang die iedere leerling maakt.’ Ook voor leerkrachten en scholen zijn er voordelen: ze kunnen zien hoe ze zich verhouden tot het gemiddelde.
Het openbaar maken van de resultaten van scholen lijkt Vanhoof geen goed idee. ‘Amerikaanse toestanden waarbij er ranglijsten van scholen verschijnen, daar zit niemand op te wachten.’
Interdiocesaan
Het onderwijsnet OVSG organiseert momenteel al standaardtoetsen in het zesde studiejaar. Ook gemeenschapsscholen maken daar gebruik van. Scholen bewaken er intern hun kwaliteit mee, en leerlingen krijgen feedback over hun resultaten. Het katholieke net heeft de interdiocesane proeven in het vierde en zesde studiejaar, maar die zijn beperkter van opzet en gelden maar voor een paar vakken.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) laat nu onderzoeken hoe valide en betrouwbaar die bestaande toetsen zijn. Op het einde van volgend schooljaar moet elke lagere school zo’n gevalideerde toets over minstens twee vakken afnemen in het zesde studiejaar.
Minister Crevits laat onderzoeken hoe betrouwbaar de bestaande standaardtoetsen in het zesde leerjaar zijn