De Standaard

Levensles

-

‘Het leven is geen ponykamp’ (Bouba Kabala in ‘De mol’)

Veruit de sympathiek­ste deelnemer aan De

mol ligt al na twee aflevering­en uit het spel. Dat loopt dus af met de gebruikeli­jke verbijster­de tegenspele­rs, een schouderkl­op en een ingehouden snik. En dan zegt die negentienj­arige student uit Wolvertem, een gekleurde medemens bovendien: ‘Het leven is geen ponykamp.’ Dank u, televisie, voor deze levensles.

Bent u ooit op ponykamp geweest? Ik ook niet, maar ik ken het uit de tweede hand. Jongens en vooral meisjes tussen vijf en twaalf jaar mogen een week lang beste maatjes zijn met een paardje. Dat wordt dus borstelen, voeren, op- en afzadelen, stro in de box verversen, rijden en graag zien in het algemeen. Het eindigt niet zelden in traantjes en met een verzuchtin­g thuis: ‘ Al mijn vriendinne­n hebben een eigen pony. Ik kan niet gelukkig zijn als ik er ook geen krijg.’

Een ponykamp is dus een week waarin de pony die je ouders zich als appartemen­tbewoners met een gemiddeld inkomen nooit zullen kunnen permittere­n, toch even werkelijkh­eid wordt. Tot de manege-eigenaar op vrijdagavo­nd tegen de hele bende zegt: en nu allemaal ophoepelen. Pats, daar springt de droom stuk.

De gelijkenis met De mol is frappant, zeker voor deze Bouba. Maar het echte leven is inderdaad wat anders. Voor de meesten van ons zijn er veel minder ritjes in het bos, veel minder geknuffel, veel minder snoepjes uit de hand opgelikt, veel minder galop met synchroon wapperende paardensta­arten. Evenveel stront, dat wel.

Zou die Bouba ze zelf bedacht hebben, die vergelijki­ng met het ponykamp? Even snuffelen in het digitale krantenarc­hief leert ons van niet. Het oudste stuk vind ik in het Algemeen Dagblad van sinterklaa­sdag 2014. Onze eigen De

Standaard volgde op 15 september 2015. Maar Google dringt nog dieper in de oorsprong van deze spreuk door.

Sinds 2009 tekent de Italiaans-Duitse cartoonist­e Sarah Burrini op haar website wekelijks een stripje onder de titel ‘ Das Leben is kein Ponyhof’. Of zij haar titel ergens vandaan heeft gehaald of zelf bedacht, kan ik niet achterhale­n. Engelstali­gen noemen het leven ‘not all beer and skittles’ (geen bier en kegelen), Franstalig­en

‘pas un long fleuve tranquille’ (geen lange stille stroom) en ‘la vita non è uno scherzo’ (geen grapje) voor de Italianen. Wat het leven voor onze medeburger­s niet is, kun je ook leren bij Google. In het zoekvenste­r typ je ‘ het leven is geen’ en dat wordt vanzelf aangevuld met wat anderen het vaakst opzoeken. In een paar dagen tijd is ‘ geen ponykamp’ daar het populairst geworden, gevolgd door ‘ geen cremekarre’, ‘geen feest’ en ‘ geen cijferding’. Bij dat laatste is de zoekmachin­e enigszins in de war, want het citaat is van Toon Hermans, die een goede raad heeft voor wie jarig is: kijk niet te veel naar de kalender, ‘ want zijn steriele cijfertaal, geldt zeker niet voor allemaal, dus kijk niet naar dat cijferding, het leven is geen rekening’.

Dank u, Toon Hermans, voor deze levensles.

Zou die Bouba ze zelf bedacht hebben, die vergelijki­ng met het ponykamp?

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium