Vlaanderen draagt meest schadelijke geluidsoverlast
De spreiding van vliegtuigen van en naar Brussels Airport zet Vlaanderen en Brussel lijnrecht tegenover elkaar. Wie draagt vandaag de grootste last?
BRUSSEL | Brussel schrijft sinds middernacht boetes uit aan alle vliegtuigen die zijn geluidsnormen niet respecteren. Het negeert zo het tweede belangenconflict dat de Vlaamse regering heeft ingeroepen. Gisteravond laat bond de Brusselse regering echter al wat in: de boetes zullen de komende twee maanden niet worden geind. Het Gewest blijft wel vastbesloten de geluidsoverlast boven zijn grondgebied te verminderen.
Tientallen actiecomités in de hoofdstad en de Vlaamse Rand voeren de druk op. Zij lopen storm omdat ze vrezen voor de kwaliteit van hun leefomgeving en hun nachtrust. Maar hoeveel mensen worden geconfronteerd met, naar internationale normen, schadelijke geluidsoverlast?
De Wereldgezondheidsorganisatie beschouwt geluid met een gemiddeld niveau boven 55 decibel (dB) als gevaarlijk. Het veroorzaakt niet alleen een zwaar verstoorde nachtrust, maar verhoogt ook de kans op de ontwikkeling van cardiovasculaire ziektes, die kunnen leiden tot een hartinfarct. Ook de Europese richtlijn omgevingslawaai hanteert 55 dB als grens om te spreken van ‘ernstige geluidshinder’.
In de omgeving van Brussels Airport woonden in 2015 meer dan 96.000 mensen binnen een gebied dat, gemeten over een periode van 24 uur, is blootgesteld aan geluid van gemiddeld meer dan 55 decibel. Dat leert onderzoek van de UGent. Van die 96.000 mensen woont meer dan zeventig procent in de provincie Vlaams-Brabant, tegenover zo’n 28.000 mensen in het Brussels Gewest. De vliegroutes zijn sinds oktober 2014 niet meer fundamenteel veranderd. De in 2015 opgemeten situatie geldt dus ook vandaag nog.
Niet al die 96.000 mensen ondervinden per definitie schade van het vliegtuiglawaai. De ene inwoner zit vaker thuis dan de andere, sommige huizen zijn beter geisoleerd en niet elk lichaam is even gevoelig voor de gevolgen van geluidsoverlast.
Op basis van internationale en gestandaardiseerde criteria, die gestoeld zijn op enquêtes in de omgeving van Europese luchthavens, berekende de UGent hoeveel omwonenden van Brussels Airport ‘potentieel sterk gehinderd’ worden. ‘Bij een geluidsniveau van 55 dB gaat dat om 10 procent van de bewoners, bij een geluidsniveau van 80 dB stijgt dat tot 60 procent’, zegt professor Dick Botteldooren (UGent).
Op basis van die weging komen de onderzoekers tot de conclusie dat in 2015 zo’n 10.300 Vlamingen potentieel sterk gehinderd werden door geluidsoverlast van de luchthaven, ten opzichte van zo’n 3.600 Brusselaars (zie tabel p. 7).
Let op: dit betekent niet dat andere Brusselaars geen hinder ondervinden. De UGent berekent de gemiddelde geluidsdruk, maar één lawaaierig vliegtuig kan volstaan om de nachtrust te ruïneren. Bovendien kan ook geluid van minder dan 55 dB als hinderlijk ervaren worden.
Op zoek naar een verklaring voor de vastgestelde verdeling benadrukken verschillende deskundigen, die gezien de gevoeligheid van het onderwerp liever anoniem blijven, dat de vliegroutes in het verleden al erg werden aangepast om de dichtbevolkte hoofdstad te ontzien. Zo vinden vandaag zowat alle landingen plaats boven Vlaams grondgebied.
De auteurs van het onderzoek benadrukken dat zij zich niet met politiek bezighouden. Maar hun conclusies hebben wel grote relevantie in het kader van de discussie over de geluidsnormen, de leefbaarheid en de spreiding van het vliegverkeer over de gewesten.
Zo’n 10.300 Vlamingen worden heel sterk gehinderd, ten opzichte van zo’n 3.600 Brusselaars
De fond van het conflict over Zaventem is geen greintje communautair
We kunnen het dilemma over de luchthaven van Zaventem ook herformuleren. Vinden we het wel een wenselijk idee dat reizigers op een ontiegelijk vroeg uur opstijgen, in de goedkope slots wanneer tickets 27 euro kosten, en dat de mensen die onder de vliegroute slapen, hun nachtrust verstoord weten en zo mee de prijs betalen? Moeten lagekostenmaatschappijen, charters en luchtvracht echt zulke lange dagen vliegen opdat ze onrealistisch goedkoop kunnen worden? Het conflict over de luchthaven van Zaventem volgt alle spelregels van de Belgische communautaire twist. Met de eenzijdige actie van de Brusselse regering om ondanks het belangenconflict toch strengere geluidsnormen af te dwingen, gaat het stemvolume de hoogte in. De spanning van een onverholen vechtfederalisme hangt in de lucht. Maar de fond van de zaak is geen greintje communautair. Dit is geen conflict van het verleden, maar van de toekomst. Hoe ontwikkelen we onze economie in een leefbare omgeving? In dit geval: hoe hou je een internationale luchthaven op een steenworp van de hoofdstad leefbaar?
Dit conflict wekt de schijn dat politieke logica’s botsen omdat de belangen van de respectievelijke achterban te zeer uiteenlopen. De Vlaamse regering gaat onder druk van vakbonden en werkgevers voor werkgelegenheid, de Brusselse voor leefbaarheid. Maar Brussel heeft de jobs zo mogelijk meer nodig dan Vlaanderen. Terwijl het leven onder de aanvliegroutes in Vlaanderen even verstoord is door het lawaai als in Brussel. Met de huidige routes lijden veel meer Vlamingen onder gemiddeld schadelijk vlieglawaai dan Brusselaars, becijfert een studie van de Gentse universiteit. De verhouding is twee derden Vlamingen, een derde Brusselaars. De vele actiegroepen in Vlaams-Brabant zullen het graag bevestigen. Nachtrust is dus geen eis van Brusselaars. Dat lijkt alleen door de bijziende bril van partijpolitieke en electorale berekeningen.
Twintig jaar schopt de Belgische politiek het geval Zaventem voor zich uit. Aan die uitstelpolitiek komt nu een eind, we zitten in de hetere fase van de deadlines. Voor een typisch communautair, bestuurlijk conflict kan dat werken. Zaventem daarentegen heeft een nieuwe logica nodig. Welke groei wil de luchthaven, hoe wordt die duurzamer, wie komt die ten goede? Met een faire balans dus tussen de prijs van vliegen en de deugd van leven. Dat vergt visie en leiderschap die uitmonden in een nieuw pact, dat breed gedragen wordt boven oude en nieuwe breuklijnen. Voor de verkavelde Belgische politiek is dat een werkelijk bijzondere uitdaging.