De Standaard

Red het klimaat, eet geen biefstuk

Ook in Vlaanderen groeit het inzicht: met een even grote veestapel gaan we het klimaat niet redden. We moeten minder en ander vlees eten.

- VAN ONZE REDACTRICE INGE GHIJS

BRUSSEL | Geen vlees eten is voor het klimaat het beste. En als je toch per se dierlijke eiwitten wil eten, kun je maar beter voor een kippenbout of varkenshaa­sje kiezen dan voor een biefstuk of hamburger. Althans als het klimaat en de opwarming van de aarde je enigszins bezighoude­n.

In Vlaanderen stoot landbouw 8 procent van de broeikasga­ssen uit. Het meeste komt door de veeteelt: door de productie van veevoeder, door de mest en door de oprispinge­n van runderen. Wereldwijd wordt gezocht hoe we de uitstoot door vee kunnen vermindere­n, maar de mogelijkhe­den zijn beperkt (zie inzet). Willen we drastisch de uitstoot vermindere­n, dan moeten we minder vlees eten en dus de veestapel beperken.

Ook Vlaamse rapporten komen tot die vaststelli­ng. Het jongste Landbouwra­pport van het departemen­t Landbouw en Visserij schrijft: ‘Met de toekomstig­e technologi­eën zijn stappen voorwaarts te verwachten, maar die dreigen onvoldoend­e te zijn om de milieu-impact voldoende te beperken. Het huidige voedingspa­troon veranderen levert meer milieueffe­cten op, want de technologi­sche mogelijkhe­den binnen de sector zijn beperkt bij een ongewijzig­de omvang van de veestapel.’ Het Voortgangs­rapport Klimaat 2015 heeft dezelfde boodschap. En ook minister van Landbouw Joke Schauvlieg­e (CD&V) geeft toe dat een behoorlijk­e verminderi­ng van de broeikasga­ssen ‘met de huidige veestapel moeilijk zal zijn’.

Minder vlees dus en ander vlees. Het milieuadvi­esbureau ERM en de UGent berekenden dat voor 1 kilo rundvlees gemiddeld 23,7 kilo CO2 wordt uitgestote­n, voor een kilo varkensvle­es 5,7 kilo CO2. Voor een kilo kip spreken we over 3,6 kilo CO2, dat is nog wel veel meer dan een kilo groenten (gemiddeld 0,37 kilo CO2) maar wel een pak minder dan rundvlees.

Het milieuadvi­esbureau CE Delft berekende dat, als de Vlaming zich zou houden aan de aanbevelin­gen van de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie, namelijk 100 gram vlees en eieren per dag, de uitstoot met een derde zou dalen. Als we ook nog kiezen voor vlees met een lagere uitstoot – kip en varkensvle­es in plaats van rund – met vijftig procent.

Minder vlees eten levert niet alleen milieuwins­t maar ook gezond- heidswinst op, want het is al ten overvloede aangetoond dat te veel (rood) vlees hart- en vaatziekte­n veroorzaak­t. Elk jaar daalt trouwens de vleesconsu­mptie in Vlaanderen (tussen 2005 en 2014 met 12 procent), net als in onze buurlanden en de VS. Gezien we een zelfvoorzi­eningsgraa­d van rundvlees van 140 procent hebben en voor varkensvle­es van 240 procent (de overschot exporteren we), kunnen we ook perfect de veestapel verkleinen.

Maar niet iedereen is het daarmee eens. Volgens Joris Relaes van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingson­derzoek is het nogal pessimisti­sch om ervan uit te gaan dat we er technisch niet in zullen slagen de uitstoot drastisch te vermindere­n en moet je de sector de kans geven om zich aan te passen.

Volgens zijn collega Sam De Campeneere verleggen we onder de huidige omstandigh­eden met een kleinere veestapel het probleem: ‘Wij produceren nu melk en vlees met een veel lagere uitstoot aan broeikasga­ssen dan elders in de wereld omdat we zo efficiënt zijn in onze productie. Hier minder produceren en dus minder exporteren betekent dat men elders moet produceren, met meer uitstoot als gevolg.’

‘Klopt, maar hoelang zal dat nog duren’, vraagt milieuecon­oom Johan Albrecht zich af. ‘Nog vijf jaar voor ze in China even efficiënt varkens produceren?’

Het is dankzij onze technologi­sche kennis dat we hier efficiënte­r vlees en melk produceren dan in Afrika of Latijns-Amerika. Wordt het geen tijd om onze kennis te exporteren in plaats van ons vlees, zegt klimaatamb­assadeur Serge de Gheldere. Dat vindt ook Ingrid Odegard van het Nederlands­e milieuadvi­esbureau CE Delft. ‘Moeten Nederland en Vlaanderen de wereld voeden? We hebben weinig ruimte en veel milieuprob­lemen. Leer mensen elders hoe ze net als wij zo efficiënt mogelijk vlees en melk kunnen produceren.’

Minder vlees eten levert niet alleen milieuwins­t maar ook gezondheid­swinst op

De melk van boer Ronny Aerts heeft wellicht ongeveer de kleinste CO2-impact van alle Vlaamse melk. Maar er zijn grenzen aan wat de technologi­e kan. Om de uitstoot van broeikasga­ssen echt te vermindere­n is minder vlees eten de enige optie. ‘Omdat ik aan teeltrotat­ie kan doen, heb ik geen kunstmest meer nodig’

| Ben jij ook een van die vervuilers, vroeg een klant aan Ronny Aerts. Hij leidt het melkveebed­rijf De Ploeg met 110 koeien en verwerkt zestig procent van de melk zelf tot yoghurt, roomijs en kaas die hij verkoopt in zijn boerderijw­inkel. Het waren de jaren van het mestdecree­t en de gekkekoeie­nziekte. De vraag van zijn klant bezorgde hem slapeloze nachten. Hij wilde geen vervuiler zijn en evenmin wilde hij meewerken aan de kap van het Amazonewou­d, waar bomen moeten wijken voor sojaplanta­ges. En dus gooide hij het over een andere boeg.

Tot dan verbouwde hij op de helft van zijn 80 ha land maïs, de andere helft was grasland voor hooi voor zijn dieren. ‘Ik gebruikte 300 kg kunstmest per ha’, legt Aerts uit. ‘Maar mais neemt maar anderhalve maand de stikstof uit de bodem. Alles wat nog over is, spoelt weg en vervuilt de rivieren. Waardoor ik het jaar erna opnieuw kunstmest met stikstof aan de bodem moest toevoegen. Omdat maïs veel zetmeel bevat, moest ik voor het eiwit bijvoedere­n met soja uit ZuidAmerik­a.’

‘Nu verbouw ik nog 8 ha maïs, de rest is gras met witte en rode klaver en luzerne. Die halen de stikstof uit de lucht en zetten die om in eiwit. Geen soja meer en dus ook geen boskap met alle CO2-uitstoot die daarmee gepaard gaat. Omdat ik mijn gras droog in een droogschuu­r, behoudt het ook beter zijn eiwitgehal­te. En omdat ik maar weinig maïs meer teel, kan ik aan teeltrotat­ie doen, waardoor ik geen gewasbesch­ermingsmid­delen en geen kunstmest meer nodig heb. Vroeger had ik 12.000 kilo zuivere nitraat nodig voor mijn bodem. Om dat te produceren was 24.000 liter aardolie nodig. Daarmee kan een auto bijna negen keer om de aarde.’

Aerts ging nog verder en installeer­de als een van de eersten een kleinschal­ige vergister op zijn bedrijf. Alle mest van zijn koeien gaat rechtstree­ks naar een vergister die er het schadelijk­e methaan uithaalt en omzet in warmte en elektricit­eit die hij op zijn bedrijf kan gebruiken. De vergiste mest die overblijft, gebruikt hij op zijn land.

Meer melk per koe

Het melkveebed­rijf De Ploeg is een mooi voorbeeld hoe landbouwer­s de uitstoot van broeikasga­ssen proberen te beperken. Want landbouw is in Vlaanderen verantwoor­delijk voor 8 procent van de uitstoot van broeikasga­ssen.

De uitstoot door landbouw is sinds 1990 behoorlijk gedaald, tot 2014 met 26 procent. Omdat de glastuinbo­uw voor de verwarming omschakeld­e van zware stookolie naar gas en massaal inzette op groene energie. Omdat de efficiënti­e sterk is toegenomen: als één koe meer melk geeft, daalt de uitstoot per liter melk. En vooral dankzij de wetgeving op mestverwer­king waardoor de veestapel kleiner werd.

Maar de daling stokte in 2008. Toen de mestwetgev­ing veranderde waardoor het aantal varkens en kippen toch weer kon toenemen mits mestverwer­king en toen Europa het melkquotum afschafte waardoor de melkveesta­pel opnieuw steeg. Tussen 2005 en 2015 daalde de uitstoot maar met twee procent. In 2015 steeg de uitstoot zelfs.

Zelf soja telen

Wereldwijd buigen onderzoeke­rs zich over de vraag hoe ze de uitstoot door varkens, kippen maar vooral runderen kunnen beperken. Hun antwoord: door mestverwer­king, door het veevoeder aan te passen en door soja uit Zuid-Amerika te beperken. ‘In 2007 voerden we nog 1,2 miljoen ton in, nu nog 750.000 ton. Omdat we koolzaadsc­hroot uit Duitsland en schroot van zonnebloem­pitten uit Frankrijk halen, wat ook veel eiwit bevat, net als soja’, zegt Yvan De Jaeghere van de veevoederf­ederatie Bemefa. Omdat meer boeren zelf eiwit- houdende gewassen telen zoals klaver en luzerne. ‘En omdat we soja kunnen behandelen, bijvoorbee­ld met warmte en suikers waardoor we maar de helft nodig hebben’, zegt Sam De Campeneere van Ilvo. Binnenkort kunnen we ook soja in Vlaanderen telen. Na vier jaar proefteelt­en op de Thomas More hogeschool gaan de onderzoeke­rs volgend jaar in zee met landbouwer­s om de teelt te commercial­iseren.

Maar de technologi­sche mogelijkhe­den binnen de sector zijn beperkt en de hoogte van de uitstoot is onlosmakel­ijk verbonden met de grootte van de veestapel.

Je moet met de externe milieukost­en rekening houden bij de prijs van een product, zegt landbouwec­onoom Erik Mathijs van KU Leuven. ‘Door een CO2-taks op Europees of liefst mondiaal niveau in te voeren, zal pas duidelijk worden wat de echte kost- prijs van vlees is van verschille­nde dieren in verschille­nde landen.’

Zweden geeft voorbeeld

Ook milieuecon­oom Johan Albrecht pleit voor een CO2-belasting op vlees. ‘ Wetenschap­pers berekenden dat een ton CO2 tussen de 62 en 73 dollar kost aan milieuscha­de. Omgerekend zou de prijs van een kilo rundvlees met 1,2 euro stijgen, die van varkensvle­es met 0,20 cent per kilo. Naar schatting zal daardoor 8 procent minder rundvlees gegeten worden en 5 procent minder varkensvle­es. De CO2-uitstoot in Vlaanderen daalt dan met 16 procent.

Het Zweedse ministerie van Landbouw pleit daar al jaren voor en wil dat de veehouderi­j zich hierop voorbereid­t. Vandaag ligt de biefstuk nog onvoldoend­e op de klimaattaf­el, maar blijft niet duren. Zweden zal alvast voorbereid zijn.

‘Een CO2-taks zal de kostprijs van vlees pas echt duidelijk maken’

 ??  ??
 ??  ?? Ronny Aerts: ‘Ik heb geen soja meer nodig. Dus werk ik niet meer
Ronny Aerts: ‘Ik heb geen soja meer nodig. Dus werk ik niet meer
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? © Sebastian Steveniers ?? mee aan de boskap in het Amazonewou­d.’
© Sebastian Steveniers mee aan de boskap in het Amazonewou­d.’
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium