Plots is iedereen trots op Nederland
Nationalisme is hip in Nederland. Zelfs de boegbeelden van links, Jesse Klaver en Lodewijk Asscher, pleiten voor patriottisme. Hoe komt dat?
| Er waart een populistisch spook door Europa. Het neemt verschillende gedaantes aan, maar het heeft ook een belangrijk, gemeenschappelijk gezicht: het kleurt nationalistisch.
Dat werd heel erg duidelijk in aanloop naar het Brexit-referendum. Het debat ging minder over de Europese Unie, dan over het terugkrijgen van de controle over de eigen grenzen. Take back control, was de kernboodschap van de Brexiteers. In tweede orde zetten ze de roemrijke geschiedenis van het British Empire in de verf. Door uit de Europese Unie te stappen, zou Groot-Brittannië die verloren glans opnieuw kunnen terugkrijgen.
In de aanloop naar de verkiezingen van 15 maart lijkt in Nederland hetzelfde aan de hand. ‘De partijen ontdekken de waarde van vaderlandsliefde’, schrijft Gerry van der List, een van de boegbeelden van het conservatieve opinieweekblad Elsevier.
Bij Geert Wilders lijkt het nationalistische discours ondergesneeuwd te worden door zijn radicale anti-islamstandpunten, maar de leider van de PVV is ook een onversneden nationalist. ‘Nederland weer van ons’, is de centrale verkiezingsslogan. Al sinds januari 2016 voorspelt hij een ‘patriottistische lente’. ‘ Overal om ons heen klinkt de stem van de patriotten’, zei hij vorig jaar bij een bezoek aan Vlaams Belang. ‘De geest is uit de fles. En die gaat er nooit meer terug in.’
En wat Wilders zegt, krijgt natuurlijk navolging. In de eerste plaats van de splinterpartijen op rechts. Thierry Baudet bouwde het programma van zijn Forum voor Democratie rond patriottistische thema’s: weg met multinationals die jobs verhuizen naar lagelonenlanden, leve de kmo’s van eigen bodem, waar bedrijfsleiders de oude, Nederlandse waarden van ‘ aanpakken, initiatief en lef ’ hoog in het vaandel voeren.
Gidsland
Maar opvallend: nationalisme is helemaal geen vies woord meer. Terwijl het vroeger meteen in de extreemrechtse hoek werd geduwd, wordt het nu breed omarmd. Sybrand Buma, de keurige leider van de christendemocraten, hield een pleidooi voor ‘ gezonde vaderlandsliefde’. Het moet een bindmiddel zijn voor de versplinterde samenleving.
En zelfs politici op links blijven niet achter. Lodewijk Asscher van de sociaaldemocratische PvdA verkondigt een ‘progressief patriottisme’. Daar hoort volgens hem de strijd tegen ‘oneerlijke Europese regels’ ten aanzien van arbeidsmigratie bij. Met andere woorden: Brussel is niet streng genoeg voor Roemeense, Poolse of Bulgaarse arbeiders die in Nederland willen werken.
Jesse Klaver van GroenLinks pleit dan weer voor een ‘nieuw soort nationale trots’. Klaver wil zelfs een feestdag inruilen voor een dag waarop de Nederlandse waarden centraal staan.
‘Ik vind het armoedig dat we in Nederland zo weinig teruggrijpen naar onze geschiedenis’, schrijft hij in zijn boek De empathische samenleving. En daarbij denkt hij niet aan ‘het verheerlijken van het verleden, maar aan de waarden die deel zijn geworden van onze identiteit. Dan zie ik Nederland als gidsland, als een land dat voorop heeft gelopen in het bevechten van vrijheid en democratische rechten.’
Michiel de Ruyter
Maar waar komt dat nationalisme ineens vandaan? Is het alleen maar de hete adem van Wilders? ‘Dat gevoel is toch dieper ingebakken dan velen willen toegeven’, zegt socioloog Koen Damhuis. ‘Als je aan Nederlanders vraagt met welke groep hij zich in de eerste plaats vereenzelvigt, dan zal hij altijd “de Nederlander’’ zeggen. Dat komt uit alle onderzoeken naar voeren. Betekent dit dat alle Nederlanders nationalisten zijn? Natuurlijk niet, maar de tegenstelling Nederlander versus buitenlander werkt politiek.’
Dat Klaver teruggrijpt naar de rijke geschiedenis van de Nederlanden, verbaast Damhuis niet. ‘Veel Nederlanders hebben het gevoel dat het vroeger allemaal geweldig was. De Gouden Eeuw, admiraal Michiel de Ruyter, de Vereenigde Oostindische Compagnie, noem maar op. Naar die periode moeten we terug, vinden ze, want nu is het allemaal veel minder.’
De omslag is in elk geval opvallend. In 2001 kwam de Nijmeegse socioloog Marcel Coenders tot de conclusie dat de Nederlander helemaal niet chauvinistisch was. Dat kwam naar voren uit een vergelijkend onderzoek in 22 landen naar de houding tegenover etnische minderheden. De Nederlanders toonden zich het minst superieur.
‘Die houding werkte lang door op de hoogste niveaus van de samenleving’, aldus Van der List. ‘ Minister van Buitenlandse Zaken Hans Mierlo vertelde in 1995 dat hij zich makkelijk kon distantiëren van de natiestaat. De D66’er, typisch een kind van de jaren zestig, voelde zich vooral Europeaan.’
Maar was dat internationalisme dan maar een tijdelijk sentiment, typisch voor het einde van de 20ste eeuw? Van der List vindt van wel. Hij noemt de terugkeer naar nationalistische waarden een herontdekking. ‘Eind 19de eeuw introduceerden de liberalen bijvoorbeeld Koninginnedag als middel om de cohesie in de samenleving te bevorderen. Nu denken politici hardop na over de nationale identiteit als reactie op de multiculturele uitdagingen.’
Gebazel
Voor de duidelijkheid: Van der List vindt dat ‘een verheugende ontwikkeling.’ Maar daar is niet iedereen het mee eens. John Jansen van Galen – een journalistieke éminence grise en dus ook een typisch kind uit de jaren zestig – noemt de ‘nationalistische renaissance’ gevaarlijk. ‘Als deze verleidingstactiek niet slaagt, moet je Wilders
Nationalisme is helemaal geen vies woord meer. Terwijl het vroeger meteen in de extreemrechtse hoek werd geduwd, wordt het nu breed omarmd
Pr i n te d an d di s t r i b u te d by
steeds verder tegemoetkomen om zijn kiezers te paaien’, schrijft hij in een open brief in Het Parool. Een voorbeeld daarvan is de beruchte brief van premier Rutte aan alle Nederlanders, waarin hij zegt dat wie zich hufterig gedraagt – hij denkt vooral aan Marokkanen – maar moet ophoepelen.
Wie ook weinig pap van al die nationalistische retoriek lust, is oud-premier Dries van Agt. ‘Waar komt dat gebazel over identiteit ineens vandaan? Nederland is 400 jaar oud. In het licht van de wereldgeschiedenis is dat een windvlaag.’ Maar ook Van Agt is natuurlijk een kind van de jaren zestig.
‘Veel Nederlanders hebben het gevoel dat het vroeger allemaal geweldig was. De Gouden Eeuw, de Vereenigde Oostindische
Compagnie, ...’ KOEN DAMHUIS socioloog