‘Tuvalu is het eerste land dat volledig zal verdwijnen door de klimaatopwarming’
TOM WAES, IN DE AFLEVERING VAN ‘REIZEN WAES’ OVER TUVALU
‘Red Tuvalu, om de rest van de wereld te redden.’ Met die woorden stuurde premier Enele Sopoaga Tom Waes terug naar België. De logica is de volgende: door de opwarming van de aarde stijgt het zeeniveau, en aangezien het hoogste punt van Tuvalu slechts vier meter bedraagt, zal deze eilandstaat de eerste zijn die kopje-onder gaat. Is het zo simpel? Op Twitter zei Manuel Sintubin, professor geodynamica aan de KU Leuven, dat ‘dergelijke atollen vanzelf ook wegzakken, dat had Darwin al ontdekt’. En wie rondsnuffelt in de wetenschappelijke literatuur, komt studies tegen waarin zelfs een omgekeerde beweging beschreven staat: vele eilanden in de Stille Oceaan groeien (!) bij een stijgende zeespiegel. Wat is het nu? ‘Het verhaal is veel complexer dan wordt voorgesteld’, is de kernboodschap van Sintubin. Hij bekijkt de problematiek vanuit zijn vakgebied, de geodynamica, de studie van de vaste Aarde. ‘Darwin wist al hoe atollen ontstaan: oude vulkanische massieven zakken weg terwijl op de flanken koraalriffen aangroeien. Wat achterblijft is een ringvormige groep koraaleilanden. De koraalriffen (biologische systemen waarin poliepen een calciumskelet bouwen, red.) hebben het vermogen om een stijgende zeespiegel bij te benen, maar kunnen dat niet eindeloos.’ Wegzakkende grond is dus de basis van een atol, en dat zinken gebeurt hoe dan ook, stijgende
zeespiegel of niet. ‘De lithosfeer (de buitenste schil van de Aarde,
red.) in de Westelijke Stille Oceaan is oud en zakt weg onder een andere tektonische plaat. Die subductie, zoals dat heet, leidt ertoe dat een deel van de eilanden wegzakt, maar veroorzaakt ook een bult waardoor een aantal eilanden omhoog wordt gestuwd. Met andere woorden: je kan het fenomeen van wegzinken niet zomaar veralgemenen.’ Niet veralgemenen is ook het credo van professor Paul Kench van de Universiteit van Auckland, Nieuw-Zeeland. Hij ging het verband na tussen een stijgende zeespiegel en de grootte van ruim 600 koraaleilanden in de Stille en Indische Oceaan. Bleek dat 80 procent van de onderzochte eilanden even groot of zelfs groter geworden is in de voorbije decennia. Afzettingen van koraal en zand, soms in grote hoeveelheden bij stormweer, doen eilanden aangroeien, in de breedte en hoogte. Of verhuizen, wanneer er aan de andere kant van het eiland ook stranden eroderen. Eilanden zijn dynamisch, zo stelt Kench, en er is voorlopig geen aanwijzing dat Tuvalu in zijn geheel aan het verdwijnen is, integendeel. Maar eilanden waarop vaste structuren gebouwd zijn – lees: gebouwen en ander beton – ondergraven de aangroeimogelijkheden van eilanden. En al zeker wanneer de bouwstenen van de atollen – koralen – gedood worden door het opspuiten van zand (zoals te zien in Reizen
Waes). In die zin zijn bevolkte eilanden dus wel bedreigd door de stijgende zeespiegel.
Conclusie: ‘Dat de aarde opwarmt en de zeespiegel stijgt, zijn vaststaande feiten’, benadrukt Sintubin. Alleen is Tuvalu wetenschappelijk gezien niet het beste uithangbord om het tij te keren. De archipel zou nog kunnen bestaan, terwijl de rest van de wereld ten onder gaat.