Een aubergine zonder wortels
Muziektheater - Sopraan Claron McFadden dolde in haar nieuwste voorstelling met aubergines en reisverhalen: ze deed het water in de mond lopen, liet haar stem door verschillende culturen dwalen en ontroerde bijna non-stop.
Nachtschade: Aubergine. Muziektheater Transparant & Claron McFadden ¨¨¨¨è Gezien op 20/2 in Brugge, nog op 29/4 in Antwerpen.
Claron McFadden is al enkele seizoenen huisartiest bij Muziektheater Transparant. Deze keer pakte ze haar koffers en ging ze op reis. Haar vijf – haast lukrake – ontmoetingen in vijf landen in het Middellandse Zeegebied, werden prachtig in beeld gebracht door de camera van de jonge documentairemaakster Lisa Tahon. McFaddens leidraad was daarbij de aubergine: een culturele migrant die vanuit het Verre Oosten naar hier reisde en weer terug. De bijbehorende metafoor kreeg je er gratis bij: de aubergine zuigt immers telkens opnieuw de smaken op van het land waar ze een thuis zoekt. Een perfect geïntegreerde vreemdeling, die toch nooit helemaal zijn identiteit verliest.
De metafoor werkt ook in de omgekeerde richting. Wat wij ‘onze cultuur’ zouden willen noemen, is opgemaakt uit een amalgaam van betekenisdragers van elders – antropologen en sociologen schreven het ondertussen al zo vaak neer, dat hun pennen het vandaag zowat begeven hebben: eigenheid is een vat vol vraagtekens. McFadden ramt je die boodschap niet door de strot, maar stelt er wel tedere en ontwapenende vragen over. De warmhartige ontmoetingen op haar reizen monteerde ze tot een globaal gesprek over wat het betekent om ergens thuis te horen. Nooit ingewikkelder dan nodig, en tegelijk nooit ondubbelzinnig: een gesprek zonder conclusies. Of misschien alleen die van de muziek, die net als de aubergine nooit eenduidige wortels heeft.
Waar de woorden stopten, nam de muziek het live over. De liederen die McFadden op haar reizen verzamelde, kregen in de handen van haar muzikanten een aanstekelijke, transnationale gloed. Zo danste de accordeon van Tuur Florizoone als een trouwe metgezel om McFaddens woorden heen, zorgde de cello van Lode Vercampt voor abrupte verstilling, of tekende de klarinet van Jean-Philippe Poncin voor Turkse feestroes.
Magische momenten waren er meer dan genoeg: zoals toen McFadden voor een muisstille zaal het verhaal vertelde van een homo uit Iran, op de vlucht voor vervolging, en daar een Spaans lied over zot verlangen op liet volgen – McFadden verstaat de kunst om grote gebaren heel terloops te brengen. Ze liet haar stem, net als de aubergine, drenken in de klanken van andere culturen, zonder ooit dat vreemde, ‘eigene’ te verliezen. En zo werd elk lied op de een of andere manier een zwerverslied: met dito verdriet.