‘Vleesimport brengt gevaarlijke bacteriën binnen’
| ‘Een alarmerende bedreiging die mensen en dieren in gevaar brengt. We doen veel om de opmars te stoppen, maar het is niet genoeg.’ Europees commissaris voor Volksgezondheid Vytenis Andriukaitis heeft het niet over terreur of de opwarming van de aarde, nee, hij vreest bacteriën waartegen geen antibioticum meer helpt. Volgens een nieuw rapport van het European Center for Disease Prevention and Control (ECDC) en het Europees Voedselagentschap (EFSA) zijn resistente bacteriën in mensen, dieren en voeding een wijdverspreid en groeiend probleem.
België blijft niet gespaard. Hier werden in 2015, het jaar waarover het Europees rapport gaat, bij een steekproef zelfs de gevaarlijke CPE-bacteriën gevonden in een bereiding van varkensvlees bedoeld voor verkoop. De bacterie is gevaarlijk omdat ze een stof aanmaakt die krachtige antibiotica afbreekt. Die antibiotica helpen dus niet meer om een infectie met de bacterie te bestrijden. In ziekenhuizen hebben CPE-bacteriën enkele jaren geleden hun intrede gedaan, nu blijken ze ook in vlees voor consumptie te zitten. ‘Zeer verontrustend’, vindt Herman Goossens, professor microbiologie aan het UZ Antwerpen en voorzitter van de Belgische antibioticacommissie (BAPCOC). ‘Tegen dergelijke CPE-bacteriën, die ernstige infecties kunnen veroorzaken, hebben we nog amper antibiotica voor de behandeling bij een infectie.’
Waar het varkensvlees met de CPE-bacterie precies vandaan kwam, waar en hoe het besmet raakte, is ondanks nauwkeurig speurwerk door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid onduidelijk. In de binnenlandse veestapel werden er tot dusver nog geen sporen van CPE-bacteriën gevonden. Er blijven dus twee pistes over: besmetting via een persoon die het vlees verwerkte of door invoer van besmet vlees uit het buitenland.
Volgens het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) gaat het om een specifieke bacteriestam die nooit eerder bij mensen werd gevonden, wel in Chinees varkensvlees. Het is niet bewezen, maar wellicht is de CPE-bacterie dus met een vleesimport ons land binnengekomen.
Het WIV spreekt van een uitzonderlijke vondst en zegt dat er geen gezondheidsrisico is als het vlees goed doorbakken wordt. Het geval toont wel aan dat resistente bacteriën verder oprukken en dat de internationale handel met vlees daarbij een rol speelt. ‘Er komt vlees naar Europa uit Azië, Centraal- en Zuid-Amerika’, zegt professor Goossens. ‘ En daar wordt kwistig omgesprongen met antibiotica, ook in de landbouw. Met als gevolg dat antibioticaresistentie er een zeer groot probleem is.’
Een probleem dat we via vleesimport binnenhalen – ook al produceren de Belgische boeren ruim voldoende vlees voor de binnenlandse consumptie (zie inzet).
EU-commissaris Andriukaitis kondigt aan dat hij in de zomer een actieplan tegen antibioticaresistentie zal voorstellen. In eigen land is al heel wat in beweging. Zo sloot de federale overheid vorig jaar een convenant met de landbouwsector. Tegen 2020 moet het gebruik van antibiotica met 75 procent verminderd zijn ten opzichte van 2011.
Maar is het niet vechten tegen de windmolens, als we vlees blijven eten uit landen waar er niets ondernomen wordt tegen de oprukkende resistente bacteriën? ‘Antibioticagebruik in de veeteelt moet inderdaad niet alleen op het Europees niveau aangepakt worden, maar ook besproken worden door de G20 en de Wereldhandelsorganisatie (WTO)’, vindt Goossens. ‘Collega’s van mij zijn precies daarvoor aan het lobbyen. Het ligt gevoelig, zeker voor landen als Brazilië, waarvoor de vleesexport zeer belangrijk is.’
‘Maar dat neemt niet weg dat we zelf ook het antibioticagebruik moeten verminderen. Als een resistente bacterie de kop opsteekt, houd je de verspreiding alleen tegen door zo weinig mogelijk antibiotica te gebruiken. In landen die het antibioticagebruik drastisch hebben verminderd, zoals Nederland, zie je ook een kentering. Daar gaan er minder resistentie bacteriën om.’