‘Geef de netten aan de burgers’
BRUSSEL | Is het rendement van 5,24 procent dat de distributienetbeheerders mogen uitkeren aan hun klanten overdreven of niet? Eandis, de koepel van energienetbeheerders, spreekt van een marktconform rendement. Vincent Van Quickenborne vindt dat 2 procent kan volstaan (zie hiernaast).
‘Als Eandis vindt dat 5,24% marktconform is, geef dan alle Vlamingen de kans om van dit marktconforme rendement te genieten. Ik denk dat iedereen geïnteresseerd zal zijn in zo’n belegging’, reageert Van Quickenborne. Het gaat immers om stabiele, voorspelbare inkomsten. Bovendien zijn de netwerkbeheerders monopolisten die geen concurrentie hebben. Deense coöperanten
‘Precies omdat het monopolies zijn, vind ik dat die organisaties not for profit moeten zijn’, reageert Dirk Vansintjan, voorzitter van REScoop, de Europese federatie van coöperaties actief in hernieuwbare energie. ‘Ze moeten ten dienste staan van de burgers. Vorm de netten om tot coöperaties met de gebruikers als aangeslotenen’, zegt Vansintjan. De gemeenten zouden dan niet langer eigenaar zijn, maar wel de klanten van de netten.
Vansintjan pleit daarmee voor het Deense model. ‘Daar zijn meer dan 100 distributienetbedrijven actief. ‘Ze werken efficiënt, zijn modern, hebben al nieuwe technologie zoals slimme meters én ze zijn in handen van de gebruikers. Hun focus is niet winstbejag, maar een zo goed mogelijke dienstverlening tegen de beste prijzen. Onze gemeenten zien energiedistributie eerder als een extra inkomstenbron.’
Vansintjan, die ook via de coöperatie Eneco zowel energieproducent als leverancier is, geeft toe dat de Deense energiefactuur niet uitzonderlijk laag is. ‘Maar daar hebben ze wel de energietransitie naar 100 procent groene stroom al volledig gerealiseerd. Wij daarentegen hebben ook een hoge factuur en staan nog aan het begin van de transitie.’
Italiaanse Alpen
Een ander voorbeeld van burgerinitiatieven in de energiesector is te vinden in Noord-Italië. In Zuid-Tirol zijn 60 energie-cooperaties actief. ‘Omdat de gevestigde spelers dit Alpengebied te dun bevolkt en lastig vonden om er veel te investeren. De bevolking heeft er dan maar zelf coöperaties opgezet. Ze hebben zelf een net uitgebouwd met slimme meters en geïnvesteerd in een waterkrachtcentrale. Ze hebben er nu de goedkoopste stroom van Italië.’
Volgens Vansintjan komt het erop aan om de coöperaties dicht bij de gebruiker te brengen. ‘Je kan het organiseren in regio’s met een eigen identiteit, zoals het Pajottenland of het Hageland.’ Het voorstel om tot één grote netbeheerder te ko-
‘Eén grote netbeheerder voor Vlaanderen is een slecht idee. Dat wordt een log bedrijf ver van de gemeenten en ver van de gebruikers’
men voor heel Vlaanderen, Fluvius, vindt hij geen goed idee. ‘Dat wordt een log bedrijf dat ver van de gemeenten zal staan en ver van de gebruikers, én dat weinig prikkels zal hebben om te vernieuwen. Je ziet nu al dat de slimme meters die men wil plaatsen enkel de basisfuncties zullen hebben (het verbruik registreren). Wie het performante deel wil, zal dat zelf moeten bijbetalen.’
De voorzitter van REScoop merkt op dat door de technologische vernieuwing de energiesector meer en meer gedecentraliseerd wordt. ‘Tegen 2050 wordt de helft van de stroom door de burgers en door burgerprojecten opgewekt. Het heeft geen zin om daar een logge gecentraliseerde netbeheerder tegenover te zetten.’