Ook Vlaanderen wil toekomstgericht bouwen
‘Alles wat we gebruiken, moet in een gesloten kringloop terechtkomen: dat is de ambitie van de circulaire economie’, zegt Jan Verheyen, woordvoerder van de afvalstoffenmaatschappij Ovam en onder meer bevoegd voor materialenbeheer. Het jongste Ovam-beleidsplan voor de bouwsector, uit 2014, draait ook helemaal om duurzaam materialenbeheer en de circulaire economie.
‘Negentig procent van alle bouwafval krijgt nu al een nieuw leven’, zegt Verheyen. Maar het is nog zoeken naar manieren om de kwaliteit van dat nieuwe leven op te krikken. Hoe goed dat lukt, heeft veel met de grondstof te maken. Steenafval kun je verwerken tot nieuw granulaat, maar dan verlies je aan kwaliteit. Met glas en gips bijvoorbeeld is dat makkelijker.
Ook de manier waarop we gebouwen ontwerpen, kan met meer zorg voor de belasting op grondstoffen en milieu. ‘Wie toekomstgericht bouwt, kan al voorzien in een herbestemming’, zegt Verheyen. ‘Denk aan een school die op termijn makkelijk om te vormen is tot een zorginstelling.’
Het cradle-to-cradle- gedachtegoed, gelanceerd door de Duits-Amerikaanse tandem Michael Braungart en William McDonough, huldigt dezelfde principes als de circulaire economie. De naam Cradle to Cradle wordt tegenwoordig vooral voor het keurmerk gebruikt, een certificaat voor producten die aan de filosofie beantwoorden. Gyproc bijvoorbeeld heeft dat label. Om het label te krijgen, moeten bedrijven hun productieproces grondig laten doorlichten; vaak moeten ze tot op het niveau van de ingrediënten aanpassingen doen.