Rotterdam worstelt met straatintimidatie
| De Erasmus Universiteit (Rotterdam) pakt uit met het grootschaligste onderzoek over seksuele intimidatie op straat ooit. Het ondervroeg 1.165 vrouwen tussen 18 en 45 jaar. De cijfers zijn treurig: ongeveer 90 procent van de vrouwen ondervond het afgelopen jaar ten minste één keer een vorm van seksuele toenadering (zie inzet).
Jonge, hogeropgeleide vrouwen rapporteren vaker klachten dan lageropgeleide vrouwen. Niet omdat zij meer getroffen worden, maar omdat ze er assertiever op reageren. Lageropgeleide vrouwen kampen met gewenning: hun aanvaarding van seksuele intimidatie wordt opgerekt door ‘sociale media en druk uit de eigen groep’.
Uit aanvullende diepte-interviews met slachtoffers en zorgverleners blijkt bovendien dat veel seksuele intimidatie onder de radar blijft, vooral bij meisjes die een licht verstandelijke handicap hebben of problemen thuis en op school.
Rotterdam wil tegen de zomer maatregelen nemen. Dat kan een soort GAS-boete zijn, zoals die nu al in Brussel en Amsterdam bestaat. ‘Maar we kijken ook in de eerste plaats naar buurtcoaching, seksuele opvoeding en onderwijs’, zegt Claudia Verhulp, woordvoerder van schepen voor Veiligheid Joost Eerdmans (Leefbaar Rotterdam, ooit de partij van Pim Fortuyn).
Opmerkelijk: Eerdmans schakelde een onderzoeksbureau in voor een tweede onderzoek (634 straatinterviews). Hij wou weten wat de culturele achtergrond van de daders was.
NRC meldde gisteren dat de meeste daders volgens ‘bijna 1.000’ ondervraagde vrouwen een Marokkaanse achtergrond hadden. Dat is minstens overdreven.
In 27 procent van de gevallen waren daders volgens de vrouwen Marokkaans, terwijl 25 procent als Antilliaans beschreven werd en 18 procent als onbekend. Daarnaast waren groepjes jongemannen ook vaak gemengd.Bovendien steunde het onderzoek op vluchtige percepties door de vrouwen. En, zoals Verhulp aan de telefoon aangaf, ‘ervaren vrouwen, van gelijk welke achtergrond, personen uit een andere culturele achtergrond vaker als bedreigend’.
De conclusie van het onderzoek wordt volgens doctor Tamar Fischer (Erasmus Universiteit) trouwens niet beter door de vraag naar cultuur. ‘Verveling, gebrek aan toezicht of afwezigheid van seksuele opvoeding zijn veel belangrijker.’
Doctoranda Jolien Voorspoels (UAntwerpen) ijvert als vrouwenactiviste voor een veilige openbare ruimte. Onder andere met acties als #WijOverdrijvenNiet, waarin vrouwen over seksuele intimidatie vertellen. Ook zij vindt het criminaliseren van dit gedrag geen oplossing, en al zeker niet als daarmee andere culturen worden geviseerd. ‘Een film over straatintimidatie in New York gebruikte meer beelden uit Harlem en knipte blanke bankiers in Wall Street weg. Wij hebben daar toen afstand van genomen. Straatintimidatie is een gevolg van structureel scheve verhoudingen in de héle maatschappij.’
De Erasmus-studie ontdekte wel dat straatintimidatie door blanke Nederlanders (zoals verondersteld door de respondenten) specifieke kenmerken heeft. Het gaat gepaard met drank, er komt vaak erg grof taalgebruik bij kijken, én: bijna alle exhibitionisten zijn autochtoon. Vrouwen ervaren dat exhibitionisme als erg bedreigend.
Zal Rotterdam dan ook die aspecten van het uitgaansleven beteugelen? Verhulp is heel even stil, maar zegt dan overtuigd: ‘Daar is inderdaad een aanpak op maat voor nodig. We willen alles bekijken met de politie om tegen de zomer met oplossingen te komen.’