Unilever koestert het pindakaasgevoel
Minister Dijsselbloem waarschuwt het bedrijf voor ‘aasgieren’ en ‘hyena’s’ De verkoop van Unileverproducten in Nederland maakt nog maar 5 procent uit van de totale omzet
Het in de kiem gesmoorde overnamebod door Kraft Heinz heeft een discussie over de toekomst van Unilever losgemaakt. Hoe Nederlands is het bedrijf eigenlijk nog?
BRUSSEL | Van Becel-margarine, Knorr-soepen, Zwan-worstjes en Lipton-thee tot Zwitsal voor babyverzorging, Sunlight-zeep, Omo-wasproducten en deo’s van Rexona: producten van het Brits-Nederlandse concern Unilever zijn ook in onze huis- en badkamers een vertrouwd beeld.
In Nederland is de toekomst van het bedrijf dezer dagen voer voor een almaar meer verhit debat. Aanleiding was het gigantische overnamebod van het Amerikaanse voedingsconcern Kraft Heinz half februari. Sindsdien rommelt het bij Unilever. Binnen het bedrijf zelf en bij de aandeelhouders, maar ook in de media en de sociale media. En nu roert ook de Nederlandse politiek zich. Het gevoel leeft dat de pindakaas van Calvé en de margarines van Becel en Blue Band bedreigd worden door de onstilbare winsthonger van Angelsaksische aandeelhouders.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) waarschuwde het voorbije weekend dat Angelsaksische hefboomfondsen als ‘aasgieren en hyena’s’ bezig zijn Unilever ‘ kapot te maken’. Hij gaf de Nederlandse pensioenfondsen en grote vermogensbeheerders die een aanzienlijk pakket aandelen bezitten, de raad een beschermingswal op te werpen om een overname van het bedrijf te voorkomen.
Hoe zwaar moet aan die uitspraak getild worden? Fernand de Boer, analist bij het beurshuis Petercam Degroof, heeft onmiddellijk een antwoord klaar: ‘Het is verkiezingstijd in Nederland.’ Hij stelt vast dat politici de voorbije jaren vooral gezwegen hebben toen Unilever in Nederland zwaar aan het saneren was. Dat politici zoals Dijsselbloem nu op het Nederland-gevoel spelen, zal volgens hem weinig of geen impact hebben op de toekomst van Unilever. De verkoop van Unilever-producten bij onze noorderburen maakt nog maar 5 procent uit van de totale omzet.
In de Nederlandse pers wordt er niettemin op gespeculeerd dat het tot een machtsstrijd komt tussen Nederlandse investeerders, die inzetten op gestage duurzame winstgroei, en Angelsaksische aandeelhouders die gaan voor het snelle gewin. Daarbij komen drie scenario’s in beeld.
Scenario 1: overnameprooi
Unilever weet sinds half februari dat het ondanks zijn 170.000 werknemers en 53 miljard euro omzet moet opletten voor concurrenten met zeer diepe zakken. Het Amerikaanse Kraft Heinz bood toen niet minder dan 143 miljard dollar voor het Brits-Nederlandse concern, maar gooide al snel de handdoek in de ring.
Kraft Heinz mag de komende zes maanden geen bod meer uitbrengen, maar het wordt niet uitgesloten dat het nadien weer de overnamejacht op Unilever zal openen.
Scenario 2: zelf op overnamejacht
Het moet zeker niet uitgesloten worden dat de groten van de consumentengoederenindustrie elkaar aan het beloeren zijn, zegt analist Fernand de Boer. Hij vindt het alvast een teken aan de wand dat andere grote groepen hun best doen om via overname een maatje groter te worden, zoals het Britse Reckitt-Benckiser (Airwick, Harpic, Dettol), dat onlangs een Amerikaanse producent van babyvoeding inlijfde.
Scenario 3: merken afstoten en binnenhalen
Unilever lijkt een bedrijf dat wat teert op zijn verleden. Maar volgens De Boer moet dat beeld bijgesteld worden. Het concern heeft zich voorgenomen een wereldleider in persoonlijke hygiëneproducten te worden. En tegelijk ligt het accent op kosten besparen.
Stap voor stap wordt die strategie uitgevoerd, stelt hij vast. Het heeft ertoe geleid dat ondanks de stagnerende omzet de winst de voorbije twee jaar hoger ging.