Zo klop je Sagan (misschien)
Peter Sagan maakte in het openingsweekeinde indruk op zijn concurrenten. Hoe kunnen zij de Slovaakse superman de komende weken toch van winst houden? Wij zien vijf kansen.
Peter Sagan is dan wel superman, zijn ploeg Bora-Hansgrohe is op Marcus Burghardt na nog kryptoniet. In Kuurne eindigden naast de kopman amper twee renners bij de eerste honderd. Ook in de uitslag van de Omloop Het Nieuwsblad is het scrollen naar plaats 63, naar ex-crosser Christoph Pfingsten, voor een derde renner van de Duitse formatie. ‘Zijn ploeg vind ik eerder zwak. Maar dat is de voorbije jaren niet anders geweest. Hij is dat gewend’, zegt Herman Frison, ploegleider van Lotto-Soudal.
De wereldkampioen zal in de finales vaak alleen zitten en moeten opboksen tegen een overtal bij de concurrentie. ‘Maar hij is zo slim om dan zelf aan te vallen en de groep zelf uit te dunnen. Desnoods trekt hij een waaier in zijn eentje, zoals hij deed in de Tour. Komt hij in een man-tegen-mansituatie, dan is er weinig tegen te beginnen.’
Het grootste nadeel van zijn isolement in de finales lijkt dat hij bij pech niet op een wiel van een ploegmaat moet rekenen. Frison: ‘Maar veel pech heeft hij niet. Heb jij hem al eens zien vallen? Ik niet.’ Een hongerklop heeft hem wel al vaker genekt.
Anticipeer op zijn aanval
Anticiperen. Synoniem voor aanvallen vóór de topfavoriet zich op gang trekt en op een moment dat hij nog niet uit zijn comfortzone wil komen. Het favoriete stopwoord van de ploegleiders als respons op tactische vragen wordt ook in deze case gretig gebruikt: ‘Ik heb het de voorbije jaren genoeg meegemaakt met Cancellara. Het was dan aan Fabian om aan het einde met één raid alle vroege vogels op te rapen’, zegt Dirk Demol. Nu hij het als ploegleider van Trek-Segafredo zelf moet opnemen tegen een superman, kiest hij ook voor de tactische rage. ‘Met Stuyven en Degenkolb heb ik straks twee kopmannen. Dan kunnen we spelletjes spelen.’
Laurenzo Lapage (Orica-Scott) beaamt: ‘Je moet hem in het defensief dwingen. En niet één keer, maar constant. Hij zal ook niet elke aanval kunnen neutraliseren.’ Bij Frison klinkt eenzelfde plei- dooi. Al plaatst ook hij kanttekeningen. ‘Een verrassingsaanval wordt moeilijk. Hij is tactisch gegroeid. Hij rijdt vaak in zesde positie, ideaal om het overzicht te behouden en tegelijk snel te kunnen reageren. Ik zie hem in staat om zelf van ver aan te vallen en iedereen naar huis te rijden.’
Zet alles op de sprint
Het tegenovergestelde van anticiperen is niks ondernemen en wachten op een massasprint. Harelbeke en Wevelgem zijn al wel vaker betwist met een sprint van vijftig renners. ‘Met Degenkolb durven wij een sprint met Sagan aan’, zegt Demol. Naast de Duitser zijn er met Kristoff, Démare, Gaviria, Boonen, Debusschere en Theuns nog andere klassieke renners met een stevige sprint. Lotto-Soudal heeft met André Greipel, die speciaal toewerkt naar de Ronde van Vlaanderen en Roubaix, ook een heel snel wapen in huis. ‘Sagan is snel, maar in de sprint niet de snelste. De voorwaarde is wel dat de koers niet te hard geweest mag zijn. Na een overlevingstocht bot de snelheid van de pure sprinters af ’, zegt Laurenzo Lapage. En laat de Vlaamse klassiekers nu juist vaak kruistochten zijn.
Werk braaf mee
If you can’t beat him, join him. Sagan is een coureur die altijd vol wil koersen. Slepen en linkeballen staan niet in zijn woordenboek. Hij verdraagt het ook niet. In Gent-Wevelgem van vorig jaar waren Sagan en Cancellara de grote motoren van de kopgroep. Sep Vanmarcke – allicht van niet beter kunnen – sloeg al eens een kopbeurt over. In de Omloop Het Nieuwsblad waren de kopbeurten van Vanmarcke ook iets minder fors en korter dan die van Van Avermaet en de wereldkampioen. Het zijn zaken die Sagan ergeren. Dat hij nadien in de televisiestudio smalend aan Vanmarcke vroeg waarom hij niet had aangevallen, was typerend.
‘Een renner die hard meewerkt gun je al sneller iets dan een sleper. Dat is altijd al zo geweest. Mocht Sagan voelen dat hij zelf niet kan winnen, zal hij de metgezel die meewerkt het wel gunnen, terwijl hij er alles aan zal doen om de sleper niet te laten winnen’, zegt Frison. Braaf meewerken in de kopgroep en hopen op een gulle wereldkampioen, kan een noodoplossing zijn.
Maak een Vlaamse combine
De Ronde van Vlaanderen 2011. Fabian Cancellara had een week eerder de tegenstand naar huis gereden in de E3 Harelbeke en was de sterkste man. Die dag reden verscheidene ploegen niet om zelf te winnen, wel om Cancellara te doen verliezen. Uiteindelijk won een outsider: Nick Nuyens. Een scenario dat ook nu tot de moge- lijkheden behoort. ‘Stel dat hij binnen drie weken zowel Waregem, Harelbeke als Wevelgem wint, dan zit er misschien niets anders op dan een ouderwetse ploegoverschrijdende combine’, zegt Walter Planckaert van Sport-Vlaanderen. De éminence grise van de ploegleiders heeft het in het verleden genoeg gezien en toegepast.
Te veel overmacht levert jaloezie op bij de tegenstand. Zeker als je er dan nog bij zegt dat je maar aan het trainen bent. Sagan is met
‘Met Stuyven en Degenkolb heb ik straks twee kopmannen. Dan kunnen we spelletjes spelen’ DIRK DEMOL Ploegleider Trek-Segafredo
zijn koeter-Engels zeer populair bij de supporters, bij zijn collega’s bestaat op termijn de kans op nijd. Een samenwerking tussen Quick Step Floors en Lotto-Soudal, zie je het al gebeuren? ‘Vroeger was dat veel eenvoudiger. Nu kan je dat bijna niet maken tegenover de sponsors’, zegt Planckaert.
Ploegoverschrijdende combines zijn zeldzamer, vriendschap tussen renners niet. ‘Stel je voor dat Benoot en Boonen samen in de kopgroep zitten. Die twee komen goed overeen. Ik kan mij inbeelden dat zij liever elkaar zien winnen dan iemand die ze niet kennen’, aldus Frison.
Eén probleem. Belgen die elkaar iets gunnen in plaats van elkaar de duvel aan te doen, het is nog niet vaak gebeurd. Ter herinnering. In de Ronde van Vlaanderen 2014 reden met Vanmarcke, Vandenbergh en Van Avermaet drie Vlamingen in de kopgroep van vier. De Zwitser Cancellara won.