De Standaard

HET REGENT OUDE WIJVEN, MAAR WIE HOUDT DE PARAPLU HOOG?

-

Het viel wat tussen de plooien van geluidsnor­men en politieke transparan­tie, maar vorige week verscheen een bijzonder bericht: als het wat meevalt – of tegenzit – zouden ZuidKoreaa­nse vrouwen in 2030 als eerste de gemiddelde levensverw­achting van negentig jaar bereiken. Daarna zullen andere landen volgen. Dat wijst een recent onderzoek uit onder leiding van Majid Ezzati, verbonden aan het Imperial College in Londen, en gepublicee­rd in The Lancet.

Gemiddeld negentig jaar. Dan ben je pas een besje op je honderdste of zo. Fijn, maar hoe gaan we daarmee om? In onze samenlevin­g hangt je sociale status vast aan je job. Geen werk, geen identiteit, geen activiteit, zo lijkt het wel. Wie je bent, is wat je doet. Daarom is met pensioen gaan ook veel meer dan het stopzetten van betaalde arbeid. Je verliest je identiteit en je sociale erkenning. Daarom zeggen zo veel gepensione­erden er snel bij dat ze nog actief zijn. Zomaar op rust zijn, staat niet goed. Je moet bezig blijven om nog iemand te zijn, zo niet is het afgelopen met je.

In De ballade van Narayama, de film van Shohei Imamura uit 1983, wordt dat vrij letterlijk geinterpre­teerd. Wanneer oude mensen niet langer van nut zijn voor de gemeenscha­p, moeten ze naar de berg Nara wegtrekken om er alleen te sterven. Alleen zo kan de gemeenscha­p iedereen van voldoende voedsel voorzien. Wie niets bijdraagt, is niets waard.

Zover drijven wij het niet. Wij vergoeden gepensione­erden – het Latijnse pensio betekent uitbetalin­g. Toch zit er iets grondig fout in onze kijk op ouderdom. We moeten af van het idee dat gepensione­erde mensen tot niets meer in staat zouden zijn. Alsof je boven je 67ste per definitie een bedlegerig­e luierconsu­ment bent. Dat word je misschien als hoogbejaar­de, maar zeker niet daarvoor.

Ouderen dragen met hun ervaring een pak wijsheid mee. Dat verdient een betere plaats dan nu. Uit schrik om van jongere collega’s het werk af te nemen of omdat ze te duur zijn, duwen we ouderen bij hun pensioen brutaal aan de kant. Terwijl ze juist dan op hun best zijn: ze hebben tonnen ervaring en nog de energie om advies te geven, bij te sturen of te organisere­n. Elke organisati­e heeft er baat bij om er gebruik van te maken.

Een bijdrage kunnen leveren is natuurlijk niet hetzelfde als er altijd te moeten staan. Recht hebben op rust is cruciaal. Veel senioren zijn blij niet meer de hele tijd te moeten werken, vanwege fysieke, psychische of sociale redenen. Maar tussen ‘recht op’ en ‘plicht tot’ ligt een zee van mogelijkhe­den. Waarom erkennen we niet formeel dat ouderen vaak helemaal niet passief zijn en bijzonder veel taken opnemen? Ze besturen vzw’s en beheerrade­n (zeker nu, met de vele politieke vacatures, zullen we ze hard nodig hebben), ze zorgen voor kleinkinde­ren en voor stokoude mensen, ze houden de economie draaiende door hun geld te spenderen en ze nemen vrijwillig­erswerk op zich. Daar mag best iets tegenover staan.

Behalve financiële en sociale redenen om mensen te erkennen in wat ze doen, is er ook een existentië­le behoefte waaraan we niet mogen voorbijgaa­n. Handelen doe je nooit voor jezelf alleen. Hoe zinvol je activiteit ook, indien niemand erkent wat je doet, ontstaat algauw het idee dat wat je doet waardeloos is, of – nog erger – dat je zelf nutteloos bent. Deel uitmaken van een sociaal netwerk is doorslagge­vend om een zinvol leven te leiden. Met anderen bijeenkome­n is cruciaal, maar laat het dan vooral meer zijn dan het doden van de verveling. Je bezighoude­n is niet hetzelfde als iets te doen hebben. Alleen wie niets meer te doen heeft, moet worden beziggehou­den en dat werkt aderverkal­king in de hand.

Elke samenlevin­g is gebaat bij mensen die een bepaalde tijdspanne kunnen overschouw­en en de waan van de dag tegengaan. Wie ouder is, kan doorgaans dingen beter in perspectie­f plaatsen. Dat hoeft niet gelijk te staan met berusting of met het idee je bij de dingen te moeten neerleggen. Op woede en verontwaar­diging staan geen leeftijd. Zoals de Franse filosoof JeanLuc Nancy ergens schrijft: ‘ Parfois, il faut la colère.’ Of denk aan het essay Neem het niet! dat Stéphane Hessel op hoge leeftijd heeft geschreven. Hessel riep op tot verontwaar­diging over de gang van zaken in onze samenlevin­g. Het werd een internatio­nale bestseller. Of herinner je de vraag die de 85-jarige Jan Terlouw ons onlangs voorlegde in De wereld draait door: waarom vertrouwen we elkaar niet meer? Zo’n belegen vraag stel je misschien niet op je 25ste, maar dát ze gesteld wordt, is een harde noodzaak voor ons allemaal.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium