‘Homans moet praktijktests invoeren voor overheidsjobs’
De Vlaamse overheid maakt haar voorbeeldfunctie inzake diversiteit niet waar, zegt de adviesraad Serv, waarin werkgevers en werknemers zitten.
| De Vlaamse sociale partners en de zogeheten ‘kansengroepen’ dringen bij Vlaams minister van Gelijke Kansen Liesbeth Homans (N-VA) aan om praktijktests uit te rollen voor de selectie en werving van overheidspersoneel. Dat staat in een advies van de SociaalEconomische Raad van Vlaanderen (Serv) en zijn Commissie Diversiteit, dat gisteren goedgekeurd en gepubliceerd werd. De timing – midden in de ‘Unia-heisa’ – is toevallig: de minister had een maand geleden zelf om het advies gevraagd.
Bij praktijktests worden twee cv’s ingestuurd voor vacatures, bijvoorbeeld één met een buitenlandse naam en één met een Belgische naam om eventuele discriminatie vast te stellen. Of een jongere kandidaat versus een oudere kandidaat. Dat de werkgevers en -nemers zich unaniem uitspreken vóór praktijktests, is opmerkelijk. De Serv baseert zich uitgerekend op cijfers van Unia, het gelijkekansencentrum dat de N-VA in vraag stelt. In 2016 opende het 132 dossiers in de publieke sector, tegenover 71 in 2015, aldus het advies. ‘Daaruit blijkt dat de overheid haar voorbeeldfunctie niet waarmaakt.’
De Serv geeft nog mee dat de Vlaamse universiteiten ervaring hebben met ‘dit soort onderzoek’, lees: praktijktests. Parallel daarmee betreurt de Raad het ‘ten zeerste’ dat de Vlaamse overheid minder gebruikmaakt van stages en jobstudenten voor kansengroepen, want ‘dat is een belangrijk potentieel rekruteringskanaal’.
SP.A-parlementslid Yasmine Kherbache noemt het signaal van de Serv een ‘welkome, serene reactie op de échte problemen’. ‘De geesten zijn gerijpt, andere overheden zijn al bezig met praktijktests. Op Vlaams ni- veau is alleen de N-VA er nog tegen gekant. In plaats van te polariseren zou de minister beter discriminatie écht aanpakken. De sociale partners tonen de weg.’ Kherbache wijst erop dat haar partij zo’n twee jaar geleden al een voorstel van decreet indiende, het juridische werk is dus verricht. ‘Nu nog de politieke daadkracht.’
Er is ook positief nieuws, benadrukt de Serv. Zo looft hij ‘het goede werk van de dienst diversiteitsbeleid’ en concrete zaken zoals de uitbouw van het re-integratiebeleid, of het feit dat de focus verschoven is naar individuele maatregelen. ‘Maar die verschuiving moet wel gepaard gaan met voldoende budget.’ En daar knelt het schoentje: de besparingen op ‘koppen’ vallen disproportioneel op personen die deeltijds werken zoals vrouwen, of personen met een handicap of chronische ziekte.
Wat die laatste categorie betreft, haalt de overheid haar streefcijfer van 3 procent niet. ‘Vandaag bedraagt hun aandeel slechts 1,3 procent, de groep blijft sterk ondervertegenwoordigd’, stellen de sociale partners vast. ‘ Om de streefcijfers te halen, zijn er meer dwingende maatregelen nodig.’ Die dwingende maatregelen komen de facto neer op het invoeren van quota, weet Kherbache.
Tot slot vraagt de Sociaal-Economische Raad ook met aandrang om de personen met een buitenlandse herkomst te tellen volgens de Europese definitie. Homans versoepelde de definitie, waardoor iedereen die één ouder heeft uit een ander land – ook een buurland – in de categorie zit, terwijl het vroeger alleen ging om personen met roots buiten de zogeheten ‘EU15-landen’. Op het kabinetHomans wil men het advies eerst bestuderen.
‘In plaats van te polariseren zou de minister beter discriminatie écht aanpakken’ YASMINE KHERBACHE Parlementslid SP.A
| Traditioneel ligt het Vlaams-nationalisme met het Gelijkekansencentrum overhoop. Van bij de oprichting in 1993 kwam er veel kritiek op de manier waarop het zijn rol vervulde. Zo botste de voorganger van Unia met het racistische discours van het Vlaams Blok. Die partij sprak van een ‘gedachtepolitie’. Een deel van de N-VA-achterban heeft dat gevoel steeds gedeeld.
Meteen wordt ook het personeel gewantrouwd. Dezer dagen bulkt Twitter van de karaktermoorden op directrice Els Keytsman (met een verleden bij Groen, Oxfam en Vluchtelingenwerk), terwijl ze door de regering-Michel (en met de instemming van de N-VA) na een stevig assessment werd benoemd. Haar medewerkers zouden dan weer het hart links dragen.
Miss België
Die kritiek wordt niet gedeeld door enkele bestuurders. Dat het personeel een zeker engagement tentoonspreidt, wordt beaamd. ‘Het zijn mensen die dicht bij het thema staan en echt denken dat ze voor een organisatie werken die het verschil maakt’, merkt een voormalige werknemer op. Ze zijn in de eerste plaats ‘waardengedreven’, voor het hoge loon hoeven ze het niet te doen.
Maar de directie waakt over een goed evenwicht. Aangezien zij verantwoordelijk is voor de output, bepalen enkelingen niet zomaar het beleid. Toch detecteerde een onderzoek van Unia zelf het probleem. Zo ziet de bevolking het Interfederaal Gelijkekansencentrum in eerste instantie ‘als een instelling die zich bezighoudt met het spanningsveld “autochtoon/allochtoon” en daarin niet altijd even neutraal, onpartijdig of onafhankelijk optreedt’. Gisteren haalde de N-VA de studie graag boven om haar gelijk te onderstrepen. De partij vindt dat Unia bepaalde zaken negeert – de imam van de Grote Moskee – of pietluttigheden oppikt – de emoticon van Miss België.
Dubbele moraal
Stond de frontale aanval in de sterren geschreven, toch blijft het vreemd dat hij komt op een moment dat Unia bij opiniedelicten steeds minder naar de rechter stapt. Daardoor gaat het klassieke verwijt – gedachtepolitie – steeds minder op. Unia probeert eerst door bemiddeling de zaak te koelen. Alleen in uiterste gevallen helpt het slachtoffers bij een juridische procedure. Op die manier wordt de vrijheid van meningsuiting niet ingeperkt. Bij een racistische uitlating moet er kwaad opzet zijn gemoeid.
Dat maakt de N-VA-kritiek op de Unia-houding in de zaak van de pro-Palestijnse militanten opmerkelijk. Unia zag een juridische procedure niet zitten, omdat er volgens het centrum van kwaad opzet geen sprake was. De uitgelekte e-mail van de Unia-jurist verwijst daarbij naar de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, een kijk die verschillende juristen verdedigen. De beschuldiging als zou Unia ‘hypocriet en met een dubbele moraal’ hebben gehandeld, lijkt daarmee als een boemerang terug te keren. Alleen omdat er Antwerpse joden bij betrokken zijn – de N-VA legt die gemeenschap in de watten – trekt de partij van leer.
Pas de wet aan
Op Radio 1 nuanceerde de rector van de Antwerpse Universiteit Herman Van Goethem, tevens lid van de raad van bestuur, ‘dat Unia er meer voor moslims dan voor joden zou zijn. ‘Ik denk dat er twintig of dertig keer meer moslims dan joden in België zijn. Dan hoeft het niet te verwonderen dat er veel meer zaken zijn waarbij moslims zijn betrokken. Bij joden gaat het vaak over opiniedelicten, wat om technische redenen moeilijker te vervolgen is. Bij andere groepen gaat het meer om discriminatie op de werkvloer of door verhuurders.’
De kern van de zaak lijkt de botsing tussen de juridische aanpak van Unia en de identitaire aanpak van de N-VA. Die partij voert een Kulturkampf, Unia wil de wet toepassen. Dat resulteert in de vaststelling dat een boerkiniverbod op basis van de huidige wetgeving verre van evident is. Of in de analyse dat een schepen van Burgerlijke Stand justitie niet aan zijn kant heeft wanneer hij een koppel weigert te trouwen omdat de bruid hem geen hand geeft. Zelfs al betwist niemand het erg ongepaste gedrag.
De oplossing lijkt dan niet het vervlaamsen van Unia, maar het aanpassen van de wet.
Een deel van de N-VA-achterban ziet het Gelijkekansencentrum als ‘gedachtepolitie’. Meteen wordt ook het personeel gewantrouwd