Als liefde dwangarbeid wordt
Tom Heremans trekt 7 lessen uit Blind Getrouwd
1. Een naakte vreemde in je bed is raar
In blind getrouwd ontmoeten aanstaanden elkaar voor het eerst op het gemeentehuis, net voor hun huwelijk. Aansluitend volgt hun huwelijksfeest, waarna ze meteen ook hun huwelijksnacht samen doorbrengen in een hotelkamer. Breekt het koude zweet u ook uit als u zich dat laatste probeert voor te stellen?
Er bestaan stellen die na twintig jaar huwelijk nog altijd niet samen in de badkamer hun tanden poetsen, laat staan in die badkamer naar het toilet gaan in het bijzijn van de ander. Het is zoals de beroemde filosoof en jazzdrummer Charlie Watts ooit zei, gevraagd naar het geheim van een goed huwelijk: ‘ Twee badkamers.’
Dergelijke praktische beslommeringen zijn al een marteling voor veel gevestigde koppels, en voor nieuwbakken smoorverliefde stelletjes. Wat moet dat dan zijn voor twee mensen die elkaar net hebben ontmoet? Je zag een van de pasgetrouwde mannen, toen hij het kleine sanitaire blok in zijn hotelkamer zag, paniekerig denken: ‘Maar wat als ik straks moet kakken?’
De gêne wordt nog groter als ze samen in bed moeten kruipen. Bij een van de vier koppels liep de bruidegom al meteen in niets dan zijn strakke onderbroek door de hotelkamer. Die jongen had een afgetrainde sixpack en een flinke herenbobbel, maar je zag zijn prille bruid toch haar uiterste best doen om naar iets anders te kijken.
Bij een ander stel mochten we in de vroege ochtend aanschouwen hoe hij in zijn blote bovenlijf op de rand van het bed ging zitten, de dons nog zedig over zijn middel. Toen bukte hij zich om zijn onderbroek van de grond op te rapen en aan te trekken. Zij moet die nacht doodsangsten hebben uitgestaan.
Ook tijdens de aansluitende huwelijksreis blijft lichamelijke nabijheid een netelige kwestie. ‘ De intimiteit zit goed tussen ons, ik slaap probleemloos in mijn ondergoed en zo’, zei een van de mannen. Zij knikte en zei: ‘Ik heb hem helemaal niet gevoeld, nee.’ Daar konden we nog alle kanten mee uit. LES ÉÉN: stop een pyjama in je reiskoffer als je meedoet aan Blind getrouwd.
2. Niet iedereen houdt van aanrakingen
Deze les sluit zo nauw aan bij de vorige, dat we ze er maar meteen achteraan gooien. Bij minstens twee van de vier koppels in dit tweede seizoen van Blind getrouwd wordt al snel op fysiek contact aangestuurd. Geen expliciete seks, dit is Temptation Island niet, wel expliciete liefkozingen: handje vasthouden, kusje hier, hand op het bovenbeen, kusje daar. Verbaast het dat het telkens de man is die het initiatief neemt tot fysiek contact? ‘Vrouwen hebben altijd meer tijd nodig’, zegt op zeker ogenblik een van de bruiden, die nochtans haar match redelijk ziet zitten. ‘Je mag dat niet forceren.’
De meest lichamelijke bruidegom kreeg daar (rijkelijk laat) van zijn eega een opmerking over. Bij gebrek aan een goeie Nederlandse term viel het woord awkward, en toen werd het ineens awkward.
Goed, maar dan houdt het tenminste op, zou je denken. Nee, hoor. ‘Nu ben ik onzeker’, zei de echtgenoot. ‘En als ik onzeker ben, dan zoek ik bevestiging, en dat doe ik dan weer door lichamelijk contact te zoeken.’ Geen genade.
LES TWEE: blijf met je fikken van haar af als ze dat vraagt.
3. Wees eerlijk, maar niet te eerlijk
Een van de bruiden heeft geen enkel romantisch gevoel bij haar bruidegom: ‘Er is geen klik’. Ze hebben het daar uitgebreid over. In bedekte termen weliswaar, maar je voelt zijn zelfbeeld langzaam verschrompelen, ongetwijfeld samen met zijn testikels. Op zeker ogenblik zegt zij, in een poging het leed te verzachten: ‘Trek het je niet aan, mijn ex was ook allesbehalve knap.’
LES DRIE: spreekt voor zich, dachten we zo.
4. Niemand heeft een type
Deze les sluit zo nauw aan bij de vorige dat we ze er maar meteen achteraan gooien. De bruid uit les drie kan niet genoeg be-
klemtonen dat haar echtgenoot ‘haar type’ niet is. Als hij dan vraagt wat haar type precies is, dan moet ze het antwoord schuldig blijven.
Dat komt natuurlijk doordat ze geen type heeft. Ze weet alleen dat hij haar type niet is. Geen zinnig mens heeft immers een type. Types zijn gebaseerd op niet ter zake doende fysieke kenmerken. Sommige mannen vallen op blonde vrouwen van 172 cm groot met een D-cup en een Brazilian wax. Sommige vrouwen verkiezen kale mannen met brede schouders, een sleeve-tattoo op hun gespierde linkerarm en een honkbalpet waarvan de klep verkeerdelijk aan de achterkant zit vastgenaaid. U kunt die vrouwen, mannen en de types waarop ze vallen aan het werk zien in, alweer, Temptation Island.
De rest van de wereldbevolking heeft geen ‘type’. Echte mensen worden verliefd op een glimlach, een grap, een oogopslag, een haarlok, een stem, een oorlel. Of een bankrekening.
LES VIER: mensen die zeggen dat je hun type niet bent, vinden je te dik of te lelijk. Ze zijn zelf lelijk. 5. Soms is er een reden waarom iemand vrijgezel is Als je in de eerste aflevering van Blind
getrouwd kennis maakt met de geselecteerde deelnemers, dan kun je van sommigen niet geloven dat ze vrijgezel zijn, en bovendien zo wanhopig op zoek zijn dat ze hun lot in handen leggen van dit programma. Ze zijn niet onknap (de vrouwelijke deelnemers, vooral), ze hebben geen aanwijsbare handicaps, ze zijn financieel onafhankelijk. Gaandeweg leer je ze beter kennen en dan denk je: ‘ Mwah, ik begin het te snappen.’ Sommige deelnemers – let wel: niet allemaal – hebben een apart kantje. Ze zien hun mama te graag, ze zijn possessief, ze verdragen geen enkele opmerking over de manier waarop ze hun leven en hun flat hebben ingericht, of ze zijn zulke controle- freaks dat al hun relaties gedoemd zijn te mislukken. Tenzij de relatie met hun hond. Opvallend veel deelnemers aan dit programma hebben een hond.
LES VIJF: let op voor vrijgezellen met een hond.
6. Wetenschappelijk matchen is quatsch
Probeer bovenstaande zin eerst vijf keer na mekaar snel uit te spreken. Laat daarna het volle gewicht ervan doordringen, want hij zet het concept van Blind getrouwd op de helling. Het is boeiend om mensen elkaar te zien aftasten, op zoek naar een opening (dat klonk helemaal anders dan we het bedoelden). Het is aandoenlijk hoe hard zelfs de totale mismatches hun best blijven doen om er iets van te maken (of toch de schijn op te houden). Dat levert onvergetelijke quotes op als ‘ik ga mij toch nog smijten’, en ‘ik zie nochtans perfect waarom we gematcht zijn, in sommige opzichten zijn onze persoonlijkheden een kopie van elkaar’. Misschien is dat precies het probleem, daar al eens aan gedacht?
Ook de veelbelovende koppels moeten elkaar en vooral zichzelf moed inpraten. ‘Kom, we hebben nog vijf weken om verliefd te worden.’ Of ook: ‘Veel relaties beginnen uit vriendschap en eindigen in liefde.’
LES 6: liefde mag dan een werkwoord zijn, het is ook weer niet de bedoeling dat het dwangarbeid wordt.
7. Soms werkt het verdorie wel
Blind getrouwd is een succesvol internationaal tv-format, en volgens de makers blijft er altijd minstens één koppel getrouwd, na afloop van de proefperiode van vijf weken. Dat was ook het geval in het eerste seizoen van de Vlaamse versie: Stijn en Nuria, die aanvankelijk weinig met elkaar op hadden, zijn nog altijd samen. Eén op drie, dus, want vorig jaar waren er maar drie ‘wetenschappelijke matches’.
Dertig procent slaagkans, dat is wellicht niet slechter dan bij toevallig tot stand gekomen relaties. Maar ook niet beter. Loont het dan wel de moeite om die afschuwelijk gênante badkamermomenten te doorstaan? Of is het de deelnemers toch om hun
fifteen minutes of fame te doen? Dat kwam gisteravond onbedoeld ter sprake, toen de vier bruidsparen tijdens hun huwelijksreis een vragenlijst moesten overlopen om elkaar beter te leren kennen. ‘ Zou je graag beroemd zijn?’, hoorden we een van de bruidegoms van de vragenlijst aflezen. Voor de camera van een programma waar bijna een miljoen mensen naar kijken, antwoordde zij: ‘Nee, absoluut niet’. LES 7, TEVENS EINDCONCLUSIE:
de mens is het onpeilbaarste van alle zoogdieren.
Als je in de eerste afle vering kennis maakt met de geselecteerde deelnemers, kun je van sommigen niet geloven dat ze vrijgezel zijn. Gaandeweg leer je ze be ter kennen en dan denk je: ‘Mwah, ik begin het te snappen’