De Oscars, een statement bij maanlicht
Iedereen verwachtte een rondje Trumpbashen op de Oscarnacht. Maar Hollywood kroop uit zijn loopgraaf. De Academy bekroonde een film over een zwarte homo en dat volstond als signaal. Ook als het geen signaal was.
Het is ook een kwestie van zelfbehoud. Door van leer te trekken tegen Trump, duwt Hollywood zijn fans alleen verder van zich af
‘ We can make America great again’, stak presentator Jimmy Kimmel de Oscarshow op gang. ‘ It starts with us.’ Hij vatte de teneur samen van de verdere nacht: we moeten de hand reiken, we moeten zelf het goede voorbeeld geven. Kimmel deelde wel sneren uit aan president Trump, die Meryl Streep – twintig Oscarnominaties op zak – een overschatte actrice genoemd had. Maar de teneur bleef vrij licht, minder vijandig dan verwacht.
Dat was duidelijk een beredeneerde koersbepaling van de producers van de show. Maar ook de meeste winnaars hielden zich eraan in hun speeches. Op de Golden Globes waren de dankwoorden veel explicieter anti-Trump, met name die van Meryl Streep en Viola Davis.
Op voorhand leek het alsof er maar twee mogelijkheden waren voor de speeches: ofwel inhakken op de nieuwe president, ofwel wijselijk zwijgen. Veel openlijke Trumpfans zaten er immers niet in de zaal – zelfs Mel Gibson houdt zich daarover op de oppervlakte. Maar de show koos de middenweg: af en toe een luchtige sneer, en verder niet te veel preken.
Liberaal clubje
Dat was een wending. Tijdens een van de prijzengala’s voorafgaand aan de Oscars gaf acteur Mahershala Ali (Moonlight) een ontroerende speech over minderheden accepteren – en die keer dat hij zijn moeder aan de telefoon vertelde dat hij moslim is. Maar op het Oscarpodium zweeg hij daarover.
Met enig cynisme kun je stellen dat het Hollywoodtalent eieren voor zijn geld kiest. De artiesten beseffen dat ze nu moeten meedraaien in het Trumptijdperk en de rechtse krachten beter niet tegen de haren strijken.
Maar het is ook een kwestie van zelfbehoud voor Hollywood zelf. Door van leer te trekken tegen Trump heeft het weinig te winnen, integendeel: het duwt de trumpsters alleen verder van zich af. Volgens de eerste schattingen vielen de kijkcijfers van de Oscarshow alweer tegen. Daar zijn meerdere redenen voor, zoals veranderd kijkgedrag door de sociale media. Maar een ervan kan ook zijn dat almaar minder Amerikanen verwantschap voelen met het selecte, in hun ogen liberale clubje dat zichzelf in de bloemetjes zet met gouden beeldjes.
Niet langer ‘so white’
Hollywood koos ervoor om de loopgraven te verlaten. Dat kon het doen omdat het zelfvertrouwen had: de Academy die de Oscars uitreikt, is als een feniks uit de as herrezen. De voorbije jaren lag de Academy stevig onder vuur: twee jaar na elkaar waren alle genomineerde acteurs blank. De hashtag #OscarsSoWhite was geboren. De Academy beloofde verandering en ging door een hervormingskuur.
Dit jaar was dat protest verstomd, simpelweg omdat er in alle categorieen kleur was te bekennen – zo waren vier van de vijf genomineerde docu-
mentaires van de hand van zwarte regisseurs. Dat lag niet aan de vernieuwingen in de Academy, er was dit jaar gewoon een sterker ‘gekleurd’ aanbod.
Het gevoel dat er een goed voorbeeld werd gesteld, gaf de aanwezigen vleugels. Ze hoefden niet zelf in de aanval te gaan. Het volstond om een film als Moonlight de hoofdprijs te geven, een film over een zwarte homo. Dat is een statement op zich.
Wat niet betekent dat de Academyleden op Moonlight, Ali of regisseur-scenarist Barry Jenkins hebben gestemd om een statement te maken. Deze Oscar is geen excuusaward, ingegeven door politieke correctheid. Dat had je kunnen zeggen als gelijkekansenfilm Hidden figures had gewonnen – waar nooit sprake is van geweest.
Moonlight gaat niet in hoofdzaak over racisme en is geen openlijke aanklacht tegen discriminatie. Misschien is dat nog het strafste aan deze Oscarwinnaar. De film van Barry Jenkins gaat gezwind voorbij aan het vastgeroeste idee dat zwart talent op de Oscars alleen mag opdraven in typische thematiseringen van de minderwaardige rol van zwarten in de samenleving – van de Oscar voor Hattie McDaniel in Gone with the
wind tot onlangs die voor Octavia Spencer in The help.
Moonlight is een gevoelig drama, herkenbaar voor zwart en blank, voor ieder mens. Dat bekronen, dat is in 2017 een politieke daad.
Geen ‘Toni Erdmann’
Nu, als het erop aankwam, stemden veel Academyleden wel met politieke inspiratie. En dan bedoelen we: wanneer het de eigen sector onmiddellijk aanbelangt. Toni Erdmann was lange tijd topfavoriet in de categorie voor beste buitenlandse film. Tot Trump zijn visumban instelde voor inwoners van zeven landen in het Midden-Oosten, waaronder Iran. Regisseur Asghar Farhadi, een Iranier, vond dat zo grof dat hij besloot om dan maar de show te boycotten.
Bewonderenswaardig conse- quent? Of vooral uit eigenbelang? De heisa gaf hoe dan ook een urgentie aan zijn film: The salesman was plots de dappere keuze geworden, niet die Duitse komedie van bijna drie uur. En kijk: hij won zo zijn tweede Oscar, na eerder eentje voor A separation.
Hij liet op het podium dan maar een tekst voorlezen door Anousheh Ansari, de eerste Iraniër in de ruimte. ‘Ik ben afwezig uit respect voor mijn volk en de zes andere landen die worden geminacht door de onmenselijke wet die immigranten de toegang tot de VS weigert’, klonk het in de meest combattieve speech van de avond.
Geen ‘La la land’
Nog een stoel bleef leeg: die van Khaled Khateeb, de cameraman van The White Helmets, dat de Oscar kreeg voor beste korte documentaire met zijn portret van de gelijknamige reddingsploeg in Syrië. Khateeb had geen toegang tot de VS gekregen wegens ‘bezwarende informatie’.
Maar dat was het zowat qua poli- tieke stellingname. Overigens is het opvallend dat beide voorbeelden geen deel uitmaken van Hollywood. Dat lijkt een andere koers te gaan varen: niet radicaal en fataal als een Titanic richting ijsschots, maar eerder als een motorbootje, laverend tussen de hindernissen.
Had topfavoriet La la land gewonnen, dan was het argument overeind gebleven dat Hollywood vlucht in een nostalgie, met een film over een blanke actrice en blanke jazzpianist. Maar met de prijs voor Moonlight bevestigt het dat diversiteit en talent samengaan, en dat de werkelijkheid superdivers is. Dat is een spiegel die sommige Amerikanen vast niet bevalt. Maar het is wel de beste film van het jaar.
Tot slot: misschien was Trump toch nog de slimste. Hij negeerde het evenement volledig. Plots had de tweetende president wel betere dingen te doen dan te kijken naar die ellenlange Oscarshow. Desinteresse, zowel voor Trump als voor Hollywood is dat de grootste vijand.