OostEuropeanen keren Britten de rug toe
BRUSSEL | Wat gebeurt er met EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk wonen en werken, eenmaal artikel 50 wordt geactiveerd en de onderhandelingen over de Brexit echt van start gaan? Kunnen zij nog onbeperkt naar het VK reizen om er te werken? Het is een van de meeste concrete en gevoelige dossiers in de hele afhandeling van de Brexit.
Het ligt voor de hand dat de Britse regering een rem wil zetten op het aantal werkvergunningen. Immers, de belangrijkste reden voor de Britten om voor een uitstap uit de EU te kiezen, was het argument dat Londen te weinig controle heeft over de instroom van migranten.
Maar hoe snel en hoe drastisch wil de regering ingrijpen? The
Daily Telegraph meldde gisteren dat premier May de activering van artikel 50 – waarschijnlijk rond 15 maart – koppelt aan het vrij verkeer van werknemers uit de 27 EU-landen. Vanaf datzelfde moment zullen ze niet langer voor onbepaalde tijd in het VK kunnen verblijven. Er komen visa-vereisten en ze hebben niet langer recht op alle sociale voordelen.
In Brussel verslikten enkele onderhandelaars zich in hun koffie. Met zo’n maatregel zou May meteen het hele onderhandelingsproces hypothekeren. Aan EUkant gaat men ervan uit dat Londen pas de controle over zijn grenzen terugkrijgt als de Brexit een feit is. Over twee jaar dus.
Allerlei scenario’s
May’s woordvoerder deed gisteren zijn best om het bericht van
The Daily Telegraph af te zwakken. Hij liet weten dat ‘het statuut van de EU-burgers die in het VK werken, prioritair behandeld moet worden in de Brexit-onderhandelingen’. Met andere woorden: Londen zal op 15 maart niet eenzijdig beslissen dat EU-burgers voortaan een visum moeten aanvragen. Maar tegelijk beklem- toonde May’s woordvoerder nogmaals dat de Brexit in hoofdzaak gaat over het terugkrijgen van de controle over de eigen grenzen.
Zeker is dat er in de Britse regering allerlei scenario’s circuleren over wat er moet gebeuren met de 3,6 miljoen EU-burgers die in het VK wonen en werken. En sommige leden van de regering willen de drempels richting VK sneller hoger maken.
Roemenen en Bulgaren
De liberaal-democraten kwamen gisteren met het nieuws dat sinds het Brexit-referendum 18.300 EU-burgers hun aanvraag om zich permanent in het VK te vestigen, zagen afgewezen. Dat is 28 procent van alle aanvragen.
Meteen werd de suggestie gewekt dat Londen al bezig is de grenzen meer te sluiten voor EUburgers. Maar volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken moeten de cijfers niet zo geïnterpreteerd worden. Aanvragen worden om allerlei redenen gewei- gerd en er is geen stijgende lijn.
Zeker is wel dat er nu al minder Oost-Europese migranten naar Engeland trekken om er werk te zoeken. Integendeel: 39.000 Tsjechen, Slovaken, Polen, Hongaren, Slovenen en inwoners van de drie Baltische staten vertrokken. Een jaar eerder waren er maar 12.000 terugkeerders.
Na het referendum kende het VK een opstoot van racistisch geweld tegen Oost-Europeanen. Is dat verslechterde klimaat verantwoordelijk voor de uitstroom? Nicola White van het Bureau voor de Statistiek vindt het nog te vroeg om tot dat besluit te komen. Het aantal Roemenen en Bulgaren dat naar het VK komt, nam nog toe: van 19.000 naar 74.000.
Maar in sommige sectoren wordt de uitstroom al gevoeld. Landbouwers klagen dat ze te weinig seizoensarbeiders vinden. Ook in de rust- en verzorgingssector kan het vertrek van OostEuropese arbeidskrachten snel tot problemen leiden.
Sinds het Brexitreferendum zagen 18.300 EU-burgers hun aanvraag om zich permanent in het VK te vestigen, afgewezen In sommige sectoren wordt de uitstroom al gevoeld. Britse landbouwers klagen dat ze te weinig seizoensarbeiders vinden