Liesbeth Homans mag het (opnieuw) komen uitleggen
| ‘ Homans zou beter bevoegdheid integratie en inburgering aan haar laten voorbijgaan.’ De controverse over minister Liesbeth Homans (N-VA) na de aanval op Unia (DS 27 februari) was amper gaan liggen, of Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem (Open VLD) deed er gisteren vanuit Venetië – het parlement is met reces – nog een schepje bovenop.
Fractieleider Bart Somers (Open VLD) floot Van Volcem terug: ‘ Ze spreekt in eigen naam’, klonk het snel. Maar dat neemt niet weg dat Homans’ functioneren volgens meerdere parlementsleden van oppositie én meerderheid een ‘klein probleem’ wordt. Na de vakantie zal het parlement hoe dan ook over de kwestie debatteren. De reden? ‘ De polariserende toon’ van de minister over het interfederale gelijkekansencentrum Unia, zeggen CD&V en Open VLD.
‘Wij verwachten van een minister van Integratie een constructieve houding’, werpt fractieleider Koen Van den Heuvel (CD&V) op. ‘De minister zal tekst en uitleg moeten geven over haar houding tegenover Unia.’ Somers denkt er ook zo over: ‘Zowel Unia als de minister kan naar mijn mening beter’, zegt hij. ‘ Homans hanteert een polariserende toon, die kwetsend kan zijn voor de doelgroep. Ze spreekt soms relativerend over racisme en discriminatie. Dat is niet de juiste houding om bij te dragen aan de diversiteit.’
Voor de twee keer in enkele weken tijd komt Homans in de vuurlinie terecht. De ‘kentering’ in de nieuwe armoedecijfers waarmee ze onlangs uitpakte, zagen armoede-experts niet. De minister zwaaide met correcte cijfers, maar interpreteerde die volgens de experts verkeerd (DS 6 februari).
Deze keer is er meer aan de hand. Homans beweerde in de krant De Zondag dat 47 procent van de vluchtelingen analfabeet is. Het blijkt om 17 procent te gaan – 47 procent is laagopgeleid. Volgens Van Volcem, voorzitster van de parlementaire commissie Inburgering, is dat ‘Trumpiaans’. ‘De grote vraag is in welke mate het acceptabel is dat de minister een leugen vertelt’, vult haar medewerker Mattias De Vuyst aan.
Binnen haar partij morren collega’s ook weleens over haar ‘creatieve communicatie’, maar fractieleider Matthias Diependaele (N-VA) steunde Homans gisteren voluit. Volgens hem zegt Van Volcem wel vaker ‘rare dingen’.
Toch staat de Open VLD’ster niet alleen met haar kritiek. Bin- nen de commissie Inburgering klinken gelijkaardige geluiden over Homans. ‘ Ik heb de minister in de commissie ook op “Trumpismen” betrapt’, zegt Ward Kennes (CD&V). ‘ Zo zei ze onlangs dat haar voorganger de volledige veiligheidsrapporten over de moskeeën van de Staatsveiligheid kreeg. Marino Keulen (haar voorganger en nu Open VLD-parlementslid, red.) ontkent dat. Is ze slecht ingelicht, of volgt ze de dossiers niet goed op? Geen idee. Maar ze is niet de superminister die ze moest worden. De N-VA-top gaf haar zeven bevoegdheden – een te zware belasting.’
Kennes plaatst ook vragen bij Homans’ integratiebeleid. ‘Ze zet sterk in op taalverwerving. Het lijkt zelfs een criterium voor uitsluiting te worden. Homans rekent vooral op de zelfredzaamheid van nieuwkomers. Ze focust op twee zaken: het profitariaat eruit halen en de lat hoog genoeg leggen.’
Toch ziet hij ook positieve punten. ‘Ze heeft geld vrijgemaakt voor inburgeringstrajecten en de lokale besturen om erkende vluchtelingen op te vangen. Maar ik mis passie voor haar thema’s. Ze bedient liever de onderbuik van de Vlaming en van haar partij dan haar doelgroep, nieuwkomers die integreren en inburgeren.’
Ook in het veld klinkt achter de schermen kritiek. Zo zou het Agentschap Inburgering en Integratie een duiventil zijn. En op een studiedag van de administratie over taalbeleid zou zelfs niemand van Homans’ kabinet aanwezig geweest zijn.
Homans’ woordvoerder weerlegt de kritiek. ‘We zetten extra middelen in voor inburgering en hebben ons ingespannen om cursussen Nederlands ook na de werkuren te laten plaatsvinden’, zegt Jan Van der Vloet. ‘De minister heeft helemaal niet te veel bevoegdheden, ze verdedigt haar beleid steeds met verve in het parlement. Een debat over Unia willen we uiteraard voeren, maar een over de cijfers (van analfabeten onder vluchtelingen, red.) is minder zinvol: die staan open en bloot op de website van het Agentschap Inburgering en Integratie.’