Groeiplan moet nieuwe Jordy’s voorkomen
Je eigen boontjes doppen na een traject in de jeugdhulp is niet gemakkelijk. De Vlaamse overheid wil meer mogelijkheden scheppen om de hulp langer te laten lopen, zelfs tot 25 jaar.
Nu al mak en zo ’n 1.250 jongeren gebruik van voortgezette jeugdhulp, na hun 18de verjaardag. J ongeren moe ten daar zelf om vragen, maar dat is net wat velen nie t doen. Uitzonderlijk leidt dat tot drama’s, zoals in het geval van Jordy, die dakloos werd en omkwam van de honger en de kou (DS 17 december 2016).
Ook andere jongeren stuiten na enige tijd op de vaststelling dat het niet makkelijk is als je plots alles zelf moet doen en geen familie of netwerk hebt om op terug te vallen. Een anonieme jongere getuigt daarover in het boek Sur ma route van Cachet vzw, een lotgenotenvereniging voor jongvolwassenen na de jeugdhulp: Naar‘ school gaan en eten maken: dat lukte mij wel. Mijne frank begon pas te vallen na een paar maanden, toen ik bedacht: waar ga ik met Kerstmis naartoe?’
Een andere jongvolwassene vertelt over de eenzaamheid van het leven in een kleine studio: ‘Ik ben depressief gekomen omdat ik altijd maar alleen was (…). In ’ t begin is dat allemaal ik weet niet hoe plezant, maar op den duur weet je niet meer hoe en wat je moet doen. Ja, dat is voor mij een serieuze opdonder geweest.’
Samen op kot
De Vlaamse overheid wil daar nu een beter antwoord op formuleren. De V laamse minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) en het agentschap J ongerenwelzijn scharen zich achter een concept- nota inzak e voor tgezette jeugdhulp. De tekst wordt nu voorgelegd aan he t brede werkveld.
De ambitie is om de jeugdhulp op termijn te laten doorlopen tot 25 jaar indien nodig. Dit zou mogelijk worden in alle vormen van jeugdhulp: ook in pleegzorg , begeleid zelfstandig wonen, kamer - training en de thuisbegeleiding .
Daarbovenop wijst de conceptnota op een grote nood aan innovatieve verbli jfsvormen: kleine wooneenheden waar een beperkt aantal jongeren samenle ven onder een flexibel en aangepast toezicht. Mogelijk ook begeleid door vrijwilligers. Een bee tje zoals ‘ op kot’ gaan, onder het toeziend oog van de kotmadam.
Een ander nieuw idee zijn laagdrempelige ontmoe tingshuizen voor jongvolwassenen in elk e lokale gemeenschap. V oor beide voorstellen is e xtra geld nodig .
Groeiplan
Maatregelen die nu al getroffen kunnen worden: voor elke jongere die 16 is geworden en die langdurig in een voorziening of in de jeugdhulp woont, moet een groeiplan worden opgemaakt. Een plan op maat, waarin de ondersteuningsbehoefte van de jongere wordt beschre ven, zi jn plannen voor de toek omst en de mensen die hem daarbi j kunnen helpen. Kort voor de 18de ver jaardag zitten al deze mensen samen rond de tafel om de overgang concree t te maken.
In complexe situaties, me t erg moeilijke jongeren, kan de jeugdhulp een rondetafel bijeenroepen die geleid wordt door een externe partner, die rust moet brengen in het gesprek. Alle be trokkenen, eventueel ook de consulent en de jeugdrechter, stellen samen een ondersteuningsplan op en ge ven daarbij ook duidelijk aan waar en bij wie de jongere na vertrek uit de jeugdhulp terechtkan als het toch weer moeilijk loopt.
‘Ik ben depressief gekomen omdat
ik altijd maar alleen was. (...) In ’t begin is dat allemaal ik weet niet
hoe plezant, maar op den duur weet je niet meer hoe en wat je moet doen’