DE OVERLEVER
Ooit had ik een liefde van één heenvlucht lang. Daartoe waren we enigszins veroordeeld. Elf transAtlantische nachturen me t een gedeelde armleuning, en een te enthousiaste begroeting om ze nie t verder te gehoorzamen. U ren gepraat, naar The Notebook gekeken samen, ingedommeld, heel e ven, en daarna weer voor t: vertellen.
Zo’n nacht doorpraten, zei hi j, dat had hij niet meer gedaan sinds die ene nacht. J aren terug. Onderweg met de auto, en drie vrienden. Toen waren ze ook ingedommeld, en niet alleen de passagiers. Alleen hij had he t overleefd. En pas toen wist ik wat ik de hele nacht had gehoord: de stem van een overle ver. Hoezeer we ons ook dichterbi j vertelden, hij was nie t te bereik en. Niet in te halen. H ij lag een gestor ven leven voorop. En zelf bestond ik nog volstrekt oneindig .
Ik moest aan hem denk en in deze dagen van rampherdenkingen – Sierre, straks 22 maar t. Zoveel getuigenissen van kranige overlevers. Want kranig is hoe we ze verkiezen. Zij die winst haalden uit het verlies. Dat horen we graag , dat sust. ‘Schuldig ’, zo zei mi jn vluchtlief zich te voelen als enige overlever. ‘Alsof ik ze verraden heb door niet mee te ster ven.’ Nu moest hij dus wel voor tleven voor
vier. GelandG namen de overlever en ik afscheid.a Dat was voor Facebook, dat kon dus nog voorgoed.g