Molenbeek ligt in de markt
Molenbeek doorstond een loodzwaar jaar, maar de kanaaldynamiek viel er niet stil. Om alle bulten te effenen, moet nu ook de onderkant mee, stelt HANS VANDECANDELAERE,.
Elk pad is bezaaid met bulten, zeker dat van OudMolenbeek, de wijk waar Salah Abdeslam opgroeide en gearresteerd werd. De kleine overbevolkte buurt op anderhalve kilome ter van de Brusselse Grote M arkt stond vijf maanden lang in he t centrum van de mediaaandacht. De imagoschade was ver woestend.
Bijna een jaar later zi jn een paar bulten geëffend. De buur tbewoners wisten helemaal nie t dat Abdeslam zich schuilhield in een Molenbeekse kelder. De beschuldiging van een algemene ‘omerta’ bleek nie t te kloppen. Ook het verhaal dat OudMolenbeek maandenlang degradeerde tot ‘kalifaat van he t Westen’, schoot na de aanslagen geleideli jk aan tek ort. Onderduikadressen, ver takkingen en arrestaties in Italië, Duitsland, Nederland, Z weden, V laanderen, Wallonië en andere Brusselse gemeenten lieten een vanuit Syrië opgezet internationaal crimineel ne twerk zien. Daarin draaiden enk ele Molenbekenaars naast anderen mee. Dit klinkt anders dan een ‘ hub van terreurleveranciers’.
Vergeet de tijd niet waarin haast de hele wijk op het matje werd geroepen om zich collectief te verantwoorden. Een overgrote meerderheid van de 18.500 inwoners keurde het blinde geweld ondubbelzinnig af. Molenbeek werd zich beter bewust van het gevaar van radicalisering .
Andere bulten lig gen er nog steeds. I n welk e mate ont vouwden Molenbeek, en bi j uitbreiding he t Brussels G ewest, he t voorbi je jaar een goed e venwicht tussen een pre ventieve en een broodnodige repres sieve aanpak? In welke mate werken politie en politiek ef ficiënt samen met het Molenbeekse sociaal, cultureel en islamitisch midden veld? Al jaren trekken Vilvoorde en Mechelen in hun stri jd tegen radicalisering met succes deze kaar t. Wordt er in OudMolenbeek werk gemaakt van een goede nabijheidspolitie, die zich te voe t of me t de fie ts verplaatst, praatjes aanknoopt en gekrenkt ver trouwen herstelt? Een subgroep van Molenbeekse jongeren bezorg t je vandaag kippenvel. ‘IS is stront’, zeggen ze, ‘maar he t Belgische systeem eveneens.’
Voorbij de angstgrens
En toch: wie voldoende afstand neemt, merkt dat de buurt omstreeks 1990 met vallen en opstaan een pad heeft ingeslagen dat haar mi jlenver verwijderde van de grauwe jaren 80. OudMolenbeek is niet de enclave of de dierentuin die de buitenwereld er graag van maakt. Het is een wijk die meedraait in een grootstad en bijgevolg onderhe vig is aan de e volutie van die grootstad. V oor he t eerst sinds decennia trekt ze een nieuwe middenklasse aan die de angstgrens voorbij is en er met plezier komt wonen. OudMolenbeek kent een groot
stedelijke dynamiek die niet zomaar zal stilvallen. Het kanaal was jarenlang een mentale grens, maar ontpopt zich vandaag met lofts, restaurants en een museum tot een scharnier dat steunt op de charme van verblijven met zicht op water. De bal is aan het rollen. De woningbouw is lucratief. V astgoed wordt door verkocht tegen hogere tarie ven. H et aantal bedri jfsinvesteringen sti jgt, vooral in de sec toren van de kleinhandel, de ecommerce en de importexportondernemingen.
De ver wachting dat de wi jk een deel wordt van een opschuivend stadscentrum impliceer t dat ze diverse groepen zal bli jven aantrekken: toeristen, zak enreizigers, studenten of nog meer middenklassepubliek. Er zullen waarschi jnlijk op meerdere niveaus verschuivingen plaatsvinden. De kleinhandel zal zich verder diversifiëren van eersteen tweedelijnshandel naar derde en vierde, dus cafés, kranten en pralinewinkels. W ellicht kri jg je op termijn met kantoor en bedrijfsgebouwen ook meer variatie van werkvormen. De vermenging van kansarmen en kansrijken zal toenemen, ne t als de verdere ontplooiing van c ultuur en ontspanning op M olenbeeks grondgebied. Inclusieve stad
Op dit niveau spreek je niet meer over bulten, wel over tendensen. Maar let wel: het zou fout zijn om te denken dat de kanaaldynamiek de dieprood kleurende sociaaleconomische indicatoren kan oplossen. Dé vraag is in welke mate ook de onder
Een subgroep van Molenbeekse jongeren bezorgt je kippenvel. ‘IS is stront’, zeggen ze, ‘maar het Belgische systeem eveneens’
kant van M olenbeek in he t proces wordt meegenomen. W elke ontwikkelingskansen gaan we stimuleren? Hoe inclusief maken we een stad?
Ik spreek slachtof ferdenken nie t goed. Het doeuwbestverhaal en activeringsprogramma’s zi jn inderdaad een frac tie van de comple xe puzzel. Maar wie lost ondertussen de realiteit op waarbij mensen in OudMolenbeek slapen in kelders, op zolders en als die vol zitten, dan maar in achterbouwconstructies of garageboxen? Hoe efficiënt zal de Franstalige onder wijshervorming bli jken? Wie vi jlt de sociale her verdelingsmechanismen bi j? En denk vooral niet dat een verhaal over sti jgingskansen in M olenbeek een vervanmijnbedshow is. N aar schatting 60 procent van de inwoners die de wijk verlaat, doet dat nie t als ge volg van sociale mobiliteit. Z e bli jven in armoede steken en zoeken vooral in de Zenne en de Dender vallei naar een beter en goedk oper dak boven he t hoofd. Ook daar kan het pad af en toe hobbelig worden.