Schone strips van een ‘vuile kapitalist’
Je zou Michel-Édouard Leclerc een teruggetrokken Franse tegenhanger van Fernand Huts kunnen noemen. In Luik presenteert de mecenas en stripverzamelaar een mooie expo over de revolutie die de magazines ‘À Suivre’ (‘Wordt Vervolgd’) en ‘Métal-Hurlant’ veroo
‘De groep Leclerc is de tweede grootste boek verkoper van Frankrijk’, zegt MichelÉdouard Leclerc, ceo en eigenaar van de supermarktketen Leclerc. ‘ Ik wilde me daarom ook inzetten voor he t boekenvak. Ik besloot he t stripfestival in Angoulême te steunen. Toen ik daar voorgesteld werd als sponsor, riep Le Professeur Choron (een van de gezichten van het satirische undergroundblad ‘Hara
Kiri’, red.): “Wat komt die vuile kapitalist hier doen?” G elukkig waren er ook tek enaars die heel bli j waren me t de steun.’
Wat begon als sponsoring , groeide uit tot een passie. L eclerc leerde steeds meer stripmakers kennen, en kocht originele platen. ‘ Sommige tekenaars reken ik ondertussen tot mijn vrienden. Een verkoper raadde me aan een rode draad in mijn collectie te steken. Op die manier zou mi jn verzameling niet alleen mooie stukken bevatten, ze zou ook een interessant verhaal ver tellen.’
Het is het verhaal van de volwassenwording van de F ransBelgische strip ge worden. Aan de hand van twee toonaangevende bladen, het Franse MétalHurlant en het Belgische Wordt Vervolgd (À Suivre), doet Leclerc het relaas van de revolutie die in de jaren 70 en 80 woedde in de stripwereld. De tekenaars eigenden zich steeds meer vrjiheden toe. MétalHurlant legde zich toe op fantasy en sciencefiction, vaak in uitbundige kleuren en met soms exuberante paginaindelingen. Wordt Vervolgd koos voor meer literaire verhalen, die meestal in zwartwit werden uitgevoerd.
‘Strips in kleur , dat waren voor ons de traditionele a vonturenstrips van 44 bladzijden. Als je in zwartwit ging werken, dan leek het of alles k on. Dan mocht je gerust een verhaal van 120 pagina’s vertellen’, stelt François Schuiten, een van de tekenaars die naam maakte dankzij Wordt Vervolgd.
Experiment
Op de fraai vormgege ven e xpo in Luik wandel je van het ene topwerk naar het andere, 300 in totaal. Hugo Pratt, Jacques Tardi, François Schuiten, F rançois Bourgeon, Serge Clerc, Yves Chaland, José Muñoz, Jaques de Loustal, Tanino Liberatore, Moebius, M ilo M anara, Didier Comes, Enki Bilal… Het zijn nog niet eens alle namen van de beroemd geworden tekenaars die in de bladen publiceerden.
Sommige van hen werkten zelfs voor beide tijdschriften. Daar konden tekenaars en scenaristen naar har tenlust e xperimenteren en nieuwe vormen uitproberen. ‘Nu de tijdschriften grotendeels zijn weggevallen, mist de strip een platform waarop geëxperimenteerd kan worden, waar naar andere vormen kan worden gezocht, ter wijl je er ook je lezers bij betrekt’, stelt Benoît Peeters, de scenarist die voor François Schuiten de reeks De duistere steden schrijft.
Leclerc laat nie t zomaar zi jn collec tie zien, hij wil ook een statement maken. ‘Als ik met het opzetten van tentoonstellingen als deze, en door he t uitgeven van kunstboeken over tekenaars als Nicolas de Crécy en Lorenzo Mattotti, de strip adelbrie ven kan bezorgen, dan zal ik erg bli j zijn.’
De expo is louter Franstalig. Ze komt dan ook recht uit F rankrijk. Aan he t eind laat Leclerc ook wat werk zien van Belgische tekenaars die inspiratie putten uit de revolutie van de jaren 70 en 80. Het gaat om Brusselaar Eric Lambé, die eind januari nog de prijs voor het beste album won op het festival van Angoulême, en drie V lamingen: Brecht V andenbroucke, Brecht E vens en Herr Seele. Ook die blijkt Leclerc allemaal in zijn collectie te hebben.
‘MétalHurlant’ koos voor fantasy en scifi in uitbundige kleuren, ‘Wordt Vervolgd’ voor literaire verhalen, vaak in zwartwit