De Standaard

Het beroepsgeh­eim van de tuinman

‘Een haag betekent bijna altijd burenruzie’

- VALERIE DROEVEN

‘M ijn ouders hebben een tuinzaak. Als kleine jongen deed ik daar al klusjes. N u hebben we daar machines voor , maar vroeger moesten we elk plantje manueel in een potje stek en. Dat soor t werk deed ik als jongen van zes graag . Onlangs heb ik een foto terug gevonden waarop ik als zevenjarig­e bloemen stond te verkopen. Dus ja, ik ben hiermee opgegroeid. ’

‘Na mijn studie heb ik t wee jaar in een telecombed­rijf ge werkt. L euke collega’ s, maar ik ben nie t gemaakt om achter een bureau te zitten. Ik hou van de vrijheid van mijn job en van buiten werk en. Ik genie t van het fysieke werk. Achter een bureautje zou ik maar een papzak worden. Ik ee t graag en kan het complexloo­s doen, want ik werk het er elke dag af. Ik merk dat ik minder last heb van k waaltjes dan leeftijdsg­enoten. Het is gezonder dan bureauwerk en ik haal er veel meer voldoening uit. Na een dag in de tuin werken, ís het resultaat er. Je ziet het verschil tussen voor en na. Sommige klanten hebben een tuin die al vi jf jaar lang niet onderhoude­n is. Dat is den jungle. Ik kom veel in stadstuint­jes en soms is geen enkele muur nog zichtbaar als we het werk aanvatten. Als we er met twee man één dag in werken, is he t verschil gigantisch.’

‘Mijn leven wordt bepaald door de seizoenen. In de winter kan ik weleens vloeken. Al geraak je ook ge wend aan slechte weersomsta­ndigheden. H et weerberich­t bekijken, is een vast onderdeel van mi jn dag. Als het te veel geregend heeft, heeft het geen zin om in een tuin te werken. Dan trap je toch maar alles kapot. ’

‘November en december zijn doorgaans heel rustig. April, mei en juni zijn de drukste maanden. Dan werk ik zes dagen per week en op zondagocht­end in de zaak. Logisch is dat nie t, want planten doe je he t best tussen oktober en maar t. I edereen denkt onterecht dat je in de winter niets in de tuin kan uitrichten. P as als he t weer zachter wordt, valt hun oog op hun tuin. Dan bellen ze me plots allemaal. ’

Hondendrol­len

‘Ik heb allerlei klanten, uit alle sociale

klassen. Zowel mensen die veel verdienen, als mensen die me maar één k eer per jaar laten komen en me moeten betalen van een schamel pensioentj­e. Er zijn echt mooi aangelegde tuinen bij, maar geen kasteeltui­nen of zo. M ijn cliënteel is redeli jk oud. Dat komt, denk ik, omdat mensen steeds later een huis kopen of bouwen.’

‘Ik ben het intussen gewoon om bij mensen thuis te k omen. H et voelt nie t meer vreemd of ongemakkel­ijk, maar je ziet wel wat. Er is veel schi jn. Dan sta je voor een prachtig huis en is het binnen om te huilen. Van sommige mensen blijft me de hygiëne bij, of eerder: he t gebrek daaraan. Als he t binnen extreem rommelig of vuil is, is de tuin dat ook. Er zijn tuinen die vol hondendrol­len liggen of waar een hoop vuilnis in ligt. Dat ruim ik niet op. Ik neem enkel tuinafval mee. Dat is de afspraak. ’

‘Het gebeurt dat mensen het zover laten komen dat hun tuin volledig over woekerd is voor ze me bellen. Dan mag ik het oplossen. H et bizarre is dat sommige mensen niet graag in een tuin werken, maar wel in een huis wonen met een heel grote tuin. Dat snap ik niet. Waarom koop je zo’n huis als je niet graag in de tuin bezig bent?’ Indecent proposal

‘Ooit moest ik met een nieuwe, jonge collega in een tuin gaan werken van een vaste klant. Een man met vervelende buren. Een oud stel. Elke keer had ik ambras met die mensen. Ze wilden niet dat ik hun tuin betrad om de haag van hun buurman te scheren. Die keer was het een warme dag en we werkten allebei zonder T shirt aan. M ijn collega stond in de tuin van die vervelende buren. De sfeer werd bizar. De man van het stel viel hem voor tdurend lastig. Dat ging van: “Ah manneke, het is toch warm vandaag”opmerkinge­n tot aan zi jn lijf zitten. Dat soor t handtastel­i jkheden heb ik nog nooit meegemaakt. W ant neen, he t grote tuinmancli­ché klopt nie t. Ik word nooit verleid door knappe vrouwen des huizes die in hun bikini aan het zwembad liggen. Mijn vrienden vragen het me vaak, maar ik heb nog nooit een indecent proposal gekregen.’

‘Weet je wat me wel opvalt? H oeveel mensen in onmin leven met hun buren. Ik word zo goed als dagelijks met burenruzie­s geconfront­eerd. Het is ongeloofli­jk hoe delicaat het is om vanuit de tuin van de buurman de haag te scheren. Want dikwijls is er net ruzie vanwege die haag. Als ze echt heel lastig doen, bli jkt meestal dat er onderhuids een ander conflict sluimert. Eén keer ging een klant bi jna op de vuist me t zijn buurman. Achteraf bleek dat ze nog een relatie gehad hadden.’

Eenheidswo­rst

‘Ik heb nog nooit zoveel werk gehad als nu. Ik kan de aanvragen amper bijhouden. Mensen hebben minder tijd om in hun tuin bezig zijn, ze willen er vooral van genieten. Ik k en weinig jonge mensen die in he t weekend een haagschaar pakk en en hun haag beginnen te scheren. En onkruid wieden? Dat doe t niemand meer.’ ‘Omdat mensen zo weinig ti jd hebben, kiezen ze ook steeds meer voor tuinen waar weinig werk in is. Daarom willen ze geen bloemen in hun tuin. Ze verkiezen perkjes me t verharding­en. Siergrasse­n, buxussen of taxussen zi jn populair omdat je er weinig werk aan hebt. Jonge mensen willen vooral een heel strákke tuin. Ook omdat die be ter past bi j hun wit te crepihuize­n. Dat vind ik jammer , omdat ze er allemaal he tzelfde uitzien.’ ‘Zelf houd ik meer van prairie tuinen. Dat zi jn wilde tuinen me t vaste planten die het hele jaar door bloeien, gecombinee­rd met siergrasse­n en heesters. Die laatste veranderen in de winter van kleur. M ensen denken dat er veel werk aan is, maar dat is nie t zo. In het begin moet je he t onkruid tussen de planten wieden, maar zodra de planten genoeg ont wikkeld zi jn, is er geen plaats meer voor . ’

Het gazon

‘Ik zou milieuvrie­ndelijker moeten werken, maar ik gebruik altijd de sterkste onkruidver­delgers. M ijn klanten willen een optimaal resultaat. Sommige zijn wel milieubewu­st, maar als he t over hun onkruid gaat, willen ze vooral dat he t wég is. Niemand heeft me ooit gevraagd zijn onkruid milieuvrie­ndelijk te verdelgen. I n tuintjes die zo verloederd zijn dat er meer onkruid staat dan echte planten spuiten we natuurlijk niet. Dan nemen we een spade en spitten we alles om.’

‘Een mooi gazon is het moeilijkst­e aspect van een tuin. De eerste zes maanden litghet er mooi bij, maar nadien moet het goed onderhoude­n worden. J e moe t he t onkruid verdelgen, verticuter­en tegen het mos, kalken, bemesten en kale plekken weer inzaaien. Er kruipt gigantisch veel werk in een mooi stuk pelouse.’

‘Het is wat ik het liefst doe, zo’n overwoeker­d stuk tuin helemaal leegmaken en opnieuw beplanten. Ik kan er enorm van genieten om er maanden, of soms zelfs jaren later, nog eens voorbi j te rijden en te zien hoe het geëvolueer­d is. Ik plant liever dan dat ik snoei. Ik scheer zoveel hagen dat het bandwerk ge worden is. Ik heb één klant, een oud madammeke, met een gigantisch­e tuin. Ze onderhoudt hem nauwgezet, maar het zwaarste werk kan ze zelf nie t meer doen. En dus laat ze me meer dan drie keer per jaar komen. Het is zo’n mooie tuin en ik vind het zalig om te zien hoe hjier na een dag hard werken nog mooier bij ligt. Daar doe je he t voor.’

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium