GARY YOUNGE HEKELT DODELIJKE WAPENCULTUUR IN DE VS
‘Zeven kapotgeschoten jonge levens per dag
Los Angeles, 23 november 2013. Het is een doodgewone dag in de Verenigde Staten. Gemiddeld sterven zeven kinderen per dag door wapengeweld, die dag zijn dat er tien. Gary Younge stelt vast dat Amerikanen die doden erbij nemen.‘De redenering lijkt wel: je schrapt het verkeer of de auto toch ook niet, omdat er net een dodelijk autoongeval is gebeurd?’
De tien dode kinderen van 23 november – zeven zwarte kinderen, twee latino kinderen, één blank kind – verdwijnen in de statistieken. Hun dood, in een zwarte of latino buurt, wordt hooguit in de regionale berichtgeving opgepikt. Gary Younge reconstrueert hun leven en geeft ze een gezicht. Hij pluist hun Facebookprofiel uit en hij zoekt hun ouders, vrienden en leraars op. Hij achterhaalt de omstandigheden van hun dood, wie ze waren en wat ze hadden kunnen worden. De jongste was amper negen, de oudste negentien. Younges verslag grijpt naar de keel, en leest als een striemende aanklacht tegen de wapencultuur in Amerika. U raakte emotioneel betrokken bij de cultuur van wapengeweld in de VS toen u daar vader werd. Inspireerden uw kinderen u tot dit boek?
‘Het idee vloeide voort uit een reportage die ik voor ons magazine had geschreven. Ik voelde toen al dat daar een boek in zat. Twaalf jaar lang was ik een buitenlandse correspondent in de VS, waar ik met een Amerikaanse trouwde. Daardoor stond ik altijd met één voet in dat land, en met de andere erbuiten. Voordat we kinderen kregen, benaderde ik de VS op een antropologische manier. Ik raakte wel geïntrigeerd door wat mensen in Amerika overkwam, maar het was toch altijd een stap verder van me af dan als het thuis in Londen zou zijn gebeurd.’
‘Toen ik kinderen kreeg in Amerika, veranderde dat. Mijn vrouw is een AfroAmerikaanse, en zelf ben ik een kind van migranten uit Barbados. Ik werd een zwarte vader van twee zwarte kinderen, en we woonden in Chicago, waar je niet om het wapengeweld heen kunt.’ Uw vrouw moest op een zomer avond met jullie dochter in de draagzak een kapperszaak in vluchten, omdat er werd geschoten. En in de buurt van een nabijgelegen parkje en de school van uw zoon werden pistolen gevonden. Verhuisden jullie daarom naar GrootBrittannië?
‘Neen, we verhuisden om een reeks banale redenen. Amerika is best een leefbaar land, hoor. Het is alleen tegelijk hartstikke dodelijk. Maar de Amerikanen nemen het risico op doden erbij. Ik stelde al die ouders van dode kinderen de vraag: hoe is dit kunnen gebeuren? Verbijsterend genoeg antwoordde niemand dat het aan de wapens lag. Omdat geen enkele Amerikaan zich nog een samenleving kan voorstellen zonder wapens.’ Er zijn toch activisten voor een strengere regelgeving?
‘Heel veel Amerikanen zouden meer restricties willen, maar niemand gelooft nog in een wereld zonder wapens. Ook al zouden velen het wel willen, ze achten het even onrealistisch als een wereld zonder verkeer. Of als een land waar je zes maanden per jaar met vakantie kunt.’ U herhaalt geregeld dat uw boek geen pleidooi is voor strengere wapenwetten in de VS. Waarom niet? Was u bang dat u een bepaald Amerikaans publiek zou afstoten?
‘Ik stoor me niet aan de mening van Amerikaanse lezers, maar ik ben wel een Brit. Daardoor ben ik niet het best geplaatst om mij in deze discussie te mengen. Bovendien begrijp ik de aantrekkingskracht van vuurwapens totaal niet. Het debat over de controle over vuurwapens is bepaald niet productief. Het leidt altijd tot dezelfde kortsluiting, waarbij de voorstanders van wapenbezit aan komen draven met de Amerikaanse grondwet, die weerspiegelt wat een groep mensen meer dan tweehonderd jaar geleden vond. De discussie gaat nooit verder dan dat. Het is veel krachtiger om te beschrijven wat vuurwapens vandaag teweegbrengen.’ Hoe wordt uw boek in Amerika onthaald? ‘Mijn lezingen in Amerika trek
‘Ik was ziedend toen ik deze tien levensverhalen van jonge kinderen optekende, maar toch vind ik dit verhaal nu ook weer niet oeverloos deprimerend’ ‘In sommige wijken speelt een zeer giftige cocktail van factoren, zoals historische achterstelling, sociaal isolement, racisme, gecombineerd met de talrijke wapens in omloop’
ken natuurlijk een al overtuigd publiek, dat niet noodzakelijk representatief is. Maar ook lobbyisten voor wapenbezit reageren. Onlangs nog, toen ik te gast was in een radioprogramma, schermden ze weer met het tweede amendement van de grondwet dat volgens hen het recht op wapenbezit verdedigt. Ik zei dat mijn boek helemaal niet daarover gaat, maar wel over de tragische dood van tien kinderen. Ik vroeg hun hoe zij dachten het tweede amendement veilig te stellen, en tegelijk die kinderen in leven te houden. Daar gaan ze natuurlijk niet dieper op in. Ze komen dan met het verhaal dat wapens geen mensen doden, maar dat mensen mensen doden. Maar wapens zijn natuurlijk gemaakt om mensen te doden, hé, dus wat een flauwekul om het verband te proberen ontkennen.’ Waarom verdwijnen in de VS zoveel slachtoffers van wapengeweld anoniem in de statistieken?
‘Omdat de media, de politici, zij die de agenda bepalen, aanvaarden dat er op elke willekeurige dag in Amerika mensen op die manier om het leven komen. Zolang dat gebeurt in een verarmde zwarte of latino buurt, komt zo’n dode terecht in een statistiek. Want de hoogopgeleide journalisten en de politici wonen niet in zo’n buurt. Het wordt pas nieuws wanneer zo’n dode valt op een plek waar je het niet zou verwachten. In een lagere school, bijvoorbeeld, zoals gebeur de bij de massale schietpartij van Sandy Hook, in 2012.’ Amerika is nog altijd een sterk gesegregeerd land, schrijft u. Zwarten doden zwarten, en blanken kopen drugs bij blanken. Staat dat empathie in de weg?
‘Jazeker. Als deze doden vallen op een plek waar jij nooit zou wonen, waar je nooit naartoe gaat en waar je enkel slechte dingen over hoort, dan moet je een veel grotere inspanning leveren om met de slachtoffers mee te leven. Natuurlijk zijn de VS nog sterk gesegregeerd. Het land kende zo’n tweehonderd jaar slavernij, honderd jaar segregatie en is pas enkele tientallen jaren een multiraciale democratie. Ben je blank en welstellend, dan is het onwaarschijnlijker dat jouw kind door een kogel sterft. Het is niet onmogelijk, maar wel onwaarschijnlijk.’ Geen van de zwarte ouders van gedode kinderen die u ontmoette, gaf nochtans de schuld aan het racisme, of aan ‘het systeem’.
‘Klopt, maar ik ontmoette ook geen enkele ouder van een gedood kind die dacht dat Amerika géén racistisch land was. Zwarte ouders leren er allemaal mee leven. Met de wapens, het racisme en met de armoede: elke dag worden ze wakker met dezelfde problemen. Ik groeide zelf op als een zwart migrantenkind in Engeland. Mijn moeder prentte me goed in dat ik met racisme in aanraking zou ko men, maar ik moest niet komen klagen over een foute opmerking op school. Ik moest er maar mee leren omgaan. Al heel jong leerde ik dat ik twee keer zo hard moest proberen, om maar half zo ver te geraken.’
‘Ook zwarte ouders in Amerika voeren met hun kinderen “The Talk”. Ze vertellen hoe ze moeten omgaan met de politie. Dat ze niets moeten terugzeggen en zich gedeisd moeten houden. Dat betekent nog niet dat die ouders het systeem aanvaarden, ze willen enkel dat hun kinderen in leven blijven. Zwarte ouders in Amerika beseffen dat de kans behoorlijk hoog is dat hun kind in de gevangenis eindigt, of wordt doodgeschoten. De moeder van de zestienjarige Samuel Brightmon, die in Dallas werd doodgeschoten, vertelde me dat ze had gevreesd dat niet Samuel, maar wel zijn broer zou worden gedood. En de vader van de achttienjarige Gary Anderson, uit Newark, vond dat hij als vader tekortschoot als hij geen rekening hield met de mogelijkheid. Elke ouder die ik sprak, had vooraf ingecalculeerd dat zijn kind door een kogel zou kunnen sterven. AfroAmerikanen leven in een permanente toestand van terreur.’ Vaak hoor je na zo’n schietpartij kritiek op de opvoeding van die