Het kabinetReynders had uren de tijd om de Belgische houding inzake SaudiArabië te bepalen. Maar de MRminister zelf werd niet gebeld.
JANFREDERIK ABBELOOS
Negen uur. Zoveel tijd zat er tussen het moment dat het kabinet van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) vernam dat er gestemd zou worden over een zitje voor SaudiArabië in de VNcommissie Vrouwenrechten, en het antwoord van datzelfde kabinet. Dat luidde: ‘Ik heb besloten [...] alle kandidaten te steunen. Ik ware u erkentelijk de kandidaten in de mate van het mogelijke op de hoogte te brengen.’ Kortom: een jastem voor SaudiArabië die de ambassadeur ter plaatse, Marc Pecsteen, ook moest communiceren aan de oliestaat.
Dat valt te lezen in mailverkeer tussen Brussel en New York, waarop de oppositiepartij Groen de hand kon leggen en dat De Standaard kon inkijken. Het was al duidelijk dat niet de diplomatie maar het kabinet Reynders groen licht had gegeven voor de Saudi’s (DS 28 april). De mails tonen nu ook aan dat het kabinet meer tijd had om zich over de kwestie te buigen dan tot nu toe werd verondersteld. Premier Charles Michel (MR) had het donderdag in de Kamer over ‘slechts enkele uren’. Het verhaal ging dat de diplomaten waren verrast door de plotse stemming die de Verenigde Staten hadden afgedwongen. Normaal moest de installatie van SaudiArabië bij consensus passeren. Maar plots moest alles snel gaan. Veel tijd voor overleg was er niet.
De mails nuanceren dat beeld. Om halfzeven ’s ochtends kon Pecsteen het kabinet al melden dat de VS van plan waren om een geheime stemming af te dwingen. Van een regelrechte verrassing is geen sprake. ‘Behoudens tegenbericht en op basis van eerder informeel overleg met uw diensten zal deze post voor alle bovenvermelde kandidaten stemmen’, zo liet Pecsteen weten. Want: ‘Verwacht wordt dat alle kandidaten [...] probleemloos de vereiste meerderheid zullen behalen.’
Uiteindelijk kwam er om halfvier in de namiddag een tegenbericht vanuit Brussel. Maar dus niet om Pecsteen te corrigeren, wel om duidelijk te maken dat hij ook SaudiArabië mocht inlichten over het groene licht, niettegenstaande het geheime karakter van de stemming.
‘Een weinig subtiele lobbycampagne om stemmen te verzamelen voor de Belgische zetel in de VNVeiligheidsraad’, vinden GroenKamerleden Kristof Calvo en Wouter De Vriendt. Zij eisen duidelijkheid van de premier. ‘Ofwel heeft Reynders de premier niet goed geïnformeerd, ofwel heeft Michel geprobeerd het parlement iets wijs te maken.’
De groenen stellen vragen bij de verklaringen dat Reynders zelf niet zou zijn ingelicht over de zaak. Sowieso is Reynders politiek verantwoordelijk voor zijn kabinet, vinden Calvo en De Vriendt.
Binnen de regering lijkt de zaak afgehandeld, ondanks de nieuwe onthullingen. ‘Wat er toe doet, is dat er geen persoonlijk contact is geweest met Reynders, of dat nu gedurende een uur of een halve dag was’, valt te horen. En er wordt teruggeschoten naar Groen. ‘Insinueren dat de premier of Reynders daarover zouden liegen, is voorbij het fatsoen. De zaak is op kabinetsniveau afgehandeld volgens een diplomatieke logica, zonder politieke reflex. Jammer genoeg.’
Reynders stuurde daarom vrijdagochtend al een nieuwe richtlijn naar alle diplomatieke posten om een dergelijk fiasco in de toekomst te vermijden. Voortaan moet de minister bij onverwachte stemmingen in de VN ‘persoonlijk de houding vastleggen ten aanzien van elke kandidaat, in overleg met mijn collega’s binnen de regering’.
Reynders zal ongetwijfeld nog een laatste keer opgejaagd worden door de oppositie komende dinsdag in de kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen. Maar behoudens een echte smoking gun kunnen Reynders en de regering de pijnlijke affaire nadien achter zich laten.
Daarbij rijst wel de vraag of de hele toestand de relaties tussen Reynders en de diplomatie niet hebben geschaad.
Uit de mails blijkt immers ook dat onder diplomaten ergernis leeft over de manier waarop ze in de wind zijn gezet. ‘Sommige persberichten insinueren dat onze permanent verantwoordelijke in New York hierin op eigen initiatief zou gehandeld hebben en de minister niet op de hoogte zou zijn geweest. Het geeft een onterecht beeld van onze federale overheidsdienst als een ongecontroleerd lichaam’, stuurden de diensten van Pecsteen donderdag naar het kabinet Reynders.
Dezelfde dag nog stelde de minister het beeld bij. ‘De diensten en medewerkers van Buitenlandse Zaken hebben op een heel professionele wijze de normale procedure toegepast’, zo liet hij weten.