De grote doorbraak
Jeroen Olyslaegers wint Fintro Literatuurprijs
‘Wat een fucking week.’ Dat was de eerste reactie van Jeroen Olyslaegers toen hij gistermiddag voor de tweede keer achter het spreekgestoelte werd geroepen om de Fintro Literatuurprijs in ontvangst te nemen voor zijn roman Wil, nadat hij ook al de prijs van de lezersjury had gekregen. Amper zes dagen geleden was hij ook al in de running om de Libris Literatuurprijs te winnen. En dat voor een schrijver die met zijn eerdere werk nooit doorbrak bij een groter pu bliek.
‘Een ijzersterke oorlogsroman waarin inhoud, tempo en taligheid hand in hand gaan’, oordeelde de jury. ‘Een moreel geladen boek [...] dat niet los gezien kan worden van een actuele, maatschappelijke context. Een boek dat binnen die context onontkoombaar wil zijn en daar ook in slaagt. Een boek vol ambitie en morele complexiteit, verwoord in een lucide taal.’
Daarmee haalde Olyslaegers het van de andere genomineerden: Lize Spit met Het smelt, ECILiteratuurprijswinnaar Martin
Michael Driessen met Rivieren, Richard Hemker met Hoogmoed en Donald Niedekker met Oksana. Boom in bloei
Ook zonder die Fintro Literatuurprijs kon je spreken van een doorbraak: er gingen al 20.000 exemplaren van Wil over de toonbank. Die oplage zal wellicht nog flink stijgen – de roman werd genomineerd voor de Libris en bekroond met de Confituur Boekhandelsprijs, en er staan vertalingen op stapel in het Frans, Duits, Engels en Tsjechisch.
Dit boek, het sluitstuk van een trilogie, is voor Olyslaegers een mijlpaal, ook op stilistisch vlak: ‘Ik heb na lang zoeken een stijl kunnen ontwikkelen die ik in dit boek heb uitgepuurd, en die ik nog verder wil uitpuren in mijn volgende boeken. Mijn werk is in volle ontwikkeling. Het is nu lente in mijn leven, en er komt nog een zomer aan. Ik ben door de woestijn gegaan, maar de boom staat nu in bloei.’
De eerdere delen van de trilogie, Wij (2009) en Winst (2012), zullen door De Bezige Bij dit najaar worden heruitgebracht in een midpriceeditie. Lange schaduw
Wil, het verhaal van een wankelmoedige hulpagent in bezet Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog, kreeg van meet af aan positieve kritieken. Waar Olyslaegers’ eerdere romans soms gebukt gingen onder al te woekerende taal, houdt hij die hier strak in de hand. Het leverde een roman op die algemeen indruk maakte, ook in Nederland.
Wilfried Wils, intussen een oude man, schrijft zijn memoires voor zijn achterkleinzoon. Hij is hulpagent geworden om te ontsnappen aan verplichte tewerkstelling in Duitsland, en raakt op die manier betrokken bij razzia’s tegen de Antwerpse Joden. De bezetter schakelt daar ook de Antwerpse politie voor in. Wilfrieds mentor is Nijdig Baardje, een collaborateur van het zwartste water, en de Duitsers zien in hem een po tentiële informant. Tegelijk helpt hij zijn vriend en collega Lode een Joodse man te verbergen.
Wilfried is een ‘tweezak’, zoals dat in het boek heet. Letterlijk. In hem schuilt een tweede Wilfried die hij Angelo noemt en die droomt van een grootse literaire carrière. Hij komt de oorlog zonder kleerscheuren door. Maar die oorlog heeft een lange schaduw en haalt hem in op een onverwachte manier.
Wil is een roman over iemand die in extreme omstandigheden schippert tussen zwart en wit en de vele tinten grijs daartussen, over morele verantwoordelijkheid. ‘Ik heb geprobeerd die morele ambiguïteit in het centrum van het boek te zetten’, stelt Olyslaegers. ‘Ik heb een roman willen schrijven die door de ideologische firewall tussen links en rechts gaat en die tegenstelling overstijgt.’ En die aan elke lezer de vraag stelt: wat zou jij doen? Weerhaakjes
Olyslaegers is ermee verguld dat zijn boek zowel in de smaak viel bij de lezers als bij de professionele jury. ‘Ik heb de discussie op het lezersforum intensief gevolgd, en ik vond ze heel inspirerend. Het geeft me het gevoel dat er een publiek bestaat voor wat ik doe, en dat dat publiek alleen maar groter kan worden.’
Met het prijzengeld, 27.500 euro in totaal, wil hij tijd kopen om te schrijven. In zijn volgende roman speelt Antwerpen opnieuw een hoofdrol, maar dan in de 16de eeuw – opnieuw met weerhaakjes naar vandaag. ‘Want een goede historische roman is ook een tijdloze roman’, stelt Olyslaegers.
‘Een ijzersterke oorlogsroman waarin inhoud, tempo en taligheid hand in hand gaan’, aldus de jury