WAAROM ONZE MAN NIET WELKOM IS TIJDENS DE CAMPAGNE VAN THERESA MAY
Donald Trump is niet de enige die een vergiftigde relatie met journalisten heeft. STEVEN DE FOER kreeg van het campagneteam van Theresa May te horen dat hij niet welkom is. Met de zege in zicht is mediaaandacht een te vermijden risico.
Ruim een jaar geleden, tijdens de Republikeinse voorverkiezingen, dreigde het team van Donald Trump mij uit de zaal te verwijderen op een meeting in Virginia. Omdat ik geen accreditatie had. Dat kwam doordat ze drie weken lang geen antwoord hadden gegeven op mijn aanvragen, zoals gebruikelijk. De relatie tussen Trump en wat hij beschouwde als the
lying media was toen al vergiftigd. Ik ben toch gebleven, ook toen met geweld gedreigd werd: ik kan wel tegen een duwtje. Een reporter van The
New York Times zei toen: ‘Onvoorstelbaar, jullie boffen toch maar in Europa, waar zoiets onmogelijk zou zijn.’
Onmogelijk was te sterk uitgedrukt. Op de Franse verkiezingsavond werden reporters van onder meer Buzzfeed en Politico geweigerd door het Front National. Maar van extreemrechts kun je zoiets verwachten. Hun gedachtegoed en hun omgang met feiten en waarheid maken van de pers hun natuurlijke vijand. Het was ook uitzonderlijk. In Europa deinzen populistische politici er niet voor terug om de media te beschimpen, maar die worden wel uitgenodigd en niet belemmerd hun werk te doen.
Al te strakke regie
Deze week heeft mijn geloof in de houdbaarheid van de elementaire spelregels averij opgelopen in het Verenigd Koninkrijk. De Conservative Party mag dan dwepen met traditionele waarden, gastvrijheid, beleefdheid en respect voor de pers horen daar duidelijk niet bij.
Vrijdagochtend belde ik met het hoofdkwartier van de Tories, om te vragen waar Theresa May deze week op campagne gaat en of ik een persaccreditatie nodig heb. Ik kreeg te horen dat als ik hen een mailtje stuurde, ik op de hoogte gehouden zou worden van de plannen.
Toen ik maandagochtend nog steeds niets vernomen had – terwijl daar in volle campagne heus wel gewerkt wordt in het weekend – begon ik aan te dringen, per mail en telefoon. De mails bleven onbeantwoord. Aan de telefoon hoorde ik steeds opnieuw: het is erg druk, maar iemand zal u op de hoogte brengen. Ik werd assertiever, ook omdat ik van Britse collega’s hoorde dat ook zij slechts mondjesmaat informatie krijgen. De vele klachten over de strakke regie van Mays campagne – geen debat met de tegen standers, campagneoptredens met een zorgvuldig gescreend publiek van supporters – deed mijn overtuiging groeien dat ik aan het lijntje gehouden werd.
Plots kreeg ik toch een reactie. Het bleek een vergissing: een mail voor intern gebruik, niet bedoeld voor mij maar wel over mij: I’ll leave this guy
in your hands ... Er stond geen neerbuigende smiley bij, maar het voelde wel zo aan.
Ik bleef aandringen en kreeg uiteindelijk na meer dan een dozijn telefoontjes en mailtjes een antwoord: There are limits to the amount of me
dia we can accommodate at visits, and we have had a lot of requests from both UK and international media.
Dat klinkt voor een leek misschien als een redelijk antwoord. Maar dat is het niet.
Het is onzin te laten uitschijnen dat May door een horde cameraploegen uit Japan en reporters uit de halve wereld wordt belegerd. Sorry, Britse vrienden, maar die media frenzy was vorig jaar, bij de Brexit. Dit jaar zijn het Frankrijk en Duitsland (en de waanzin in het Witte Huis uiteraard) die de wereld in de ban hou
den. Het Verenigd Koninkrijk is belangrijk, maar ook weer niet zó belangrijk. De waarheid is dat vandaag alleen de usual suspects van de nationale media May volgen op het campagnepad, waar overigens zelden meer dan een fotomoment te rapen valt. Hoezo overrompeling?
Ik volg al een kwarteeuw buitenlandse politici op campagne. Zelfs bij Mitt Romney en Emmanuel Macron was er nooit een accomodatieprobleem. De campagne van Macron hield alle journalisten constant op de hoogte en legde voor de pers een bus in, als hij ergens een markt bezocht. Om organisatorische redenen kun je iets missen, maar dan kom je ’s anderendaags aan bod. Zo gaat het in democratieën sinds mensenheugnis. Behalve bij Trump. En bij May.
Omdat België onbeduidend is? Het blijft toch een buurland, en De
Standaard de toonaangevende krant. Omdat De Standaard gevestigd is in de hoofdstad van de Europese Unie (de vijand dus, in Mays onmiskenbare strategie om zichzelf als een 21steeeuwse Boudica op te stellen die vecht tegen de imperialisten van het vasteland)? Wie weet, maar
The New York Times heeft dezelfde ervaring dat ze welbewust op afstand gehouden wordt.
Mays campagneteam mailde dat er in de toekomst mogelijkheden zullen zijn voor de buitenlandse pers om haar te volgen. In de toekomst. Als het hen uitkomt. Het illustreert de omkering van de rol van de media.
De levieten gelezen
De pers als waakhond is door politici in moderne democratieën altijd als een noodzakelijk kwaad beschouwd. De jongste jaren hebben goeroes van de politieke marketing hun stempel gezet op campagnevoering. Gehaaide professionals die een hekel hebben aan toeval en inciden ten zoals een vrouw die op straat de premier de levieten leest over de gevolgen van de besparingen (DS
17 mei). Is Theresa May slecht in menselijke contacten op zulke onverwachte momenten? Dan kunnen ze de pers daar niet gebruiken. Voor May, die op een historische zege afstevent, is mediaaandacht in deze weken een te vermijden risico.
De hevige politieke polarisering in veel landen maakt bovendien dat alle media, zelfs als ze het genuanceerde midden opzoeken, een etiket opgekleefd krijgen. Al wie niet bewezen heeft een trouwe vriend te zijn, is een potentiële vijand. Zo wordt toegang tot politici steeds minder een recht en steeds meer een gunst, gedoseerd en voorbehouden aan media van de eigen stal en als het echt niet anders kan enkele anderen, op een veilig moment. Voor normale nieuwsgaring laat dat nog weinig ruimte.
Sta me een vergelijking toe met het voetbal, een sport waarin Engeland Belgen graag verwelkomt. Debatten weigeren met je tegenstander is niet erg sportief, maar ook niet tegen de regels: het is als een team dat weinig creatief een voorsprong verdedigt. Maar de media de deur wijzen, is zoiets als scheidsrechter en lijnrechters de toegang tot het stadion ontzeggen. Wellicht helpt het om de wedstrijd te winnen, maar het spel wordt er zeker niet fraaier op.
Een overrompeling van journalisten? Onzin, er is veel minder aandacht voor Theresa May dan voor Emmanuel Macron