Een overdaad aan rode gordijnen
De meestbesproken televisiecomeback van het jaar is er eindelijk. De vraag is of David Lynch met het derde seizoen van ‘Twin Peaks’ de verwachtingen inlost. Natuurlijk niet, anders zou hij David Lynch niet zijn.
Moet je de eerste twee seizoenen van Twin Peaks gezien hebben om dit derde seizoen te kunnen bekijken? Laten we het zo stellen: wie de eerste twee seizoenen niet heeft gezien, zal van dit derde seizoen weinig snappen. Wie ze wel heeft gezien, ook niet. De eerste twee afleveringen, die sinds zondagnacht op Play More van Telenet staan (later zal dit derde seizoen ook op Vier te zien zijn), laten doorgewinterde fans en nieuwkomers totaal verbouwereerd achter. Precies wat je van bedenker en regisseur David Lynch mag verwachten, dus. Zelf herinneren wij ons van het
Twin Peaks uit begin jaren 90 vooral de sfeer. Er was de warme, dennenhouten gezelligheid van de decors. De cartooneske kameraderie tussen FBIagent Dale Cooper, die in het stadje de moord op Laura Palmer kwam onderzoeken, en de lokale sheriff, Harry S. Truman. Er was de naïeve goedmoedigheid van sommige locals, die schril afstak tegen de ontzagwekkende kwaadaardigheid van anderen, maar die waren dan weer zo potsierlijk kwaadaardig dat ze weer menselijk werden. Er was heerlijk geurende koffie, er waren scheepsladingen donuts, er was de legendarische kersentaart. Daarnaast was er een parallelle wereld, bevolkt door naargeestige – tja – geesten en afgeboord met rode fluwelen gordijnen en een vloer in tweekleurig visgraatparket. Er was ook het flinterdunne moordverhaaltje, maar dat was eigenlijk bijzaak, een excuus om te kunnen free wheelen op de zweverige soundtrack van Angelo Badalamenti.
Vreemd genoeg bleek, toen halverwege het tweede seizoen de moord was opgelost, de reeks toch in elkaar te zakken, bijzaak of niet. Dat kwam wellicht ook doordat Lynch toen alweer met andere dingen bezig was. Feit is dat wij ons het einde niet konden herinneren: in het parallelle universum dook ineens het kwaadaardige alter ego van Cooper op, die het pleit van de echte leek te winnen. En de vermoorde Laura Palmer sprak Cooper in een van de eindeloze droomsequenties van de laatste aflevering als volgt toe: we zien elkaar terug over 25 jaar.’ Ze heeft nog woord gehouden ook, en actrice Sheryl Lee, die Laura speelt, is wel degelijk 25 jaar ouder geworden. Net als Kyle Maclachlan (Cooper) en een trits
Het is de reisweg, niet de bestemming. Alleen bevat deze reisweg zoveel bochten, hindernissen, mistbanken en doodlopende straatjes dat een mens er nerveus van wordt
andere acteurs die weer meedoen. Een ander boerengat
Ook het kenwijsje en zelfs de letters van de begingeneriek zijn dezelfde, maar een nostalgietrip naar het Twin Peaks van de jaren 90 is dit derde seizoen niet geworden. Het bergdorpje komt nauwelijks in het stuk voor, de personages van toen zijn naar de achtergrond verdrongen. Behalve Cooper dan, maar die houdt zich tegenwoordig op in een ander boerengat: Buckhorn, in de staat South Dakota. We hebben het dan over ’s mans kwaadaardige alter ego, de echte Cooper zit al een kwarteeuw vast in het parallelle universum in de Red Room – volgens Lucy in Twin Peaks is hij al die tijd spoorloos verdwenen. In Buckhorn heeft de politie intus sen andere katten te geselen: een lugubere dubbele moord, die niet eens door psychopaat Cooper blijkt te zijn gepleegd. Hij heeft er wel íets mee te maken. Maar wat? Bliepjes en krasjes
Het is maar een van de tientallen vragen die de nieuwe gebeurtenissen oproepen. Vragen waarvan je nu al weet dat er nooit een antwoord op komt, maar dat hindert niet: het is de reisweg, weet u wel, niet de bestemming. Alleen bevat deze reisweg zoveel bochten, hindernissen, mistbanken en doodlopende straatjes dat een mens er nerveus van wordt. Dat doet het universum van Lynch altijd met een mens – hij brengt je uit balans met zijn metafysische lappendekens – maar waar moet dit eindigen? En heb je er nog wat aan?
Er zitten zeker geweldige momenten in dit nieuwe seizoen. De vreemde scènes met de glazen kast in een kelderverdieping ergens in New York (kelder? de lift gaat er alleen omlaag!) doen ons denken aan Eraserhead, de film die Lynch in 1977 maakte. Wij denken graag aan Eraserhead. Zelfs de rare bliepjes en krasjes op de soundtrack grijpen naar die film terug (muziek is het niet, en Lynch tekende zelf als sound en
gineer). De tijd gaat in die scènes zo traag dat hij achteruit lijkt te gaan. Een beetje zoals de personages in de Red Room achterstevoren spreken, maar omgekeerd. Dat doet ons eraan denken: met die fluweelrode droomsequenties hebben we het nu stilaan gehad. Zeker als Cooper in gesprek gaat met een kale boom met een hoofd van deeg of rauw gehakt, dan krij gen wij het meer op onze heupen dan we comfortabel vinden. We zeiden het al: typisch Lynch.
Toegegeven, er zit ook humor in de reeks. De ontdekking van de dubbele moord in Buckhorn, bijvoorbeeld, kon zo uit Fargo komen – of hebben de gebroeders Coen voor hun zwarte humor de mosterd destijds bij Lynch gehaald? Maar dit derde seizoen is toch vooral veel donkerder en grimmiger dan de vorige twee. Meer Fire walk with me dan gewoon Twin Peaks. Er viel in de eerste afleveringen bijvoorbeeld geen donut te bespeuren, zelfs geen kersentaart. Een geurige kop koffie, dan? Verder dan twee plastic bekers ‘latte’ zijn we nog niet geraakt. Om maar te zeggen.
Twin Peaks, op Play More van telenet, later op Vier. ¨¨¨èè