CENTENNATIONALISME
De transfers van noord naar zuid, het blijft een evergreen van het Vlaamsnationalisme. Bij momenten werd in het wilde weg met miljarden gesmeten. De aan de vooravond van de Vlaamse feestdag afgeleverde KU Leuvenstudie objectiveert het debat en is daarom een verademing. Maar de politieke conclusies liggen niet voor het grijpen.
De cijfers zijn reëel, de grootteorde aanzienlijk, al liggen volgens de onderzoekers de geldstromen in andere landen soms een flink stuk hoger. Afhankelijk van het uitgangspunt gaat het jaarlijks om een transfer tussen 7 en 6,5 miljard euro. De onderzoekers verwachten een lichte daling tegen 2020 van een half miljard. Dat is een gevolg van de zesde staatshervorming, iets waartegen de NVA zich steeds heeft verzet.
De cijfers zijn objectiveerbaar. Vlaanderen kent een hogere werkgelegenheidsgraad, Vlamingen verdienen meer. Dat vertaalt zich in hogere belastingontvangsten. Een vergelijkbare redenering geldt voor de sociale zekerheid. De Franstaligen bouwen hun rechten op, maar betalen in verhouding minder. De transfers wijzen op solidariteit en herverdeling.
Bij het gebruik ervan loert het populisme om de hoek, zeker als het wordt vertaald in een slogan dat elk Vlaams gezin elk jaar 2.590 euro verliest. Op papier kan een Vlaamse regering met die som geld natuurlijk erg veel doen. Was het leven maar zo eenvoudig.
Vlaamsnationalisten stellen dat transfers uitnodigen tot lamlendigheid, dat Wallonië aan het infuus ligt: ‘Het geld wordt in een bodemloze PSput gestort.’ Soms vervalt het discours in paternalisme. De vraag om transparantie is terecht. Maar het idee om mee te bepalen wat de Walen met het geld mogen doen, is belachelijk. Zo houdt de solidariteit op en komt de liefdadigheid in de plaats.
Transfers moeten de Waalse overheid aanzetten om nog meer in te zetten op werkgelegenheid. Toch kan niet worden ontkend dat ze gedurende twintig jaar op hetzelfde niveau bleven. Dit sterkt de frustrerende gedachte dat ze de toestand niet verbeteren, maar alleen in stand houden.
Centennationalisme kan een sterke motor zijn naar meer zelfstandigheid. Maar als de NVA haar eis naar confederalisme kracht wil bijzetten, dan moet ze dringend op zoek naar bondgenoten in noord en zuid die mee aan de kar willen trekken. Drie jaar nadat de partij met veel bravoure haar confederalistische project voorstelde, heeft ze op alle niveaus de macht veroverd. Maar van een groeiend draagvlak voor deze staatsvorm is geen sprake.
Voor het confederalisme moet NVA op zoek naar bondgenoten