‘Onze islam is niet die van de terreur’
Een mars van imams trekt door steden in Europa die door ISterreur werden getroffen. Gisteren bezochten ze Brussel. ‘We zitten samen in hetzelfde schuitje’, zei Jan Jambon.
BRUSSEL I Op de plek waar honderden mensen steun zochten bij elkaar na de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel, kwamen gisteren tientallen imams uit Europa langs. Met hun ‘Mars van moslims tegen terrorisme’ willen zij beklemtonen dat de islam geen boodschap van geweld verkondigt.
Het initiatief gaat uit van de Fransjoodse schrijver Marek Halter (81), die geboren werd in Polen en ontsnapte uit het getto van Warschau, en de FransTunesische Hassen Chalgoumi, imam in de Parijse voorstad Drancy. Chalgoumi treedt in Frankrijk graag naar voren als de vertegenwoordiger van een gematigde islam en pleit voor een open dialoog met het jodendom. Beiden hebben een uitgesproken profiel, dat weleens controverse oproept. Ze kregen toch enkele tientallen imams mee, ook uit Spanje en Portugal, die de boodschap van vrede en solidariteit willen uitdragen.
Een twintigtal imams uit België voegde zich bij hen. ‘Niet zo heel veel’, gaf imam El Jhamarti uit Genk toe. ‘Maar vergeet niet dat het vakantie is. Veel imams zijn na de ramadan met hun familie op reis vertrokken.’
De stad was goed voorbereid op het evenement: aan alle invalsstraten naar het Beursplein stonden agenten en er waren ook veel veiligheidsagenten opgetrommeld. Weinig publiek of sympathisanten, wel enkele toeristen die geïnteresseerd halt hielden, zoals de familie El Morabit uit Marokko: ‘Wij hebben thuis joodse buren en christelijke vrienden. De islam valt niet samen met extremisme hoor. Wij hebben het extremisme ook maar leren kennen zoals jullie: aanslag per aanslag.’
Sterk signaal
De Brusselse schepen Alain Courtois (MR), die als waarnemend burgemeester de buitenlandse delegatie mocht verwelkomen, prees het initiatief. ‘Onze toekomst hangt af van onze wil om samen te leven. Als die wegvalt, is ook onze toekomst in gevaar’, zei hij. ‘Brussel heeft een zware prijs betaald. Veel families werden door de aanslagen van 22 maart 2016 hard getroffen. Heel onze bevolking is erdoor geraakt. Dat zullen wij nooit vergeten. U op uw beurt geeft een sterk signaal door ons te verbinden met andere steden die door terreur getroffen werden.’
Ook Jan Jambon (NVA), minister van Binnenlandse Zaken, dankte de initiatiefnemers. ‘Dit was nodig’, zei hij. ‘Terreur heeft ons met elkaar verbonden. Wij zitten samen in hetzelfde schuitje. Er is nog steeds een wijzijverhaal in deze samenleving. Maar de scheidslijn loopt niet langer tussen godsdiensten. Aan de ene kant staat iedereen die het goed meent met onze samenleving, tegenover een kleine groep die de samenleving wil destabiliseren. Wij moeten alles uit de kast halen om die kleine groep te bekampen met alle mogelijke rechtsmiddelen. Zij stellen een deel van onze bevolking –u – in een slecht daglicht. Dat mogen we niet laten gebeuren.’
Jambon pleitte tegelijk voor een warme samenleving die iedereen een kans geeft en die alle jongeren aanmoedigt om die kansen te grijpen. ‘Op ons, politici, rust een verpletterende verantwoordelijkheid. Wij moeten hier elke dag opnieuw, honderd procent, voor gaan.’