CYNISCH, VLUCHTIG EN LICHTZINNIG
Is het een doodzonde om, nu het einde van de legislatuur nadert en de economie net lekker begint te snorren, de ambitie los te laten om het begrotingstekort weg te werken? Is het, alles wel beschouwd, niet beter om de vruchten van de groei te oogsten en zo, zonder een kiezer of een ondernemer pijn te doen, in een rustig tempo naar een evenwicht te gaan?
Het gemak waarmee de doorgaans kibbelende partners in deze centrumrechtse coalitie elkaar ineens vinden, moet tot argwaan aanzetten. Niet omdat de fetisj van een nultekort zo belangrijk is, maar omdat de gunstige omgeving uitzonderlijk, kunstmatig en dus onvermijdelijk van beperkte duur zijn. Die situatie niet optimaal benutten voor een duurzame sanering van de overheidsfinanciën en het versterken van de economie en de arbeidsmarkt, dat is een doodzonde.
Het is verdedigbaar de voordelen van het superlage rentebeleid van de Europese Centrale Bank in te zetten voor een verlaging van belastingen en lasten op arbeid. De economische activiteit en de banengroei die daarmee op gang worden gebracht, maken het economische weefsel sterker en leveren automatisch hogere inkomsten voor de overheid op. Maar het is niet verdedigbaar ervan uit te gaan dat die extra inkomsten en de gedaalde uitgaven voortaan verworven zijn. Het is een stroomstoot, die kan helpen om de motor op gang te brengen, maar het is geen gegarandeerde brandstoftoevoer.
Er zijn drie problemen met de sluipende besluitvorming over het loslaten van de begrotingsdiscipline. Het eerste is het cynisme. Beloven dat het mogelijk is de belastingen te verlagen, de concurrentiekracht te verhogen en tegelijk de begroting te saneren, om na drie jaar toe te geven dat het maar om te lachen was, ondermijnt het sérieux van de politiek op een wel erg ongeschikt moment.
Het tweede probleem is de vluchtigheid. Als de economie echt aantrekt, zal de rente stijgen en dus ook de schuldenlast. Als dat, na zoveel jaren van monetaire doping, te abrupt gebeurt, kan de hoogconjunctuur even snel weer verdwijnen als ze is gekomen.
Nummer drie is de lichtzinnigheid. Zonder de vergrijzing hadden we misschien de vrijheid om te kiezen hoelang de begrotingssanering mag duren. Mét de vergrijzing is ieder uitstel een gevaarlijke gok met de toekomst. De begrotingsteugels nu vieren, is een zwaktebod. Er komen nooit nog betere omstandigheden. Nu hervormen, investeren én schulden afbouwen is de enige verdedigbare weg.