Er is leven na de sloop
Niemand recycleert meer dan de Vlaming. Ook bouwafval krijgt bijna altijd een tweede leven. Maar hoe duurzaam is die recyclage? ‘In plaats van ramen te hergebruiken, worden ze tot zand vermalen om een golfterrein te draineren.’
BRUSSEL I ‘Stel je voor: een kilo beton is goedkoper dan een liter spuitwater. Het is onwaarschijn lijk hoe weinig het kost, terwijl er veel CO2 vrijkomt bij de productie ervan.’ Verbaast het ons dan dat aannemers er niet voor terugdein zen om gebouwen na amper vijf tien of twintig jaar onverbiddelijk tegen de vlakte te leggen, vraagt Maarten Gielen. En de puinhoop groeit: waar België in 2004 nog 11 miljoen ton bouwafval produ ceerde, was dat in 2014 al meer dan 26 miljoen ton, blijkt uit cij fers van de FOD Economie. Dat is meer dan twee keer de piramiden van Gizeh samen (zie grafiek).
Gielen kon het niet aanzien. Samen met Lionel Devlieger en Tristan Boniver richtte hij in 2005 Rotor op. Wat begon als een on derzoeks en adviesbureau voor het hergebruik van bouwmateria len, evolueerde afgelopen decennium tot verschillende bedrijfjes: van ontwerpstudio over adviesbu reau tot Rotor Deconstruction, waarvoor Gielen samen met colle ga’s naar sloopwerven trekt om er gebouwen te ontmantelen en ma terialen te recupereren. Keramische tegels, luchters, deu ren, wandpanelen, wastafels, hou ten planken of kapstokken ... Alles wat los te schroeven is en enige waarde heeft, wordt zorgvuldig gedemonteerd om door te verko pen.
‘Toen ik jong was, ging ik al snuffelen in containers met bouwafval, op zoek naar knutselmateri aal’, vertelt Gielen, terwijl hij ons rondleidt in de showroom in Anderlecht. De oude fabrieksge bouwen van Leonidas dienen als opslagplaats en toonzaal, en huis vesten ook de ontwerpstudio van Rotor, die met hergebruikte mate rialen aan de slag gat.
‘Wat als een hobby begon, mondde uit in een actiegroep en vergde steeds meer schaalvergro ting en professionalisering’, vult Gielen aan. ‘Daarom hebben we een apart bedrijf opgericht, om kennis samen te brengen, want je moet met veel rekening houden: wat brengt het op, wat zijn de vei ligheidsrisico’s, wat is de impact op de werf of hoe werd het materi aal behandeld? Als hout met arse nicum werd behandeld, is het geen goed idee om dat als parket voor een kinderkamer te gebrui ken.’ (lacht)
Rotor heeft ondertussen raam contracten met grote vastgoed spelers in zijn thuisbasis Brussel. ‘Onze klanten hebben ongeveer 1,7 miljoen vierkante meter kan toorruimte’, zegt Gielen. ‘Daarvan wordt jaarlijks 8 à 10 procent ver nieuwd. Zelfs al halen we maar 10 kilo uit een vierkante meter, dan gaat het al over enorme volu mes. Dan volstaat het niet meer om met een bestelwagen rond te rijden en het materiaal te stockeren in de garage van je moeder.’ Grote bedrijven als BNP Paribas Fortis en Dexia kwamen al bij Rotor aankloppen om hun kantoorgebouwen te ontmantelen.
Branddeuren
‘Er zijn wel meer bedrijven die hier en daar materiaal recupereren’, zegt Brussels Bouwmeester Kristiaan Borret. ‘Maar Rotor heeft de verdienste dat ze de markt verbreden en niet alleen maar de kostbaarste materialen recupereren.’
Dure klinken, een mooie natuursteen in de lobby of iconische objecten: ‘Gemiddeld is dat slechts één procent van een kantoorgebouw’, zegt Maarten Gielen. Zo wordt de afvalberg niet meteen kleiner dus. ‘Nochtans valt er veel te rapen dat op het eerste gezicht niet waardevol lijkt.’ Hij toont enkele branddeuren met stalen kaders. ‘Normaal belanden zo’n deuren in een afvalcontainer, terwijl ze nog in perfecte staat zijn. Nieuw kosten ze tot 600 euro per stuk, bij ons gaan ze over de toonbank voor een kwart van de prijs.’
Niet alleen deuren, ook hectaren aan valse plafonds en technische vloeren komen doorgaans op
‘Het meeste bouwafval verdwijnt in de molen en wordt vermalen tot fijnmazig puin dat men gebruikt als onderlaag voor wegen’ ‘De energie die nodig is voor de productie van een gebouw, overtreft vandaag de energie die verbruikt wordt’
de afvalberg terecht. ‘Terwijl die stukken makkelijk kunnen wor den verplaatst’, zegt Gielen. ‘Voor kantoorgebouwen is het stan daardprocedure geworden om op het einde van ieder huurcontract alles uit het gebouw te halen: pla fond, vloer, wanden, deuren, toiletten ... En dan zien we dat de nieuwe huurder vaak bijna exact hetzelfde neerpoot. Pijnlijk, want het gebeurt om de paar jaar.’
‘Misplaatste euforie’
De puinhoop mag dan wel jaar lijks aangroeien, er is maar weinig bouwafval dat niet gerecycleerd wordt. 95 procent van de afvalberg krijgt een nieuw leven, leren cijfers van de Vlaamse afvalstof fenmaatschappij Ovam. ‘Daarmee zijn we samen met Nederland de onbetwiste koplopers in Europa’, zegt Marc Dillen, directeur van de Vlaamse Confederatie Bouw. ‘Frankrijk, bijvoorbeeld, loopt mijlenver achter. Daar wordt het afval gewoon gedumpt. Dat mag hier niet.’
Misplaatste euforie, volgens Waldo Galle, die als ingenieurar chitect aan de VUB onderzoek doet naar circulair gebruik van bouwmaterialen. ‘Vlaanderen mag zich dan wel op de borst klop pen als recyclagekampioen, het gaat vooral om laagwaardig her gebruik. Inderdaad, het grootste deel van de totale massa krijgt een nieuw leven, maar dat bouwafval verdwijnt gewoon in de molen en wordt vermalen tot fijnmazig puin dat men gebruikt als onderlaag voor wegen.’
Ook bij Rotor vinden ze dat de rooskleurige recyclagecijfers van bouwafval de werkelijkheid verdoezelen. ‘Glas wordt nu vermalen tot zand om dan een golfterrein te draineren’, zegt Maarten Gielen. ‘Dat is een spijtig lot voor mooie ramen die perfect opnieuw kunnen worden geplaatst.’
Grijze energie
Bovendien hangt er ook een stevig prijskaartje aan vast. Dat merken we amper in onze portefeuille, maar het klimaat betaalt de rekening. De bouwsector is verantwoordelijk voor 30 tot 40 pro cent van de broeikasgassen in Europa. Terecht wordt er ingezet op het energiezuinig maken van gebouwen. Maar die strijd is zo goed als gestreden, aldus Kristiaan Borret. ‘Bijna elke nieuwbouw is goed geïsoleerd en zonnepanelen of warmtepompen hebben geen subsidies meer no dig. Het is logisch dat we nu elders kijken om winst te halen: in de productie van gebouwen.’
Maar voorlopig beweegt er wei nig om de zogenaamde ‘grijze energie’ te reduceren, de energie die nodig is voor de productie van materialen en assemblage van het gebouw. ‘Vandaag is die voor een nieuw kantoorgebouw groter dan het totale verbruik tijdens de ge schatte levensduur’, zegt Lionel Devlieger, ingenieurarchitect en medeoprichter van Rotor.
En er is veel te besparen: het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf re kende uit dat de milieuimpact van een nieuwe baksteen drie maal groter is dan die van een her gebruikt exemplaar. Als je weet dat er per geproduceerde bak steen ongeveer een halve kilo CO2 vrijkomt, loopt de teller snel op. Alleen: voor een aannemer blijft het vaak goedkoper om die baksteen tot puin te vermalen.
Technisch is het dan wel vaak haalbaar, het recupereren van ma terialen vergt arbeid, veel arbeid. En die is duur, heel duur in ons land. ‘Terwijl er hier in Brussel bijna 20 procent werkloosheid is’, zegt Maarten Gielen geërgerd. ‘Er zit geen enkele logica in: schaarse grondstoffen blijven goedkoop, overvloedige arbeid blijft duur. Veel aannemers beseffen dat het anders kan, maar zonder taxshift botsen ze op economische muren.’
En dus is er geen middenweg: ofwel gebeurt recyclage hoogwaardig door hergebruik van de kostbaarste zaken, ofwel vliegt het afval rechtstreeks in de vermalingsmolen.’