‘Topsporters lopen evenveel risico als de rest, niet meer en niet minder’
Eind vorige week werd Lucien Van Impe in het ziekenhuis opgenomen met hartfalen, gisteren was het de beurt aan JeanLuc Vandenbroucke. Ook andere oude wielerhelden als Eddy Merckx en Freddy Maertens hadden in het verleden last van hartproblemen. Het gevolg van de lange zware inspanningen tijdens hun sportcarrière? Of zijn topsporters niet beter af dan de rest van de bevolking? dat vinden de bekende cardiologen Jan Vercammen en Pedro Brugada.
1. Zijn wielrenners na hun carrière gevoeliger voor hartkwalen?
Brugada: ‘Een hartkwaal is nog altijd de doodsoorzaak nummer één: 38 procent van de vrouwen en 33 procent van de mannen overlijden eraan. Ook sporters ontsnappen niet, ze lopen evenveel risic – niet meer of minder.’
Vercammen: ‘De meeste topspor ters, zeker exwielrenners, blijven na hun carrière actief aan sport doen en dat maakt een mens nog altijd gezonder. Maar ze ontsnappen niet aan de klassieke ouderdomskwalen: verstopte slagaders, cholesterol, hoge bloeddruk. Ook erfelijkheid speelt een rol. Je mag dan nog topsporter zijn geweest, als we ouder worden, verstoppen onze bloedvatenëëë. Eddy Merckx heeft een pacemaker, het gevolg van een geleidingsstoornis. Dat komt door de ouderdom, niet door het feit dat hij vroeger aan topsport deed.’
2. Is topsport dan totaal niet schadelijk voor het hart?
Brugada: ‘Toch wel. Mensen die heel veel gesport hebben, zeg maar gemiddeld zes uur per dag, lopen op latere leeftijd een groter risico op hartritmestoornissen. Lang en extreem sporten veroorzaakt schade. Zeker bij uithoudingssporters is er littekenvorming en kunnen er ook gevaarlijke hartritmestoornissen optreden.’
Vercammen: ‘Niet iedereen wordt gelijk behandeld door Moeder Natuur. Sommige sporters heb ben een hart dat die inspanningen niet aankan. Ze zijn enkele jaren intensief bezig en krijgen dan al littekenvorming en hartritmestoor nissen die we normaal gesproken maar zien bij veel oudere mensen. De littekenvorming veroorzaakt dan een kortsluiting in de hartspier. Stoppen is de enige oplossing. En daarna herstelt dat zich weer. Denken we maar aan renners als Niels Albert en Gianni Meersman.’
3. Moeten topsporters blijven sporten na hun carrière?
Vercammen: ‘Sporten is gezond, voor iedereen. Als een renner die gestopt is totaal geen sport meer beoefent, is zijn kans op hartkwalen niet groter dan bij elke oudere mens die niet sport. Maar het omgekeerde geldt ook. Het is niet omdat je op jonge leeftijd verschrikkelijk sportief bent, dat je voor eeuwig beschermd bent tegen hart en vaatziekten.’
4. Is roken minder schadelijk bij een topsporter?
Brugada: ‘Dat is een totale misvatting. Bloedvaten van rokers verstoppen dubbel zo snel. Kijk maar naar Johan Cruijff: een topvoetballer, maar ook een roker. Hij moest al snel een hartoperatie ondergaan in Barcelona en is later gestorven aan longkanker. Niks is schadelijker dan roken, ook voor een topsporter.’
5. Hoe schadelijk is doping voor het hart?
Vercammen: ‘Voor alle duidelijkheid: ik beschuldig niemand, hé. Maar van bepaalde producten weten we dat ze schadelijk zijn. Epo bijvoorbeeld, het dopingproduct van de jaren 90. Dat verhoogt het hematocriet en bevordert het recuperatievermogen, maar het is ook zeer schadelijk voor het hart. Vroeger kregen kortademige mensen met een zwak hart epo om hun hematocriet te doen stijgen, zodat ze beter zouden kunnen ademen. Maar dat liep slecht af: ze stierven vroeger omdat hun hart dat niet aankon. Een hoog hemoglobine is geen hulp voor het hart. Epo brengt het hart in de problemen. Een hart is gemaakt om bloed rond te pompen, geen siroop.’
6. Hebben topsporters een groter hart?
Brugada: ‘Het hart van een sporter kan een klein beetje groter zijn dan normaal, maar dat is zoals een getrainde of nietgetrainde spier. Bij een sporthart is de hartfrequentie in rust lager dan bij een gewoon hart. Topsporters kunnen langzaamaan opbouwen naar een zeer hoge frequentie, bijvoorbeeld van 35 hartslagen per minuut in rust tot 200 in volle inspanning. Bij een gewone mens is dat bijvoorbeeld van 70 tot 160 hartslagen, in een kleinere tijdspanne.’
‘Dat sporthart blijft bestaan, ook op oudere leeftijd, maar dat is niet schadelijk. Het hart krijgt opnieuw zijn normale grootte, maar die mannen bereiken sneller een goede conditie. Als een exrenner weer begint te fietsen, presteert hij sneller beter dan een gewone mens.’
‘Extopsporters, ook zij die blijven aan sport doen, ontsnappen niet aan de klassieke ouderdomskwalen: verstopte slagaders, cholesterol, hoge bloeddruk’ JAN VERCAMMEN Cardioloog